Zuigbalk reinigen
Onderhoudsteller terugzetten
Als er onderhoudswerkzaamheden op het display zijn
uitgevoerd, moet de bijbehorende onderhoudsteller
worden gereset.
Instructie
Het resetten van de onderhoudstellers wordt beschre-
ven in het hoofdstuk "Grijze Intelligent Key".
Storing
Schoonwaterres. leeg!
Waterventiel geblok.
Hoofdbrstl overbel.!
Hoofdborstel geblok.
Zijborstel overbel.!
Zijborstel geblok.
Vuilwaterres. vol!
Aandr.motor overbel.!
Aandr.motor geblok.!
Batterijniveau laag!
Batterij leeg!
Sluit stoelcontact
Inschakelen!!
Machine opn. starten!
Gas loslaten!
Storing
Het apparaat kan niet gestart worden 1. Op de bestuurdersplaats gaan zitten.
Het apparaat rijdt niet meer, op het dis-
play wordt "Batterij leeg!" weergege-
ven
Het apparaat beweegt ongelijkmatig
(schokkerig) bij het starten en stop-
pen.
De waterhoeveelheid is onvoldoende 1. Controleer het verswaterniveau, vul indien nodig de tank volledig zodat de lucht eruit gedrukt wordt.
Het schoonwaterdisplay geeft een
verkeerd vulniveau aan na het hand-
matig legen van de tank
De balk van de niveau-indicatie knip-
pert, op het display wordt "Schoonwa-
terres. leeg!" weergegeven
86
Hulp bij storingen
GEVAAR
Het apparaat kan onverwacht starten
Mensen die aan het apparaat werken, kunnen gewond
raken.
Trek voor alle werkzaamheden aan het apparaat de In-
telligent Key eruit.
Trek voor alle werkzaamheden de netstekker van de in-
terne oplader uit het stopcontact.
Ontkoppel de accustekker voor alle werkzaamheden.
1. Het vuilwater aftappen.
2. Tap het resterende verse water af.
Oplossing
1. Het schoonwaterreservoir bijvullen
1. De programmaschakelaar op "OFF" zetten.
2. Wacht 10 seconden.
3. De programmaschakelaar op het gewenste programma zetten.
1. De contactdruk van de borstels verminderen.
1. Controleren of een vreemd voorwerp de borstels blokkeert, eventueel het voorwerp verwijderen.
2. De programmaschakelaar op "OFF" zetten.
3. Wacht 10 seconden.
4. De programmaschakelaar op het gewenste programma zetten.
1. De contactdruk van de borstel van het zijschrobdek verminderen.
1. Controleren of een vreemd voorwerp de borstel blokkeert, eventueel het voorwerp verwijderen.
2. De programmaschakelaar op "OFF" zetten.
3. Wacht 10 seconden.
4. De programmaschakelaar op het gewenste programma zetten.
1. Leeg het vuilwaterreservoir.
1. De helling is te groot.
a Bij het reinigen: reiniging annuleren.
b Bij het vervoeren: een weg met een kleinere helling zoeken.
1. De wielen op een blokkering controleren, voorwerp verwijderen.
2. De programmaschakelaar op "OFF" zetten.
3. Als de rijmotor oververhit is, hem ten minste 15 minuten laten afkoelen, anders 10 seconden wachten.
4. De programmaschakelaar op het gewenste programma zetten.
1. De programmaschakelaar op "Transport" zetten.
2. Het apparaat rechtstreeks naar de lader (of in het geval van een interne lader naar een stopcontact) rijden. Hellingen vermijden.
3. De accu opladen.
1. De programmaschakelaar op "Transport" zetten.
2. Het apparaat via de kortste weg naar de lader (of in het geval van een interne lader naar een stopcontact) rijden. Hellingen
vermijden.
3. De accu opladen.
1. De bestuurdersstoel kort ontlasten zodat de besturing de functie van het stoelcontact kan controleren.
1. De veiligheidsschakelaar op "1" zetten.
1. De programmaschakelaar op "OFF" zetten.
2. Wacht 10 seconden.
3. De programmaschakelaar op het gewenste programma zetten.
1. Het gaspedaal loslaten.
Storingen zonder weergave op het display
Oplossing
2. Voordat u de veiligheidsschakelaar inschakelt, uw voet van het rijpedaal nemen.
3. De veiligheidsschakelaar op "1" zetten.
4. De accu's controleren, eventueel opladen.
5. De programmaschakelaar op "OFF" zetten.
6. Wacht 10 seconden.
7. Zet de programmaschakelaar op het gewenste programma.
8. Rijd indien mogelijk alleen met het apparaat op een vlakke vloer.
9. Controleer eventueel de parkeerrem.
Als de storing toch weer optreedt, de klantenservice raadplegen.
1. De programmaschakelaar op "OFF" zetten.
2. Wacht 10 seconden.
3. De programmaschakelaar op "Transport" zetten.
4. Naar het laadstation rijden.
5. Als het apparaat nog steeds niet rijdt, dan de accu ter plaatse opladen of de rem ontgrendelen (zie "Gebruik/Apparaat duwen")
en het apparaat naar het laadstation duwen.
1. De rem ontgrendelen (zie "Gebruik/Apparaat duwen").
2. Verwijder het filter voor vers water en reinig het.
3. Plaats het filter en schroef de afsluiting erop.
4. Alleen R-reinigingskop: Trek de waterverdeellijst van de reinigingskop af.
5. Alleen R-reinigingskop: Reinig het waterkanaal.
6. De slangen op verstopping controleren, eventueel reinigen.
1. Het apparaat gebruiken. Tijdens het gebruik ontlucht het slangsysteem en wordt de niveau-indicatie automatisch gecorrigeerd.
1. Het verswaterreservoir bijvullen.
Nederlands
Instructie
Neem contact op met de klantenservice, als de fout niet
kan worden verholpen met de volgende instructies.
Storingen met weergave
Als de weergegeven fout niet in de volgende lijst voor-
komt, doe dan het volgende:
1. De programmaschakelaar in stand "OFF" draaien.
2. Wacht 10 seconden.
3. Zet de programmaschakelaar op de vorige functie.
4. Als de storing opnieuw optreedt, de klantenservice
raadplegen.