nl
►
Gebruik de volgende opzetstukken voor het zagen:
– GB891R
– GB892R
►
Gebruik de volgende opzetstukken voor de aandrijving van schroefge-
reedschappen:
– GB896R
– GB897R
6.3.2
Schroef-opzetstuk bedienen
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding!
►
Draai botschroeven niet volledig machinaal in.
►
Voer de laatste omwentelingen alsmede het vastzetten van de bot-
schroeven handmatig uit.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwondingen en materiële schade door foutief gebruik
van het product!
►
Volg de gebruiksaanwijzingen van het gebruikte implantaatsy-
steem.
Machinaal gebruik
►
De drukknop voor de toerentalregeling 2 bedienen. Gebruik daarbij
hendel 29 niet.
Handmatig gebruik met ratelfunctie
►
Hendel 29 t/m de aanslag trekken en houden.
►
Product rechtsom bewegen.
De draaibeweging wordt aan het gekoppelde schroefgereedschap over-
gedragen.
►
Product linksom bewegen.
De ratelfunctie is actief. Het product kan naar de uitgangspositie wor-
den verplaatst zonder het schroefgereedschap mee te nemen.
100
7.
Gevalideerd reinigings- en desinfectie-
proces
7.1
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Opmerking
Voer de reiniging en sterilisatie uit in overeenstemming met de nationale
wettelijke voorschriften, nationale en internationale normen en richtlijnen
en de eigen hygiënische voorschriften.
Opmerking
Bij patiënten die zeker of vermoedelijk aan de ziekte van Creutzfeldt-Jakob
(CJ) of mogelijke varianten van deze aandoening lijden, moeten de natio-
nale voorschriften voor de reiniging en sterilisatie van de producten worden
nagevolgd.
Opmerking
Machinale reiniging en desinfectie verdienen de voorkeur boven handma-
tige reiniging met het oog op een beter en veiliger reinigingsresultaat.
Opmerking
Wij wijzen erop dat een succesvolle reiniging en desinfectie van dit medi-
sche hulpmiddel uitsluitend kan worden gegarandeerd na een vooraf-
gaande validering van het reinigings- en desinfectieprocedé. Hiervoor is de
gebruiker/het reinigingspersoneel verantwoordelijk.
Voor de validering werden de aanbevolen chemische middelen gebruikt.
Opmerking
Indien geen afsluitende sterilisatie plaatsvindt, moet een viricide desinfec-
tiemiddel worden gebruikt.
Opmerking
Zie voor actuele informatie voor de gereedmaking en materiaalcompatibi-
liteit ook Aesculap Extranet op https://extranet.bbraun.com
Het gevalideerde stoomsterilisatieprocedé werd in het Aesculap-steriele-
containersysteem uitgevoerd.
7.2
Algemene aanwijzingen
Opgedroogde c.q. gefixeerde OK-restanten kunnen de reiniging bemoeilij-
ken of onwerkzaam maken en leiden tot corrosie. Daarom mag de tijd-
spanne tussen het gebruik en de voorbereiding voor verder gebruik niet
langer dan 6 uur zijn en mogen er geen fixerende voorreinigingstempera-
turen >45° C noch fixerende desinfecteermiddelen (op basis van: alde-
hyde, alcohol) worden gebruikt.
Overdosering van neutralisatiemiddelen of basisreinigers kan chemische
aantasting en/of verbleking van de laseropschriften veroorzaken bij roest-
vrij staal, waardoor deze visueel of machinaal onleesbaar worden.
Chloor- en chloridehoudende residuen (bijv. in operatieresten, medicijnen,
zoutoplossingen, het reinigingswater, desinfectie en sterilisatie) leiden bij
roestvrij staal tot corrosie (putcorrosie, spanningscorrosie) en bijgevolg tot
beschadiging van de producten. Om de resten te verwijderen is een gron-
dige spoelbeurt met gedemineraliseerd water en een daaropvolgende dro-
ging noodzakelijk.
Nadrogen, indien noodzakelijk.
Er mogen alleen proceschemicaliën worden ingezet, die gecontroleerd en
vrijgegeven zijn (bijvoorbeeld VAH- of FDA-toelating, respectievelijk CE-
markering) en door de fabrikant van de chemicaliën met het oog op de
materiaalcompatibiliteit zijn aanbevolen. Alle toepassingsrichtlijnen van
de chemicaliënfabrikant moeten strikt worden nageleefd. Gebeurt dit niet,
dan kunnen de volgende problemen optreden:
■
Optische verandering van het materiaal (bijv. verbleken of kleurveran-
dering van titanium of aluminium). Bij aluminium kunnen zichtbare
wijzigingen aan het oppervlak reeds bij een pH-waarde van >8 in de
toepassings-/gebruiksoplossing optreden.