IN GEVAL VAN PROBLEMEN
servicecentrum of uw dealer om het apparaat te laten repareren.
Symptoom
Waarschijnlijke oorzaak
Oplossing
eSteek de stekkers goed in de aansluitingen.
Geen stroomvoorziening naar
e@Stekkers niet in de aansluitingen gestoken.
het apparaat.
e@De netstekker van het komponent is in de | @Schakel de stroom naar het andere apparaat in.
netuitgang
van
een
andere
komponent
gestoken (bijvoorbeeld de schakelklok), maar
de stroom naar het betreffende komponent is
uitgeschakeld.
eDe hoofdnetschakelaar (POWER) staat op
STANDBY.
e Druk de hoofdnetschakelaar (POWER) op ON zodat
de STANDBY indikator dooft.
eSiuit de aansluitsnoeren stevig en op de juiste
wijze aan.
e Maak de aansluitbussen en penstekkers schoon.
eAansluitsnoeren
niet
aangesloten
op
-aansluitpunten of slecht aangesloten.
eDe aansluitbussen of de penstekkers van de
aansluitsnoeren zijn vuil.
De ingangskeuzetoets is niet op de gewenste
geluidsbron ingesteld.
eDe andere komponenten worden
niet op de
juiste wijze bediend.
e Beide luidsprekerschakelaars (SPEAKERS) zijn
op "OFF" gezet (Ml).
Geen geluid.
eKies de gewenste toets (PHONO, TUNER, CD,
LINE, TAPE 1/DAT, TAPE 2 MONITOR).
e Raadpleeg de gebruiksaanwijzingen van de andere
komponenten.
eZet één van de schakelaars op "ON" (am).
e De aansluitsnoeren of luidsprekersnoeren van | eSiuit de snoeren stevig aan.
de niet werkende luidspreker zijn losgeraakt.
e De balansregelaar (BALANCE) werd naar één
kant ingesteld.
Geen geluid van één van de
luidsprekers.
eStel
de balansregelaar
(BALANCE)
in de
middenstand.
eZet de schakelaar in de juiste stand (zie onder
"BANDOPNAMEN"").
@Sluit op de juiste wijze aan.
eRaadpleeg
de gebruiksaanwijzing
van
het
cassettedeck.
e@De opnamekeuzeschakelaar (REC SELECTOR)
is in de verkeerde stand gezet.
@ De aansluitingen zijn verkeerd gemaakt.
e@Het cassettedeck is niet op de juiste wijze
ingesteld.
Opnemen is niet mogelijk.
eZet de schakelaar in de juiste stand (zie onder
"KOPIEREN VAN BANDOPNAMEN").
eRaadpleeg
de gebruiksaanwijzing
van
het
cassettedeck.
e@ De opnamekeuzeschakelaar (REC SELECTOR)
is in de verkeerde stand gezet.
e@Het cassettedeck is niet op de juiste wijze
ingesteld.
Kopiéren van bandopnamen is
niet mogelijk.
De
batterijen zijn teeg of er liggen geen | @Leg nieuwe batterijen in (zie biz. 64).
batterijen in de afstandsbediening.
e De afstandsbedieningssensor ontvangt geen
signalen.
eHet
bedieningssignaalsnoer
is niet
aangesioten.
eHet
licht van
een
tl-lamp
valt op
de
afstandsbedieningssensor.
De afstandsbediening werkt
niet. (De andere komponenten
kunnen niet bediend worden.)
e Gebruik de afstandsbediening binnen een bereik
van 7 meter en een hoek van 30 graden (zie blz. 64).
eSluit het snoer korrekt aan (zie blz. 48).
eVerplaats de lamp zodat het licht niet op de
afstandsbedieningssensor op het voorpaneel van
de versterker valt. .
Onregelmatige werking van dit toestel kan worden veroorzaakt
door statische elektriciteit, of andere storingen van buitenaf. Om
het toestel weer normaal te laten werken, de spanning uit-en dan
weer inschakelen, of het netsnoer uit het stopkontakt trekken en
vervoigens er weer insteken.
70
<ARE7042>
Du