Voorschriften En Normen; Transport En Opslag - Tractel travrail Manual De Instalación, Utilización Y Mantenimiento

Toestel voldoet aan de eisen voor het beveiligen van drie
gebruikers voor horizontale verplaatsing.
Rail moet voldoen aan de eisen van norm EN 795-
D:2012 en TS 16415:2013. Deze soort verankering is
niet onderworpen aan EU-verordening 2016/425.
De travrail is een onderdeel van een horizontaal
valbeveiligingssysteem dat moet voldoen aan norm EN
363. Hij kan worden gebruikt in combinatie met:
• Een verankeringstoestel (EN 795)
• Een connector (EN 362)
• Een valbeveiliger (EN 354, 355, 353-2 of 360)
• Een valbeveiligingsharnas
bevestigingspunt op de borst of rug.
• Elke andere combinatie is verboden
Het is verboden om:
• Een travrail-rail te gebruiken met een gebrek
(corrosie, vervorming...).
• Een rail te gebruiken die een val heeft tegengehouden
en die niet is vervangen of gecontroleerd.
• Te zorgen voor de bescherming van meer dan drie
personen die aan dezelfde rail zijn bevestigd (met
uitzondering van specifieke toestemming van de fabrikant).
• Lasten op te hangen aan de rail.
• Wijzigingen aan te brengen in de onderdelen van de rail.
GEVAAR: De gebruiker van de rail moet
gezond en volledig fit zijn. De gebruiker moet zijn
getraind in het gebruik van dit verankeringssysteem
en de vaardigheden hebben om dit persoonlijke
beschermingsmiddel tegen vallen te gebruiken.
Het verbinden van een PBM en het gebruik ervan
moeten het onderwerp zijn van een demonstratie voor
iedere gebruiker voor gebruik.
De regels voor het verbinden van verschillende
PBM-producten moeten worden nageleefd, om een
valbeveiligingssyteem te krijgen dat voldoet aan norm
EN 363 (hoofdstuk 7).
Voordat u de uitrusting gebruikt, moet u controleren
of de rail in goede staat is (niet vervormd, niet
gecorrodeerd, beugels goed vastgedraaid).
De gebruiker moet zijn uitgerust met een middel
waarmee de maximale dynamische krachten die op
de gebruiker worden uitgeoefend bij een val worden
beperkt, met een maximumwaarde van 6 kN.
Voor en tijdens het gebruik moet de gebruiker nadenken
hoe een eventuele redding kan worden gegarandeerd.
Het valbeveiligingsharnas is het enige lichamelijke
apparaat dat is toegestaan in een valbeveiligingssyteem
De gebruiker moet aan de verankering worden verbonden
met een valstopuitrusting (automatisch blokkerende
valstopper of vanglijn) dat voldoet aan de voorschriften,
op een borst of rug ankerpunt op het harnas.
Om veiligheidsredenen is het van essentieel belang
om voor gebruik de vrije ruimte te controleren die
onder de gebruiker op de werkplek vereist is, zodat
er in geval van een val geen botsing met de grond of
andere obstakels op het valtraject zullen plaatsvinden.
Niettemin moet de gebruiker rekening houden met de
gevolgen van een slingerbeweging tijdens de val.
Naast de rail zal staat een informatieplaatje dat de
gebruiker informeert over de datum van de laatste
(EN 361), met
periodieke beoordeling.
Tractel Ibérica, S.A. Crta. Del medio, 261, 08907
L'Hospitalet de Llobregat (Barcelona – Spanje)
verklaart hierbij dat de in deze handleiding beschreven
veiligheidsuitrusting identiek is aan de uitrusting
waarvoor een conformiteitsonderzoek is verricht
door APAVE SUDEUROPE SAS - CS 60193 - 13322
Marseille - Frankrijk, geïdentificeerd door het nummer
0082 en getest volgens EN 795-D: 2012 voor 1 operator
en TS 16415: 2013 voor 2 en 3 gebruikers.
hangt samen met het behoud van de efficiëntie en
de duurzaamheid van de uitrusting. De rail en de
verankeringspunten moeten echter worden aangevuld
met persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen
van hoogtes. Deze bestaan voor elke gebruiker
ten minste uit een volledig valbeveiligingsharnas,
verbindings- en koppelinrichtingen, indien nodig, een
schokdemper, vervaardigd in overeenstemming met
de Europese Verordening (EU) 2016/425 en gebruikt in
overeenstemming met richtlijn van de Raad 89/656/EEG
en de aanvullende eisen van elk land waarin de rail en
verankeringspunten worden gebruikt. Alle persoonlijke
beschermingsmiddelen moeten CE-gecertificeerd zijn.
Het
betrekking heeft, moet worden opgeslagen en vervoerd
in de oorspronkelijke verpakking. Tijdens opslag en
transport moet het:
1. Op een droge plaats worden opgeslagen.
2. Worden opgeslagen bij een temperatuur tussen -30 °C
3. Worden beschermd tegen chemische, mechanische
4. Stoten of pletten voorkomen.

9. Voorschriften en normen

BELANGRIJK: De veiligheid van de gebruiker

10. Transport en opslag

travrail-systeem waarop
en 60 °C.
en andere milieuverontreiniging.
NL
deze handleiding
49