NL
Apparaten met Autodrive-aandrijving
■
Motor zoals aangegeven starten.
■
Zet de gashendel op
te zorgen.
■
Zet de rijrichtinghendel op „F"/ vooruit.
■
De parkeerrem losmaken.
■
Het snijmechanisme inschakelen
■
Het snijmechanisme laten zakken.
■
Bedien het rijpedaal langzaam tot de gewenste
snelheid wordt bereikt.
Algemeen
Zorg bij de instelling van de maaihoogte en rijsnel-
heid dat het apparaat niet wordt overbelast.
De maaihoogte en de rijsnelheid moeten worden
aangepast aan de lengte, het soort en de vochtig-
heid van het snijgoed om dit probleemloos met een
grasopvangvoorziening op te kunnen vangen.
Verlaag bij verstoppingen de rijsnelheid en stel de
maaihoogte hoger in.
Machine uitzetten
■
Apparaat stoppen.
■
Het snijmechanisme uitschakelen.
■
Zet de gashendel in de middelste gasstand.
■
Zet het snijmechanisme naar boven.
■
Zet de contactsleutel na 20 seconden op
■
Trek de contactsleutel uit het contactslot.
■
Vergrendel de parkeerrem voordat u het apparaat
verlaat.
Machine met hydrostaataandrijving
duwen
Duw het apparaat alleen als de motor is
uitgeschakeld.
■
De parkeerrem losmaken.
■
Transmissie ontgrendelen (Afb. 18b resp. 18c
afhankelijk van model): De hendel uittrekken en
naar beneden duwen.
Zet de transmissieontgrendelingshendel terug voor-
dat u de motor start.
Machine met automatische aandrijving
duwen
Duw het apparaat alleen als de motor is
uitgeschakeld.
■
De parkeerrem losmaken.
■
Transmissie ontgrendelen (Afb. 18a): Duw de
hendel naar binnen, trek deze vervolgens naar
buiten en zwenk deze naar achteren. De hendel is
vóór de houder vastgeklikt.
Zet de transmissieontgrendelingshendel terug voor-
dat u de motor start.
64
voor voldoende vermogen
.
Het apparaat met de Transmatic- en
Autodrive-aandrijving duwen
Duw het apparaat alleen als de motor is
uitgeschakeld.
■
De parkeerrem losmaken.
■
Zet de rijrichtinghendel op "N".
Mulchen
Met het juiste toebehoren kunt u met verschillende
apparaten ook mulchen. Vraag naar het toebehoren
bij uw vakhandel.
Grasopvangvoorziening leegmaken
(afhankelijk van model)
Zie de aparte gebruikshandleiding
"Grasopvangvoorziening".
Tips voor het verzorgen van het gazon
Enkele tips om uw gazon gezond en gelijkmatig te
laten groeien.
Maaien
Gazon bestaat uit verschillende soorten gras. Wan-
neer u vaak maait, wordt de groei van sterk worte-
lend gras bevordert en wordt een stevige grasmat
gevormd. Als u minder vaak maait, bevordert dit de
groei van hoog groeiende grassen en onkruid (bijv.
klaver en madeliefjes).
De normale hoogte van een gazon bedraagt 4-5 cm.
U dient slechts 1/3 van de totale hoogte te maaien;
maai het dus als het 7-8 cm lang is.
Het gazon niet korter maaien dan 4 cm omdat het
anders bij droog weer beschadigd raakt. Lang gras
(bijv. na de vakantie) in verschillende beurten tot
normale lengte maaien.
Mulchen (met toebehoren)
Het gras wordt bij het maaien in kleine stukjes
(ca. 1 cm) gesneden en blijft liggen. Zo blijven voor
het gazon veel voedingsstoffen behouden.
Voor een optimaal resultaat moet het gazon altijd
kort worden gehouden. Zie ook het gedeelte
"Maaien".
De volgende aanwijzingen bij het mulchen opvolgen:
- Geen nat gras maaien.
- Maai nooit meer dan 2 cm van de totale lengte
van het gras.
- Langzaam rijden.
- Gebruik het maximale motortoerental.
- Reinig het snijmechanisme regelmatig.
Tips voor het verzorgen van het gazon