Installatie-Instructies; Atex/Iecex; Toepassing In Omgevingen Met Brandbaar Stof; Kabelinvoer - ABB ProcessMaster FEP630 Instrucciones De Seguridad

P R O C E S S M A S T E R F E P 6 3 0 , H YG I E N I C M A S T E R F E H 6 3 0 | S I/ F E P 6 3 0/ F E H 6 3 0/AT E X / I E C E X- N L R E V. B

Installatie-instructies

ATEX/IECEx

De montage, de ingebruikname alsmede het onderhoud en
de reparatie van apparaten in explosiegevaarlijke gebieden
mag alleen door overeenkomstig opgeleid personeel
worden uitgevoerd.
De veiligheidsaanwijzingen voor elektrische apparaten,
t.a.v. het gebruik in explosiegevaarlijke gebieden volgens
de richtlijn 2014/34/EG (ATEX) en IEC 60079-14 (opstellen van
elektrische installaties in explosiegevaarlijke gebieden),
moeten worden opgevolgd.
Voor een veilige werking moeten de eisen van de EG richtlijn
1999/92/EG (minimale voorschriften voor de verbetering van
de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de
werknemers, die door explosiegevaarlijke atmosferen in gevaar
kunnen komen) in acht worden genomen.

Toepassing in omgevingen met brandbaar stof

Bij gebruik van het apparaat in omgevingen met brandbare
stoffen (stof-Ex), moeten de volgende punten in acht
worden genomen:
• De maximale oppervlaktetemperatuur van het apparaat
mag niet boven de volgende waarden uitkomen.
FEP631, FEH631 80 °C
FEP632, FEH632 80 °C
FET632 80 °C
• De procestemperatuur van de aangesloten leiding kan
de 80 °C overschrijden.
• Bij het gebruik in zone 21, 22 resp. in klasse II, klasse III
moeten goedgekeurde stofdichte kabelwartels
worden gebruikt .
• In explosiegevaarlijke gebieden mag de signaalkabel niet
korter zijn dan 5 m.

Kabelinvoer

De apparaten worden met gemonteerde kabelwartels
(gecertificeerd conform ATEX resp. IECEx) geleverd.
Het gebruik van kabelwartels en afsluiters van een eenvoudig
bouwtype is niet toegestaan .
De zwarte stoppen in de kabelwartels dienen
als transportbeveiliging.
De buitendiameter van de aansluitkabels moet tussen 6 mm
en 12 mm liggen om de vereiste afdichting te verkrijgen.
Bij levering zijn de zwarte kabelwartels gemonteerd.
Als signaaluitgangen met intrinsiek veilige stroomkringen
worden verbonden, dan moet de zwarte kap van de
desbetreffende kabelwartel worden vervangen door de
meegeleverde blauwe kap.
Niet gebruikte kabelinvoeren moeten vóór de inbedrijfname
overeenkomstig de geldende normen worden afgesloten.
Aanwijzing
Apparaten in lagetemperatuuruitvoering (optie, tot –40 °C
omgevingstemperatuur) worden op basis van de vereiste
temperatuurbestendigheid met kabelwartels van
metaal geleverd.
Aanwijzing
Apparaten die voor gebruik in Noord-Amerika zijn
gecertificeerd, worden alleen met ½ in NPT-schroefdraad
zonder kabelwartels en blinddoppen geleverd.
215