Installatie; Veiligheidsaanwijzingen; Inbouwvoorwaarden; Algemeen - ABB VA Master FGM1190 Instrucciónes De Licenciamiento

Ocultar thumbs Ver también para VA Master FGM1190:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 19
6

Installatie

6.1

Veiligheidsaanwijzingen

WAARSCHUWING
Gevaar van letsel door procesvoorwaarden.
Uit de procesvoorwaarden, zoals hoge drukken, giftige en
agressieve meetmedia, kunnen gevaren ontstaan bij
werkzaamheden aan het apparaat.
— Controleer voorafgaand aan werkzaamheden aan het
apparaat of er door de procesvoorwaarden geen risico's
kunnen ontstaan.
— Bij werkzaamheden aan het apparaat, indien
noodzakelijk, een geschikte beschermende uitrusting
dragen.
— Apparaat/leiding drukloos leeg maken, laten afkoelen en
eventueel spoelen.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door niet toegestaan glijmiddel bij
zuurstoftoepassingen.
Bij zuurstoftoepassingen alleen de toegestane glijmiddelen
gebruiken (bijv. Arkema Voltaelf).
VOORZICHTIG
Letselgevaar door breken van de meetbuis.
— Controleren of de technische grenswaarden voor het
bedrijf worden aangehouden.
— Het apparaat eventueel voorzien van een extra
splinterbescherming.
— De stroomrichting moet met de markering op het apparaat
(indien aanwezig) overeenstemmen.
— Bij alle flensbouten het maximale aanhaalmoment
aanhouden.
— Bouw apparaten zonder mechanische spanning (torsie,
buiging) in.
— Flensapparaten met in lijn (parallel) liggende contraflenzen
monteren.
— Apparaten alleen voor de voorziene
bedrijfsomstandigheden en met geschikte pakkingen
monteren.
— Bij buistrillingen de flensbouten en moeren borgen.
— Het apparaat beschermen tegen externe mechanische
schokken en stoten. Laat het apparaat niet vallen.
6.2

Inbouwvoorwaarden

6.2.1

Algemeen

De volgende punten moeten bij de inbouw in acht worden
genomen:
— Voorafgaand aan inbouw in de leiding moet de als
transportbeveiliging dienende houten staaf uit de meetbuis
worden verwijderd.
— De vlotterdebietmeter met glazen conus wordt verticaal in
een leiding gemonteerd. Het meetmedium moet van onder
naar boven stromen.
— Het apparaat dient zo goed mogelijk te worden
beschermd tegen trillingen van de buis en sterke
magneetvelden.
— De nominale leidingdiameter moet overeenkomen met de
nominale diameter van de aansluiting.
— In- en uitlaatleidingen zijn niet noodzakelijk.
— Pulserende stromen en plotselinge drukstoten dienen
vermeden te worden.
— Langzaam opende ventielen gebruiken.
— Als de debietmeter in een leiding wordt gemonteerd
waarbij een uitgebruikname ondoelmatig of onmogelijk is,
dan moet worden voorzien in een by-passleiding.
— Bij gasvormige meetmedia moet de debietmeter zo dicht
mogelijk bij leidingversmallingen worden ingebouwd. De
nominale diameter van de leiding bij de uitlaat van de
debietmeter moet zo klein mogelijk worden
gedimensioneerd.
— Afsluiters en smoorkleppen dienen bij voorkeur aan de
uitlaat van de debietmeter te worden aangebracht.
— Bij vloeibare meetmedia moet de nominale diameter van
de leiding zo groot mogelijk worden gedimensioneerd
(voor zover economisch verantwoord).
3
2
1
Afb. 6:
Inbouw van de debietmeter
1 Afsluitventiel in inlaat 2 Debietmeter
3 Afsluitventiel in uitlaat 4 By-passleiding
VA Master FGM1190 | CI/FGM1190-X1 Rev. C NL - 7
4
G11482

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido