Medium motorkoppel Deze instelling wordt aanbevolen voor de afstelling van de bedrijfskrachten.
11 = minimum kracht impact op obstakels ... 19 = maximum kracht impact op obstakels.
Maximum motorkoppel. Het gebruik van de contactlijst is verplicht.
Afstelling koppel MOTOR 2
Wanneer de waarden van de parameter worden vergroot of verkleind, wordt een toename of afname van het motorkop
pel veroorzaakt en moet derhalve de gevoeligheid van de ingreep op obstakels afgesteld worden.
Er wordt aanbevolen om ENKEL waarden van minder dan
te gebruiken voor zeer lichte installaties en die niet worden
blootgesteld aan ongunstige weersomstandigheden (sterke wind of koude temperaturen).
05= 0%.
06= +8%; 07= +16%; 08= +25%; 09= +35% (toename van het motorkoppel = kleinere gevoeligheid).
Het koppel wordt afgesteld door de parameter
.
Afstelling van de acceleratie bij de start van MOTOR 1 tijdens het manoeuvre
van de opening en de sluiting
Afstelling van de acceleratie bij de start van MOTOR 2 tijdens het manoeuvre
van de opening en de sluiting
01= de poort accelereert snel bij de start... 10= de poort accelereert langzaam en geleidelijk aan bij de start.
Activering slag deblokkering elektroslot (drukslag)
Gedeactiveerd.
Geactiveerd. De regeleenheid activeert (max 4 s) een drukkracht bij de sluiting zodat het elektroslot kan losgekoppeld
worden.
Afstelling openingssnelheid (%)
Afstelling sluitingssnelheid (%)
01= 60% minimum snelheid ... 05= 100% maximum snelheid.
De parameters zijn ALLEEN zichtbaars als:
SMARTY5 o 7
SMARTY7R
SMARTY5R5
SMARTY4/HS
PARAMETER
BE20/400
BR20/400/R
ALLEEN ALS 71 01 = SMARTY/EMA INGESCHAKELD IS
Afstelling van de aandrukruimte bij de OPENING MOTOR 1
Afstelling van de aandrukruimte bij de OPENING MOTOR 2
Afstelling van de aandrukruimte bij de SLUITING MOTOR 1
Afstelling van de aandrukruimte bij de SLUITING MOTOR 2
van min.
tot max.
toeren van de motor aan de snelheid die is automatisch ingesteld. Snelheid is niet instelbaar.
Instelling van het aantal pogingen van automatische hersluiting na ingreep van
contactlijst of detectie obstakels (antiverplettering)
Geen poging van automatische hersluiting.
Van 1 tot 3 pogingen van automatische hersluiting. De automatische hersluiting gebeurt enkel als de poort helemaal is
gesloten. Er wordt aanbevolen om een waarde in te stellen die kleiner of gelijk aan de parameter
is.
Instelling bedrijfsmodus fotocel FT1 bij opening
GEDEACTIVEERD. De fotocel is niet actief of is niet geïnstalleerd.
STOP. De poort stopt de beweging en blijft gestopt tot de volgende bediening wordt gegeven.
ONMIDDELLIJKE OMKERING. Als de fotocel wordt geactiveerd gedurende het manoeuvre van de opening wordt de
bewegingsrichting van de poort onmiddellijk omgekeerd.
TIJDELIJKE STOP. De poort stopt de beweging zolang de fotocel is verduisterd. Wanneer de fotocel wordt bevrijd, wordt
de poort verder geopend.
UITGESTELDE OMKERING. Wanneer de fotocel wordt verduisterd, wordt de beweging van de poort gestopt. Wanneer de
fotocel wordt bevrijd, wordt de poort gesloten.
252