5. VOORZORGSMAATREGELEN BIJ HET HANTEREN
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
Gebruik het apparaat ALTIJD binnen het gespecificeerde temperatuur-
bereik.
Gebruik het apparaat nooit buiten het specificatiebereik. Anders kunnen er storingen of
beschadigingen optreden.
Opslag 's nachts of gedurende een langere periode.
Als het apparaat 's nachts of voor langere tijd niet wordt gebruikt, schakel dan altijd de
netschakelaar uit (○) en koppel de netkabel los.
Tap water/olie af en reinig het reservoir als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt.
Zie "6. WARTUNGSVERFAHREN" (p. 24) Als u dit niet doet, kan dit leiden tot korst-
vorming of storingen door corrosie.
Herstel na stroomuitval.
Als er een stroomstoring optreedt tijdens het gebruik en de voedingsspanning wordt her-
steld, kan het apparaat de werking hervatten of in stand-by blijven. De gewenste actie kan
worden geselecteerd via de gebruikersinstelling. Zie "Functie "Auto-resume" (Automatisch
hervatten)" (p. 18) voor de instelprocedure. De standaardinstelling is "OFF" (UIT).
Wees voorzichtig bij het verwerken van warmteproducerende stoffen.
Houd er rekening mee dat de temperatuurwaarde inconsistent kan zijn bij het verwerken
van warmteproducerende monsters.
Gebruik de functie kalibratiecompensatie om de temperatuurwaarde te
corrigeren.
Als er een afwijking is tussen de temperatuurwaarde en de werkelijke vloeistoftempera-
tuur, zie dan "Kalibratiecompensatie" (p. 17) om een correctie uit te voeren.
Controleer regelmatig.
Regelmatige inspectie en onderhoud worden sterk aanbevolen om een goede werking te
garanderen. Zie "6. ONDERHOUDSPROCEDURE" (p. 25) voor gedetailleerde instructies.
23
NL