5. Toepassingen
5.1 Te verpompen vloeistoffen
Schone, dunne, niet-explosieve vloeistoffen zonder
vaste deeltjes of vezels. De te verpompen vloeistof
mag de pompmaterialen niet chemisch aantasten.
6. Bedrijfscondities
6.1 Omgevingstemperatuur en hoogte
De omgevingstemperatuur en de hoogte waarop de
opstelling geplaatst wordt is belangrijk voor de
levensduur van de motor, omdat zij de levensduur
van lagers en isolatiematerialen beïnvloeden.
Wanneer de omgevingstemperatuur hoger is dan de
aanbevolen maximale omgevingstemperatuur of
wanneer de opstelling hoger dan de aanbevolen
maximale hoogte boven zeeniveau geïnstalleerd
wordt (zie afb. 6), dan mag de motor niet volledig
belast worden vanwege de lagere dichtheid en het
daaraan verbonden verminderde koeleffect van de
lucht. In zulke gevallen kan het noodzakelijk zijn om
een motor met een hoger vermogen te gebruiken.
P2
[%]
100
90
80
70
60
50
20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80
1000
Afb. 6
Het maximale vermogen van de motor
hangt af van de omgevingstemperatuur
en de hoogte
Verklaring
Pos.
Beschrijving
1
0,25 - 0,55 kW MG motoren
0,75 - 22 kW MG motoren, IE2/IE3
2
0,75 - 450 kW MMG-H motoren, IE2
3
0,75 - 462 kW Siemens motoren, IE2
Voorbeeld: Een pomp met een 1,1 kW IE2 MG
motor: Als deze pomp 4750 meter boven zeeniveau
wordt opgesteld, dan mag de motor niet meer wor-
den belast dan 88 % van het nominale vermogen. Bij
een omgevingstemperatuur van 75 °C mag de motor
niet meer worden belast dan 78 % van het nominale
vermogen. Als de pomp 4750 m boven zeeniveau bij
een omgevingstemperatuur van 75 °C wordt opge-
steld, dan mag de motor niet meer worden belast
dan 88 % x 78 % = 68,6 % van het nominale vermo-
gen.
466
3
2
1
t [°C]
2250
3500
4750
m
6.2 Vloeistoftemperatuur
-40 - +140 °C.
De maximale vloeistoftemperatuur staat vermeld op
het typeplaatje van de pomp. Dit is afhankelijk van
de gekozen asafdichting.
Voor gietijzeren EN-GJL-250 pomphuizen geeft de
lokale regelgeving een maximale vloeistoftempera-
tuur van +120 °C aan.
6.3 Max. werkdruk
Maximale werkdruk (druk boven atmos-
ferische druk)
Pompdruk
Voordruk
Afb. 7
Drukken in de pomp
De voordruk + pompdruk moet lager zijn dan de
maximale werkdruk die vermeld staat op het type-
plaatje van de pomp. Door tegen een gesloten klep
te draaien wordt de hoogste werkdruk bereikt.