VAN START
Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen
Opmerkingen over batterijen
• Verwissel alle batterijen tegelijkertijd wanneer u het volgende merkt: Het bereik van de afstandsbediening neemt af, de indicator
knippert niet of wordt zwakker.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op
de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg
ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
■ Afstandsbediening
1
Open het klepje van het batterijvak.
2
Doe de drie meegeleverde batterijen (AA,
LR6) in het vak met de polen de goede kant
op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3
Nadat u de nieuwe batterijen op de juiste
manier heeft ingezet, dient u het RESET
knopje in het batterijvak in te drukken met
een balpen of iets dergelijks.
(Hierdoor wordt het geheugen niet gewist.)
4
Druk het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
Als de afstandsbediening langer dan 3 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het
geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen
gewist is, dient u nieuwe batterijen in de
afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde fabrikantencodes en andere functies
opnieuw programmeren.
4
RESET knopje
■ GUI afstandsbediening
1
1
Druk op
en schuif het klepje van het
batterijvak.
2
Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
R03) in het vak met de polen de goede kant
op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3
Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
2
3