Buiten bedrijf stellen
Elke 50 bedrijfsuren
■
Laat vuil en grasresten door een gespecialiseerde
werkplaats van de aandrijftransmissie verwijderen.
■
Laat de bevestigingsbouten van de motor door
een gespecialiseerde werkplaats controleren op
goede bevestiging (aanhaalmoment 37-50 Nm).
■
Laat de bevestigingsbouten van de messen door
een gespecialiseerde werkplaats controleren op
goede bevestiging (aanhaalmoment 95-122 Nm).
■
Controleer het brandstofsysteem (tank, leidingen
enz.) op lekken.
■
Laat de aandrijf-V-riem, mesassen en spanrollen
door een gespecialiseerde werkplaats controleren
op slijtage en beschadigingen.
■
Laat alle bouten, schroeven, bevestigingsele-
menten enz. door een gespecialiseerde werk-
plaats controleren op volledigheid, toestand en
goed vastzitten.
Indien noodzakelijk
Accu opladen
Wanneer u het apparaat langere tijd niet gebruikt,
verwijdert u de accu uit het apparaat.
Laad de accu elke 6-8 weken op en voor het
opnieuw in gebruik nemen na opslag.
Controleer de accuspanning met een voltmeter.
Bij een spanning van 12,4 volt (DC) of minder
moet de accu worden opgeladen met een 12 volt
accu-laadapparaat.
■
Loodzuur-accu's : Maximale laadstroom 4 Ampère
■
AGM-accu's : Maximale laadstroom 1,1 Ampère
Aanwijzing
Gebruik indien mogelijk een volautomatisch
laadapparaat en volg de aanwijzingen in de
bedieningshandleiding van uw accu-laadap-
paraat met betrekking tot de oplaadtijden.
Zekeringen vervangen
■
Vervang defecte zekeringen alleen door zeke-
ringen met dezelfde sterkte.
Eenmaal per seizoen
■
Smeer alle draaipunten en lagers (bedieningshen-
dels, hoogteverstelling van het snijmechanisme,
koppelings- en rempedaal, ...) met enkele drup-
pels dunne olie.
■
Bougie reinigen en ontstekingsafstand instellen of
de bougie vervangen. Zie het motorhandboek.
■
Laat de assen van de achterwielen door een
gespecialiseerde werkplaats smeren met speciaal
(waterafstotend) vet.
■
Snijmessen door een gespecialiseerde werkplaats
laten slijpen of vervangen.
■
Laat het apparaat op werking en veiligheid door
een gespecialiseerde werkplaats controleren.
Buiten bedrijf stellen
Let op
Materiaalschade aan het apparaat
Berg het apparaat op met een afgekoelde motor en
alleen in een schone en droge ruimte.
Bescherm de machine tegen corrosie wanneer u
deze voor lange tijd stalt, bijvoorbeeld in de winter.
Na het seizoen of wanneer het apparaat langer dan
een maand niet wordt gebruikt:
■
Apparaat en grasopvangvoorziening reinigen.
■
Alle metalen onderdelen ter bescherming tegen
roest afvegen met een met olie besprenkelde
doek of inspuiten met oliespray.
■
De accu opladen met een laadapparaat.
■
Bij een buitendienststelling in de winter moet de
accu worden verwijderd, opgeladen en op een
droge en koele plaats (beschermd tegen vorst)
worden bewaard. De accu elke 4–6 weken en
voor het opnieuw inbouwen opladen.
■
Tap de brandstof af (alleen buitenshuis) en stop
de motor zoals beschreven in het motorhandboek.
■
Pomp de banden op volgens de gegevens op de
zijkant van de banden. Banden zonder gegevens
op de zijkant van de banden oppompen met een
druk van 0,9 bar.
■
Berg het apparaat op in een schone en droge
ruimte.
Garantie
In elk land gelden de door ons bedrijf of door de
importeur opgegeven garantiebepalingen.
Storingen aan uw apparaat verhelpen wij kosteloos
in het kader van de garantie, voor zover een materi-
aal- of productiefout hiervan de oorzaak is.
Neem voor garantie contact op met uw verkoper of
de dichtstbijzijnde vestiging.
Informatie over de motor
De motorfabrikant is aansprakelijk voor alle motor-
problemen m.b.t. vermogen, vermogensmeting,
technische gegevens, garantie en service. Informa-
tie vindt u in het apart meegeleverde map/bedie-
ningshandboek van de motorfabrikant.
NL
67