Descargar Imprimir esta página

maxisafe CleanAIR Omnira Manual Del Usuario página 55

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 21
Monteer een nieuwe opklapbare laskap door het
scharniermechanisme in de bevestigingspunten
van het gelaatsscherm te klikken.
Vervangen van gelaatsafdichting
(*AFBEELDING BIJLAGE 4)
Verwijder de hoofdbedekking zoals is
beschreven in de sectie ‚Vervangen van
hoofdbedekking'.
Draai de twee spanknoppen aan beide zijden los
en lijn de bevestigingsmechanismen uit zoals
aangegeven op afbeelding 4.
Trek het plastic frame van de gelaatsafdichting
onder het bevestigingsmechanisme aan beide
zijden naar buiten. Klik het plastic frame van de
gelaatsafdichting los uit de borgpennen. Begin
met het bovenste deel en vervolg dan met het
onderste deel.
Vervangen van batterij (*AFBEELDING BIJLAGE
5)
• Draai het batterijdeksel aan de achterzijde
tegen de klok in.
• Vervang de batterij door een nieuwe.
• Draai het batterijdeksel aan de achterzijde met
de klok mee.
DOE GEBRUIKTE BATTERIJEN NOOIT BIJ HET
HUISVUIL, WANT ZE ZIJN ZEER GIFTIG VOOR
HET MILIEU.
Laat gebruikte batterijen altijd op de juiste manier
recyclen en blijf GROEN bij het lassen.
Vervangen beschermingsplaatje (*AFBEELDING
BIJLAGE 6)
• Druk uw nagel in de groef in het midden
van de onderkant van het binnenste
beschermingsplaatje en trek het plaatje eruit.
• Plaats het nieuwe binnenste
beschermingsplaatje door die in de rails aan de
zijkanten van de ADF te schuiven.
Vervangen ADF (*AFBEELDING BIJLAGE 7)
• Verwijder het kapje van de buitenste knop
‚SLIJPEN' met een schroevendraaier. Draai de
knop ‚SLIJPEN' zodat die eenvoudig door het
gat in de helm kan worden gedrukt.
• Maak de bevestigingsveer van de ADF los uit
de gleuf en verwijder de ADF uit het frame in
de helm.
• Plaats de ADF in het frame en zet hem vast
door de bevestigingsveer terug in de gleuf te
drukken.
101
• Druk de knop ‚SLIJPEN' weer terug door het
gat in de helm en draai de knop totdat het
kapje weer kan worden bevestigd op de knop.
Vervangen buitenste beschermingsplaatje
(*AFBEELDING BIJLAGE 8)
• Plaats uw duim in een inkeping onder het
onderste deel van het beschermingsplaatje en
trek het plaatje eruit.
• Plaats het nieuwe beschermingsplaatje in
de groeven aan de zijkanten van de ADF-
filteropening door het plaatje lichtjes te buigen.
Aanpassen van HELM EN HOOFDBEDEKKING
Aanpassen hoofdbedekking (*AFBEELDING
BIJLAGE 9)
De grootte van de hoofdbedekking (hoofdomtrek)
kan worden aangepast door aan de achterste
stelknop te draaien, zodat die op elk hoofd past.
De diepte van de hoofdbedekking kan worden
aangepast door de vier verticale hoofdbanden
te verplaatsen. Om de hoofdbanden van de
hoofdbedekking los te maken, trekt u de banden
uit de pinsloten. Klik de hoofdbanden in de
pinsloten wanneer de optimale positie is bereikt.
Vervangen hoofdbedekking (*AFBEELDING
BIJLAGE 10)
Om de hoofdbedekking te vervangen, drukt
u op de zwarte lipjes aan de bovenkant van het
draaipunt terwijl u de hoofdbedekking naar voren
schuift.
Schuif de rails in de groef op het draaipunt om de
nieuwe hoofdbedekking te plaatsen. Beide kanten
moeten in dezelfde positie worden geplaatst.
Aanpassen kanteling (verticale kijkhoek)
(*AFBEELDING BIJLAGE 11)
De kanteling wordt aan beide zijden van de helm
aangepast door de buitenste spanknop los te
draaien en de verstelhendel van de huidige
positie los te maken en naar een andere locatie
te verplaatsen. Draai de spanknop weer vast als
u klaar bent.
Aanpassen afstand (*AFBEELDING BIJLAGE 12)
Pas de afstand tussen het gezicht en de ADF
aan door de zwarte lipjes aan de bovenkant van
het draaipunt in te drukken terwijl u  de helm
naar voren of naar achteren schuift. Laat de
lipjes los wanneer de optimale positie is bereikt.
Beide kanten moeten in dezelfde positie worden
geplaatst.
Aanpassen luchtstroomrichting (*AFBEELDING
BIJLAGE 13)
CleanAIR® Omnira COMBI air/Omnira air is
uitgerust met een geavanceerd systeem voor
luchtstroomregulering binnen in de helm. Er zijn
drie luchtstroomuitgangen binnen in de helm.
De hoofduitgang bevindt zich aan de onderkant
van de helm en voert de lucht rechtstreeks
naar de mond van de drager. De richting van
de luchtstroom kan worden aangepast door
de regelknop aan de buitenkant van de helm
te draaien. AFBEELDING 13a De twee andere
uitgangen bevinden zich in het bovenste deel van
de helm. De intensiteit van de luchtstroom kan
worden geregeld door de twee schuifknoppen
naar links en rechts te schuiven. AFBEELDING 1b
Vervangen bevestiging hoofdbedekking
(*AFBEELDING BIJLAGE 14)
Draai beide spanknoppen aan de zijkanten van
de helm los. Verwijder de bevestigingssets uit de
lashelm. Plaats de nieuwe bevestigingsset in de
lashelm met de vierkante moer aan beide zijden in
het ronde gat van de helm. Draai de spanknoppen
in de vierkante moer van de bevestigingssets
aan beide zijden, maar draai ze nog niet volledig
vast. Steek de pin voor de kantelinstelling in een
kantelverstelgat en draai de spanknop aan één
zijde aan, doe hetzelfde aan de andere kant en
gebruik hetzelfde kantelverstelgat (AFBEELDING
11).
Aanpassen ADF-instelling (*AFBEELDING
BIJLAGE 15)
AAN/UIT
• De zonne-eenheid schakelt automatisch AAN bij
blootstelling aan licht.
• Druk
op
een
willekeurige
knop
om
controleren of het filter correct werkt en om de
Modusaanpassingen te activeren.
KLEURREGELING
• Druk op toets ‚M' (7) totdat de modusindicator
op Kleur (3) staat, het ledscherm (6) geeft nu
het huidige kleurnummer weer.
• Druk op toets ‚+' (8) of ‚-' (9) om de gewenste
kleur in te stellen.
• Om te schakelen tussen de twee kleurbereiken
5 - 8 en 9 - 13, houdt u  3 seconden een
willekeurige toets ‚M' (7), ‚+' (8), ‚-' (9) ingedrukt.
• Gebruik als het bereik is geschakeld, de toets ‚+'
(8) en ‚-' (9) om de gewenste kleur in te stellen.
VERTRAGINGSREGELING
• Druk op toets ‚M' (7) totdat de modusindicator
op Vertraging (4) staat, het ledscherm (6) geeft
nu de huidige vertragingsinstelling weer.
• Druk op toets ‚+' (8) of ‚-' (9) om de gewenste
vertraging in te stellen. De vertragingstijd kan
worden ingesteld van 1 (0,1 seconde) tot 9 (0,9
seconde).
GEVOELIGHEIDSREGELING
Druk op toets ‚M' (7) totdat de modusindicator op
Gevoeligheid (2) staat, het ledscherm (6) geeft nu
de huidige gevoeligheidsinstelling weer.
Druk op toets ‚+' (8) of ‚-' (9) om de gewenste
gevoeligheid in te stellen. De gevoeligheid kan
worden ingesteld van 1 tot 9. Een hoger getal
betekent een hogere gevoeligheid.
Leidraad voor gevoeligheid:
Gevoeligheidsinstellingen
worden
om in te stellen hoe gevoelig het automatisch
verduisterende filter moet reageren op de lasboog
en interferenties. Als gevolg van de verschillende
werkomgevingen
en
eigenschappen
lasprocessen, kunnen aanpassingen nodig zijn.
De gevoeligheid moet worden bepaald aan de
hand van de volgende factoren: toepassingen,
stroomsterkte van toepassingen, interferentie:
Toepassingen (stabiele vlamboog, zoals DC TIG,
niet-stabiele vlamboog, MMA/STICK, MIG, Plasma,
enz.)
Stroomsterkte van toepassingen(extreem laag,
laag-medium, medium-hoog)
Interferentie
(direct
sterk
zonlicht,
fluorescente lichten, naburige lasboog, enz.)
te
Gevoeligheidsinstelling
1~2
De minst gevoelige instelling – voor
toepassingen met hoog vermogen en niet-stabiele
vlambogen, in omgevingen met veel interferentie.
3~4
Voor toepassingen met laag vermogen
en niet-stabiele vlambogen, in omgevingen met
veel interferentie.
5~6
Standaardinstelling – gebruikt voor de
meeste soorten laswerk, binnen en buiten bij
normaal omgevingslicht en/of weinig interferentie.
gebruikt
van
sterke
102

Publicidad

loading