Aanvullend tot de helling van de grepen kan de grijphouder
individueel aan de lichaamsgrootte worden aangepast.
Maak de schroeven (J) aan de achterkant van de
grijphouder met de inbussleutel (11) los en verschuif de
grijphouder in de voor u juiste positie. Trek de schroeven
(J) vast.
Bevestig de gastrek (17) met de kabelbinders (16) aan de
aandrijfeenheid (1) en aan de handgreep (3).
Let er bij het bevestigen op dat de gastrek (17) niet
verdraaid of geknikt is.
Draaggordel aanbrengen
Hang de draaggordel (4) in de draaggordelophaning
(26) in.
Let erop, dat de karabijn (49) van de draaggordel zaoals in
afbeelding
getoond, gemonteerd en ingehaakt is.
Montage draadspoel
Draai het boorgat van de afdekkap boven het boorgat
op de haakse overbrenging (27) en vergrendel de
aandrijfas met de schroevendraaier (15).
Schroef de zeskantmoer (42) met de klok mee
eraf. Gebruik hiervoor de steeksleutel (14). Verwijder de
afdekkap (43) en de vulplaat (44).
Schroef de draadspoel (8) tegen de klok in op de
aandrijfas (L).
Vergrendel hiervoor weer de aandrijfas met de
schroevendraaier (15) in de haakse overbrenging (27).
Demontage draadspoel
Draai het boorgat van de afdekkap boven het boorgat
op de haakse overbrenging (27) en vergrendel de
aandrijfas met de schroevendraaier (15).
Schroef de draadspoel (8) met de klok mee af.
Montage snijmes
Verwijder de zeskantmoer (42), de afdekkap (43)
en de vulplaat (44) zoals onder montage draadrol is
beschreven
Zet het snijmes (7) op de aandrijfas (L), dan de vulplaat
(44) en afdekkap (43). Schroef de zeskantmoer (42) tegen
de klok in op de aandrijfas.
Draai de zeskantmoer (42) met de steeksleutel (14)
vast.
Vergrendel
hiervoor
schroevendraaier (15) in de haakse overbrenging (27).
Demontage snijmes
Vergrendel hiervoor de aandrijfas (L) met de
schroevendraaier (15) in de haakse overbrenging (27).
Draai de zeskantmoer (42) met de steeksleutel (14)
met de klok mee los.
Verwijder de zeskantmoer (42), de afdekkap (43), de
afstandsschijf (44) en het snijmes (7).
de
aandrijfas
(L)
met
Vóór de eerste ingebruikname
De motor van het toestel wordt niet met benzine of olie
gevuld geleverd. Vul de heggenschaar zoals onder
"Tanken" is beschreven.
Bij de omgang met benzine en olie is extra
waakzaamheid geboden. Roken en open vuur is
niet toegestaan (explosiegevaar).
Het toestel werkt op een mengsel van normale
benzine (loodvrij) en tweetakt-motorolie.
Benzine: octaangetal minimaal 91 ROZ, loodvrij
• Vul de tank niet met loodhoudende benzine, diesel of andere
niet-toegestane brandstoffen.
• Gebruik geen benzine met een octaangetal lager dan 91
ROZ. Dit kan door verhoogde motortemperaturen tot ernstige
beschadiging van de motor leiden.
• Wanneer u constant met een hoog toerental werkt, moet u
benzine met een hoger octaangetal gebruiken.
Om milieutechnische redenen wordt het gebruik van
loodvrije benzine aanbevolen.
Tweetaktmotorolie:
volgens specificatie JASO FC of ISO EGD
• Maak uitsluitend gebruik van tweetakt-motorenolie voor
luchtgekoelde motoren.
Gebruik
− geen viertaktolie of tweetaktolie voor watergekoelde
buitenboordmotoren.
− geen eindmengsel van tankstations.
Mengverhouding 40:1
Benzine
1 Liter
2 Liter
5 Liter
10 Liter
de
• De hoeveelheid olie moet exact aangehouden worden, omdat
een geringe afwijking van de hoeveelheid olie bij kleine
hoeveelheden brandstof grote invloed op de mengverhouding
heeft.
• Verander de mengverhouding niet, hierdoor ontstaan in
toenemende mate verbrandingsresten, het brandstof-verbruik
stijgt en het vermogen neemt af, of de motor wordt
beschadigd.
Meng benzine en olie in de meegeleverde brandstof-
mengbak (9).
Voorbereiding voor
ingebruikname
Tanken
Het mengen
Tweetaktmotorolie
0,025 Liter
0,050 Liter
0,125 Liter
0,250 Liter
147