Spoelen met fysiologisch zout
• Voordat er een geneesmiddel wordt toegediend, moet het systeem met fysiologische zoutoplossing worden
doorgespoeld.
• Indien er tijdens de behandeling meer dan één geneesmiddel wordt toegediend, moet het systeem tussen de
geneesmiddelen door met fysiologisch zoutoplossing worden doorgespoeld.
• Na afloop van de behandeling van de patiënt moet het systeem altijd met fysiologisch zout worden doorgespoeld
om de katheter en de poortkamer schoon te maken.
Heparineslot
Om het Vital-Port systeem doorgankelijk te houden, moet een heparineslot worden aangebracht door elke poortkamer
en elk katheterlumen na elke behandeling van de patiënt en ten minste eens in de 4 weken door te spoelen met 5 mL
gehepariniseerde zoutoplossing (100 IE/mL) (3 mL bij Mini systemen).
Injectie/Infusie
1. Voordat toegang wordt verkregen tot de poortkamer, moet de spuit of de infuusset worden aangesloten op een
niet-borende naald en moet de infuusset met fysiologisch zout worden gevuld om lucht te verwijderen.
2. Verkrijg toegang tot de poort zoals tevoren beschreven en begin met de infusie of de injectie. Onderzoek de
insteekplaats nauwgezet op tekenen van subcutane irritatie.
3. Spoel het systeem door zoals tevoren beschreven.
Afname van bloedmonsters
1. Spoel de poort door met fysiologisch zout om te bevestigen dat het systeem doorgankelijk is.
2. Neem 3 à 4 mL bloed af en voer het af.
3. Neem de vereiste hoeveelheid bloed af.
4. Spoel na de bloedafname onmiddellijk door met 20 mL fysiologisch zout om de poortkamer en de katheter te
reinigen.
5. Indien er geen verdere behandelingen nodig zijn, moet er een heparineslot tot stand worden gebracht zoals tevoren
beschreven.
Hogedrukinjectie van contrastmiddel met het Vital-Port systeem
Alleen de volgende Vital-Port modellen zijn geïndiceerd voor de hogedrukinjectie van contrastmiddelen:
IP-7110, IP-S7010, IP-S7110, IP-S9010, IP-S9010P, IP-S9110 en IP-S9110P.
1. Verkrijg toegang tot de poort met een infuusset voor hogedrukinjectie. De naald moet loodrecht op de
geïmplanteerde poort worden ingebracht en moet langzaam worden opgevoerd totdat hij contact maakt met de
onderkant van de poortkamer.
WAARSCHUWING: De Vital-Port vasculaire introductiesystemen zijn uitsluitend geïndiceerd voor
hogedrukinjectie wanneer er toegang toe wordt verkregen met een infuusset voor hogedrukinjectie. Nalaten
een voor hogedrukinjectie bestemde infuusset te gebruiken kan defect raken van naaldonderdelen tot
gevolg hebben.
2. Bevestig een met steriel, normaal fysiologisch zout gevulde spuit van ten minste 10 mL aan de infuusset.
3. Plaats de patiënt in de positie die gedurende hogedrukinjectie zal worden aangehouden.
4. Aspireer het systeem zodat er voldoende bloed terugstroomt en spoel het systeem krachtig door met ten minste
10 mL steriel, normaal fysiologisch zout.
WAARSCHUWING: Indien de doorgankelijkheid van het katheterlumen niet vóór injectie wordt
bewerkstelligd, kan dit tot een katheterdefect leiden.
5. Gedurende het doorspoelen met fysiologisch zout dient er op zwelling en tekenen van extravasatie worden
gelet. Vraag de patiënt of deze een brandend gevoel, pijn of ongemak ervaart.
WAARSCHUWING: Staak de injectie onmiddellijk indien er op de injectieplaats pijn, zwelling of tekenen van
extravasatie worden geconstateerd.
6. Koppel de spuit los.
7. Verwarm het contrastmiddel vóór injectie tot lichaamstemperatuur volgens de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant van het contrastmiddel.
8. Bevestig de injectiepomp aan de infuusset voor hogedrukinjectie en zorg dat de aansluiting stevig vastzit.
9. Controleer de flowrate die voor de infuusset wordt aangegeven, en ga na of de instellingen voor flow en druk van de
injectiepomp juist zijn.
64