4. BEDIENINGSPROCEDURES
Bedieningsprocedure
1. Apparaat inschakelen (|)
Fwd
Rev
2. Toerental instellen
Fwd
Rev
①
②
Gebruik starten
Fwd
Rev
1 s indrukken om te starten
① Druk op de aan-uitknop.
Toerental-
aanduiding:
Displaylampje: een van de lampjes Fwd/Rev/AutoR
brandt afhankelijk van de bedrijfsmodus op het
AutoR
Sync
moment van de laatste uitschakeling (○).
①
① Druk op de
Toerental-
aanduiding:
② Stel het gewenste toerental in door aan de draaiknop
te draaien.
Instelbereik van toerental: 5-315 tpm
AutoR
Sync
②
Door de knop langzaam te verdraaien wordt de waar-
③
de met 1 verhoogd of verlaagd; door snel aan de knop
te draaien wordt de waarde met 10 tegelijk gewijzigd.
③ Druk op de draaiknop om af te sluiten.
Toerental-
aanduiding:
knippert.
Houd
Start-stoplampje: AAN
<Stoppen>
Druk nogmaals op
Start-stoplampje: UIT
AutoR
Sync
De toerentalinstelling kan ook tijdens het gebruik worden
gewijzigd.
toont bij het opstarten de
softwareversie en vervolgens
het huidige toerental.
.
draaiknop
toont de toerentalinstelling,
knippert.
toont het huidige toerental.
één seconde ingedrukt.
.
21
NL