Veiligheidsaanwijzingen M.b.t. Het Transport; Veiligheidsaanwijzingen Voor De Montage; Veiligheidsaanwijzingen Voor De Elektrische Installatie - ABB ProcessMaster FEP300 Manual Del Usuario

Veiligheid
1.6

Veiligheidsaanwijzingen m.b.t. het transport

• Afhankelijk van het apparaat kan het zwaartepunt buiten het midden liggen.
• De gemonteerde beschermende schijven of beschermkappen aan de procesaansluitingen bij
apparaten met een PTFE-/PFA-bekleding mogen pas onmiddellijk vóór de installatie
verwijderd worden. Daarbij moet u erop letten dat de bekleding aan de flens niet afgesneden
of beschadigd wordt, om mogelijke lekkages te vermijden.
Inspecteer de apparaten voor de installatie op eventuele beschadigingen ten gevolge van een
onoordeelkundig transport. U moet beschadigingen ten gevolge van het transport in de
vrachtbrief vastleggen. Eventuele schadeclaims moeten onverwijld en vóór de installatie bij het
transportbedrijf worden ingediend.
1.7

Veiligheidsaanwijzingen voor de montage

Schenk andacht aan de volgende aanwijzingen:
• De stroomrichting moet met de markering op het apparaat (indien aanwezig)
overeenstemmen.
• Bij alle flensschroeven het maximale aandraaimoment respecteren.
• Apparaten vrij van mechanische spanningen (torsie, buiging) inbouwen.
• Flens-/tussenflensapparaten met parallel tegenovergeplaatste tegenflenzen monteren.
• Apparaten alleen voor de voorziene bedrijfsomstandigheden en met geschikte pakkingen
monteren.
• Bij trillingen van de buisleiding de flensschroeven met moeren beveiligen.
1.8

Veiligheidsaanwijzingen voor de elektrische installatie

De elektrische aansluiting mag alleen door geautoriseerd vakkundig personeel overeenkomstig
de elektrische schema's uitgevoerd worden.
De instructies voor de elektrische aansluiting in de handleiding in acht nemen, anders kan de
elektrische beschermingsgraad achteruit gaan.
Het doorstroommeetsysteem en meetomvormerbehuizing moeten geaard worden.
De toevoerleiding van de voeding gebeurt overeenkomstige de geldende nationale en
internationale normen. Bij ieder apparaat moet een separate zekering voorgeschakeld worden,
die zich in de buurt van het apparaat bevinden moet en als zodanig aangegeven moet worden.
De nominale stroom van de leidingbeschermingschakelaar mag 16 A niet overschrijden.
De beveiligingsklasse van het apparaat is I, de overspanningcategorie II (IEC664).
De voeding en het stroomcircuit voor de spoelen van de meetwaardeopnemer zijn
aanrakingsgevaarlijke stroomcircuits.
De spoel- en signaalstroomkring mag alleen met de bijbehorende meetwaardeopnemer van
ABB samengeschakeld worden. Deze moet met de meegeleverde kabel gebruikt worden.
Aan de overige signaal-in- / uitgangen mogen alleen stroomcircuits aangesloten worden, de niet
aanrakingsgevaarlijk zijn, resp. kunnen worden.
8 - NL FEX300, FEX500 CI/FEX300/FEX500-X1