Signalering Van De Veiligheidsingangen En Van De Bedieningen (Modus Test) - Roger Technology CTRL/P Instrucciones Y Advertencias Para El Instalador

15
Signalering van de veiligheidsingangen en van de
bedieningen (modus TEST)
Als geen vrijwillige bedieningen zijn geactiveerd, moet op de toets TEST gedrukt worden en moet het volgende gecontroleerd
worden:
DISPLAY MOGELIJKE OORZAAK
Hulpsysteem loskoppelbare stang
geactiveerd, of niet aangesloten of
verkeerd aangesloten.
Veiligheidscontact STOP geopend.
Veiligheidscontact STOP geopend.
Deblokkeerinrichting open.
Contactlijst COS niet of verkeerd
aangesloten.
Fotocel FT niet of verkeerd aange-
sloten.
In afwezigheid van de vrijwillige be-
diening kan het zijn dat het contact
(N.O.) defect is of dat de aansluiting
op een knop fout is.
In afwezigheid van de bediening kan
het zijn dat het contact (N.O.) defect
is of dat de aansluiting op de timer
fout is.
OPMERKING: Druk op de toets TEST om de modus TEST te verlaten.
Er wordt aanbevolen om de signaleringen van de status van de veiligheden en van de ingangen altijd op te lossen in de modus
"ingreep vanaf software".
INGREEP VANAF SOFTWARE
Controleer de instellingen van de
parameter .
-
-
-
Indien deze niet wordt gebruikt of
moet uitgesloten worden, moet de
parameter ingesteld wor-
den.
Indien deze niet wordt gebruikt of
moet uitgesloten worden, moet de
parameter en
steld worden.
-
-
-
-
-
TRADITIONELE INGREEP
Controleer de correcte aansluiting
van het systeem op de regeleenheid
Installeer een STOP knop (N.C.) of
overbrug het contact ST met het
contact COM.
Sluiten met de sleutel door twee
draaien volledig rechtsom te draa-
ien.
Controleer de aansluiting op de mi-
croschakelaar van deblokkering.
Sluit het deblokkeerklepje en draai
de sleutel.
Controleer de aansluiting op de mi-
croschakelaar van deblokkering.
Indien deze niet wordt gebruikt,
moet het contact COS overbrugd
worden met het contact COM.
Indien deze niet wordt gebruikt,
moet het contact FT overbrugd
inge- worden met het contact COM.
Controleer de aansluiting en de re-
ferenties van het aansluitschema.
Controleer de contacten PP - COM
en de aansluitingen van de knop.
Controleer de contacten CH - COM
en de aansluitingen van de knop.
Controleer de contacten AP - COM
en de aansluitingen van de knop.
Controleer de contacten PED -
COM en de aansluitingen op de
knop.
Controleer de contacten ORO -
COM.
Het contact mag niet overbrugd
worden als het niet wordt gebruikt.
225