Bedieningselementen - AL-KO Solo R13-72.5 HD Manual De Instrucciones

nl
3. Plaats de stoel (04/6) met de ogen naar be-
neden loodrecht staand zo tegen de ogen van
de carrosserie dat de borgpen door alle ogen
kan worden geschoven.
4. Steek de borgpen zo door alle ogen, dat de
stoel met de carrosserie verbonden is.
5. Bevestig de verwijderde seegerring weer op
de borgpen, zodat de borgpen er niet meer
kan uitschuiven.
6. Steek de connector van de kabel in de stekker
(04/4) onder de stoel.
7. Leid de stroomkabel door de borgveer (04/5)
op de carrosserie.
✓ De stoel is klapbaar en zowel mechanisch als
elektrisch vast met de carrosserie verbonden.
ADVICE
De elektrische verbinding van de
stoel met de zitmaaier is een voor-
waarde opdat de motor van de zit-
maaier kan worden gestart (stoel-
sensor).
ADVICE
Handel in tegenovergestelde vol-
gorde om de stoel te demonte-
ren, bijv. bij latere onderhoudswerk-
zaamheden.
Grasopvangzak in elkaar zetten en ophangen
(05)
1. Frame monteren:
a) Bevestig het bovenste deel (05/1) aan
het onderste deel (05/2) en de verst-
eviging (05/3). Gebruik daarvoor de 2
schroeven (05/4), de 2 moeren (05/5) en
de 2 onderlegringen (05/6).
b) Bevestig de 2 dwarstraversen (05/7) met
de 4 pennen (05/8) op het frame en borg
deze dan met de 4 splitpennen (05/9).
2. Gemonteerd frame en grasopvangnet (05/10)
verbinden:
a) Plaats het frame zo in het grasopvangnet
dat alle kunststof profielen en framebui-
zen op de buitenrand rondom in elkaar
passen.
b) Druk alle kunststof profielen vast rond
de gekoppelde framebuizen tot ze de
framebuizen volledig omsluiten.
3. Afdekking met grasopvangbak verbinden:
Verbind de grasopvangbak met de 2 voorste
schroeven (05/12), de 2 achterste schroeven
(05/13) en de 4 moeren (05/14).
66
Zitmaaier uitpakken en monteren
4. Steek de uitworpbuis in de opname van de
grasopvangbak en zet deze vast met de borg-
pen (05/8) en de splitpen (05/9).
5. Hang het bovenste framegedeelte van de gra-
sopvangzak (06/1) telkens links en rechts in
de uitsparingen van de houder (06/2).
6. Lijn daarbij de beide pijlen (06/3) op de mo-
torafdekkap en op de grasopvangzak nauw-
keurig met elkaar uit, zodat hij recht hangt.

BEDIENINGSELEMENTEN

Instrumentenpaneel
Hierna worden de elementen van het instrumen-
tenpaneel (21/1) verklaard.
Schuifregelaar voor motortoerental met
geïntegreerde choke (07/1)
Door de regelaar te verschuiven, wordt het motor-
toerental verhoogd en verlaagd en in de bovenste
stand wordt de choke ingeschakeld.
De choke dient om een vetter brandstof-lucht-
mengsel bij het starten naar de koude motor te
leiden, zodat hij start.
Hoe verder u de regelaar in de richting "Haas"
schuift, hoe sneller de motor draait. Hoe verder u
de regelaar in de richting "Schildpad" schuift, hoe
langzamer de motor draait.
Choke inschakelen: schuif de regelaar
helemaal naar boven tot aan het choke-
symbool. Gebruik deze positie uitsluitend
om de motor te starten.
ADVICE
Schuif de regelaar langzaam
weer terug wanneer de motor
draait!
Voor maaimodus: in deze positie draait
de motor met het maximale toerental.
Voor stationair draaien: in deze positie
draait de motor met het laagste toerental.
Weergave-led voor storingen of
waarschuwingen (07/2)
De weergave-led brandt bij contactsleutel in po-
sitie (1) RIJDEN en blijft tijdens heel het gebruik
ingeschakeld. Wanneer het controlelampje knip-
pert, wijst dit op het uitvallen van een vrijgavesi-
gnaal voor de motorwerking. De motor stopt bij: