Descargar Imprimir esta página

Tech-Air 5-systeem Guia Del Usuario página 253

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 138
WAARSCHUWING!
In geval van gebruik van een andere lader dan die meegeleverd met het
Systeem, zorg er voor een veilige werking altijd voor dat de gebruikte USB-
lader voldoet aan EN 62368-1 als een klasse 1 (ES1) en klasse 1 (PS1) of 2
(PS2) stroombron, met een maximale uitgangsstroom van 2 Ampère.
WAARSCHUWING!
Het Systeem moet zo snel mogelijk worden opgeladen wanneer het
rode ledlampje van het batterijniveau (3c) knippert, omdat dit een
laag batterijniveau aangeeft.
12. Werking van het Systeem
a) De "Straatmodus" en de "Race-modus" inschakelen
Om het systeem in te schakelen, trekt u de magnetische ritssluiting (1) dicht en vouwt u
de voorflap (2) met het Alpinestars-logo dicht, en zorgt ervoor dat de klittenbanden correct
worden bevestigd. Een interne magnetische schakelaar detecteert dat de voorflap (2) wordt
dichtgedaan en het Systeem zal inschakelen. Op dit punt MOET de gebruiker het led-
display (3) controleren om na te gaan dat het Systeem zich correct inschakelt. Zie de hierop
volgende Paragraaf 13 "Aanduidingen op het display" voor de betekenis van de verschillende
led-indicatielampjes.
Suggestie:
Als het Systeem niet inschakelt (geen enkele led-indicatie is actief),
controleer dan eerst of de voorflap (2) correct is dichtgedaan, en zorg
ervoor dat de batterij is opgeladen. Neem contact op met Tech-Air
Servicedienst als het probleem zich blijft voordoen (zie Paragraaf 19
"Tech-Air
WAARSCHUWING!
Om het Tech-Air
correct zijn dichtgedaan en de klittenband correct zijn bevestigd.
b) Controle van het Systeem en activering voor "Straatmodus" en "Race-modus"
Nadat het Systeem correct is ingeschakeld, begint het Systeem een systeemcontrole uit te
voeren. Dit wordt aangegeven door de gele (3b) en groene (3a) led-indicatielampjes. Tijdens
deze systeemcontrole wordt het systeem niet geactiveerd. Deze fase kan enkele seconden
duren.
Terwijl de systeemcontrole wordt uitgevoerd, wacht het systeem op lichaamsbewegingen
om één van de volgende, of alle activiteiten uit te voeren:
• Lopen (ook trappen op en af)
• De motor bestijgen
• De motor besturen
Als de systeemcontrole is geslaagd, zal er een constant groen (3a) led-indicatielampje gaan
branden. Let erop dat de volgende activiteiten het risico lopen de Systeemcontrole niet te
passeren:
• Het jasje omhoog ritsen zonder het aan te trekken
• Stilstaan
• Gaan zitten – INCLUSIEF op de motor wanneer de motor stationair draait.
STRAATMODUS
Wanneer de controle van het systeem correct is uitgevoerd en het gele
lampje uitgaat, moet het systeem gedurende ten minste 10 seconden
ACTIVATIE:
een rijmodus detecteren om gereed te zijn om bij een ongeval te worden
geactiveerd.
RACE-MODUS
Wanneer de Race-modus is geselecteerd, licht het LED-display na voltooiing
van de controle van het systeem continu groen en geel op. Het gele lampje
ACTIVATIE:
gaat pas uit wanneer de bestuurder 100 km/uur heeft bereikt en pas dan is
het systeem klaar om deactiveerd te worden. Als de bestuurder stopt of de
snelheid gedurende een langere periode onder de 100 km/u daalt, zal het
systeem terugkeren in de fase van controle van het systeem (aangegeven
door de ononderbroken gele en groene LED's - zie hoofdstuk 13 hieronder).
BELANGRIJK!
Wanneer het systeem een situatie detecteert die niet compatibel is met het
normale verwachte gebruik van het Systeem, wordt het Systeem automatisch
uitgeschakeld, evenals het led-display (3). Open en sluit de voorflap (2) om
het Systeem weer in te schakelen en voer de systeemcontrole opnieuw uit.
254 NL
Servicedienst").
®
5-systeem te activeren, moet de voorflap (2)
®
®

Publicidad

loading