Luchtfilter vervangen
Gevaar
Verbrandingsgevaar door hete oppervlak-
ken!
Motor laten afkoelen.
1 Vleugelschroef
2 Luchtfilterbehuizing
3 Filterelement
Vleugelschroef eruit draaien.
Luchtfilterbehuizing wegnemen.
Filterinzet eruit nemen.
Binnenkant van de luchtfilterbehuizing
reinigen.
Filterelement reinigen of vervangen.
Filterelement inbouwen.
Luchtfilterbehuizing erop zetten en met
de vleugelmoer bevestigen.
Bougie reinigen of vervangen
Voorzichtig
Verwondingsgevaar! Bougiestekker niet
met de hand verwijderen.
1 Onderdrukleiding
2 Bougiestekker
3 Behuizing
Onderdrukleiding uit de behuizing trekken.
Bougiestekker verwijderen, daartoe ge-
schikt gereedschap/tang gebruiken.
Bougie uitschroeven en reinigen.
Gereinigde of nieuwe bougie inschroe-
ven.
Bougiestekker opsteken.
Onderdrukleiding opnieuw in de behui-
zing steken.
Oliepeil hydraulisch systeem controle-
ren en hydraulische olie bijvullen
Gevaar
Verbrandingsgevaar door hete oppervlak-
ken!
Voorzichtig
Die controle mag alleen gebeuren bij een
warme motor.
Apparaatkap openen.
1 Expansievat
2 Oliepeil MAX
3 Oliepeil MIN
Oliepeil op het expansievat controleren.
Het vulpeil moet opnieuw tussen de
„Max"- en „Min-"markering staan.
Bij te weinig hydraulische olie:
deksel van het expansievat wegnemen
en hydraulische olie navullen.
Oliesoort zie het hoofdstuk Technische
gegevens.
Deksel sluiten.
Veegspiegel van de zijbezems controleren
Luchtdruk banden controleren.
Zijbezems opheffen.
Veegmachine op een egale en gladde
bodem rijden die duidelijk met stof of
krijt bedekt is.
Zijbezems laten zakken en een tijdje la-
ten draaien.
Zijbezems opheffen.
Apparaat achterwaarts wegrijden.
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Veegspiegel controleren.
De breedte van de veegspiegel moet tus-
sen 40-50 mm liggen.
Instructie: Door de drijvende kogellager
van de zijbezem stelt de veegspiegel zich
bij slijtage van de borstels automatisch bij.
Bij te sterke slijtage moet de zijbezem ver-
vangen worden.
Zijbezem verwisselen
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Programmaschakelaar op markering 1
(rijden) zetten. Zijbezems worden om-
hoog gebracht.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
3 bevestigingsschroeven aan de onder-
kant losdraaien.
zijbezem erafnemen.
Nieuwe zijbezem op meenemer steken
en vastschroeven.
10
-
NL
Veegrol controleren
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Programmaschakelaar op markering 1
(rijden) zetten. Veegrol wordt omhoog
gebracht.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Apparaat met blok tegen wegrollen be-
veiligen.
Banden of snoeren van veegrol verwij-
deren.
Keerspiegel van de keerrol controleren
Instructie: Door het drijvende kogellager
van de keerrol stelt de veegspiegel zich bij
slijtage van de borstels automatisch bij. Bij
te sterke slijtage moet de veegrol vervan-
gen worden.
Programmaschakelaar op markering 1
(rijden) zetten. Veegrol en zijbezems
worden opgeheven.
Veegmachine op een egale en gladde
bodem rijden die duidelijk met stof of
krijt bedekt is.
Veegrol laten zakken en korte tijd laten
draaien.
Veegrol omhoog brengen.
Pedaal voor het opheffen van de grof-
vuilklep bedienen en pedaal ingedrukt
houden.
Apparaat achterwaarts wegrijden.
De vorm van de veegspiegel vormt een gelijkma-
tige rechthoek die tussen 50 -70 mm breed is.
Veegrol verwisselen
Het verwisselen is nodig, als door het ver-
slijten van de borstels het veegresultaat
zichtbaar minder wordt.
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Programmaschakelaar op markering 1
(rijden) zetten. Veegrol wordt omhoog
gebracht.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Apparaat met blok tegen wegrollen be-
veiligen.
Veeggoedreservoir aan de linkerkant
lichtjes optillen en eruit trekken.
69