L2699
Rev. A
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN BIJ, EN HERSTELLEN VAN VM43-LPS EN
Tijdens het diagnosticeren van defecte ventielen is het mogelijk
dat bepaalde symptomen niet alleen in ventielen voorkomen, maar
dat dit vaak gemeenschappelijke symptomen zijn in hydraulische
apparaten. Voordat de klep wordt gerepareerd, moet een ander
VM43 ventiel op de pomp gemonteerd worden en dient er en
geverifi eerd te worden dat het probleem niet bij de pomp ligt.
PROBLEMEN OPLOSSEN:
VOORZICHTIG: Tijdens de montage moeten de
standaard veiligheidsprocedures worden gevolgd, om
de mogelijkheid op letsel tot een minimum te
beperken.
1.
Inability to obtain any pressure may be the result of Geen
enkele druk kunnen ontwikkelen, kan het gevolg zijn van
beschadigde afdichtingen op de pomp, of van defecte
drukontlastonderdelen van de ventiel (items 6 en 7, fi guur 7),
een beschadigde zitting (item 57, fi guur 6), of beschadigde
of versleten afdichtingen en schijf (items 80 en 84, fi guur
3 ). Dit soort problemen is gewoonlijk een symptoom van
verontreinigde hydraulische olie. Het systeem moet worden
afgetapt en opnieuw worden gevuld met nieuwe hydraulische
olie van ENERPAC.
2.
Aanhoudende druklekken die verhoudingsgewijs erger
worden naarmate het drukbereik toeneemt, zijn meestal
het gevolg van lekke pakkingringen, of van beschadigde
schroefdraad zoals NPTF-fi ttingen of -pluggen.
3.
Lekkage van de kogelzitting komt vaak onregelmatig
en periodiek voor, en wordt veroorzaakt door in de
stuurventielzitting vastgeraakte verontreinigende materialen.
Na verloop van tijd, en wanneer er slijtage optreedt, moeten
de zittingen worden vervangen.
4.
Op de buitenoppervlakken waargenomen lekkage rondom
de stang (item 88, fi guur 3) duidt erop dat de o-ring (item 90)
en reserve-ring (item 89) moeten worden vervangen.
5.
Op de buitenoppervlakken waargenomen lekkage rondom de
behuizing van het drukontlastventiel (item 1, fi guur 7) is een
aanwijzing dat de o-ring (item 8) moet worden vervangen.
DEMONTAGE:
1.
(item 39 - ball end) and remove these parts from the bore
Verwijder de 4 inbus-kopschroeven en haal het stuurventiel
van de pomp. Verwijder het geheel van de pomp.
2.
Verwijder
de
retourslang
weergegeven).
3.
Verwijder de schroef (item 72, fi guur 3) en de ring (item 71)
van de stang (item 88).
4.
Verwijder de hendeldop (item 66), hefboom (item 67), en de
knop (item 68) als geheel Verwijder de kogel (item 69) en
veer (item 70).
08/07
VM43-LPSV HANDBEDIENDE STUURVENTIELEN
en
de
pakkingring
Reparatieonderdelenblad
VM43-LPS en VM43-LPSV
HANDBEDIENDE STUURVENTIELEN
5.
Verwijder de 4 inbus-kopschroeven (item 62, fi guur 1) en
haal de bovenste ventielmontage (item 51) uit het borgblok
(item 50).
6.
Verwijder de 2 inbus-kopschroeven (item 82, fi guur 3) en
verwijder het lichaam (item 95) van de stuurventieldop (item
94).
7.
Verwijder de stangmontage en controleer de o-ring (item 90)
en de reserve-ring (item 89) op schade. Indien noodzakelijk,
vervangen.
8.
Verwijder de o-ring (item 93) en controleer hem op schade
zoals groeven of slijtage. Indien noodzakelijk, vervangen.
9.
Verwijder de lager (item 92) en lagerplaat (item 91) en
controleer ze op schade. Indien noodzakelijk, vervangen.
10. Verwijder de afdichtingsset (items 84-86) uit de boringen in
het lichaam.
11. Verwijder de o-ringen (item 86) en de reserve-ringen (item
85) en controleer ze op schade. Indien noodzakelijk,
vervangen.
12. Verwijder de veren (item 87) en controleer ze op schade
zoals breuken of permanent vastraken. Indien noodzakelijk,
vervangen.
13. De demontage van het verdeelstuk moet als volgt worden
uitgevoerd:
14. Draai de borgmoer (item 9, fi guur 7) los en draai de
instelschroef los. (item 2).
15. Gebruik een 7/8" sleutel, draai de ontlastventielmontage los
en verwijder deze (item 58, fi guur 6) van de behuizing.
16. Verwijder de zitting (item 57) van de behuizing.
17. Controleer de zitting op schade, zoals inkepingen of
deuken op de scherpe rand van de binnendiameter. Indien
noodzakelijk, vervangen.
18. Controleer de o-ring (item 8, fi guur 7) op schade, en vervang
hem, indien noodzakelijk.
19. Inspecteer de kogel (item 7, fi guur 7) en geleider (item 6,
fi guur 7). Indien noodzakelijk, vervangen.
20. Verwijder de moer (item 48, fi gure 6), de instelschroef (item
47), de veer (item 24), de geleider (item 46) en de kogel
(item 45). Voer een visuele inspectie uit van de zitting (item
44). Indien beschadigd, gebruik het speciale gereedschap
DT1560-3 om de zitting lichtjes te herpositioneren. Indien
de zitting niet opnieuw kan gepositioneerd worden, vervang
dan het verdeelstuk (item 52).
21. Verwijder de pijppluggen (items 53, 54, 55) en maak de
behuizing schoon.
(niet
controleren. Voer een visuele inspectie uit van het stuurventiel
(item 100), doch verwijder dit niet tenzij het versleten of
beschadigd is.
22. Demonteer de submontage van de borgzitting als volgt:
23. Verwijder de o-ringen (item 27; fi guren 4 & 5) en controleer
ze op schade zoals extrusie van materiaal, insnijdingen of
scheuren.
32
Het lichaam op mogelijke schade