Descargar Imprimir esta página

Boston Scientific Vercise Instrucciones De Uso página 132

Ocultar thumbs Ver también para Vercise:

Publicidad

Programmeerhandleiding voor de Vercise™ Neuronavigator 3
De DB2201-Standaard lead heeft acht contacten per lead, gelabeld 1 tot 8 op elke lead.
Doe het volgende om langs de DB2201-Standaard lead te sturen:
1. Selecteer Stuurmodus.
2. Selecteer een contact om toe te wijzen als een 100% kathode.
3. Gebruik de knoppen
en
stapjes van 10%.
Opmerking: U kunt ook direct van het ene naar het andere contact wijzigen. De amplitude voor het geselecteerde gebied daalt tot 0 mA wanneer een
ander contact geselecteerd wordt, maar niet tijdens sturen in stappen van 10%.
De DB-2202-Directionele lead heeft in totaal acht contacten per lead, gelabeld 1 tot 8 op elke lead. Contacten 1 en 8 zijn de distale en proximale contacten, terwijl de
contacten 2 tot 7 de kleine directionele contacten (segmenten) voor elke lead zijn.
Doe het volgende om langs de DB2202-Directionele lead te sturen:
1. Selecteer Stuurmodus.
2. Selecteer een contact om toe te wijzen als een kathode. U kunt een gelijke spreiding van de stroom creëren over een niveau van contacten („ringmodus")
door ergens binnen dat niveau te selecteren en vervolgens de centreerknop te selecteren. Om een enkel directioneel segment toe te wijzen als de kathode,
selecteert u ergens binnen dat niveau en vervolgens de betreffende knop (Afbeelding 8).
3. Gebruik de knoppen
en
4. Selecteer een van de vijf vooraf ingestelde richtingen
gerichte stimulatieveld in een van de vier orthogonale richtingen of zetten het stimulatieveld in „ringmodus."
De volgende stappen kunnen worden gebruikt voor het verfijnen van de toegepaste directionele voorinstelling of het geselecteerde directionele segment.
5. Gebruik de knoppen
en
6. Gebruik de knoppen
en
7. Selecteer een ander contact om een ander startpunt te kiezen of op een ander contact te sturen. Selecteer, om een gesegmenteerd directioneel contact
te selecteren, het niveau en selecteer vervolgens een van de drie gelabelde gesegmenteerde contacten rondom de centreerknop op de directionele
contactselector.
Opmerking: De totale amplitude voor het geselecteerde gebied daalt tot 0 mA wanneer een ander contact geselecteerd wordt.
Opmerking: Stimulatie met meerdere onafhankelijke stroombesturingen en de DB-2202 Directionele lead wordt Cartesia 3D genoemd.
Aangepaste modus
Met Aangepaste modus kunt u een percentage anodische of kathodische stroom aan afzonderlijke contacten en de stimulatorhoes toewijzen.
Doe het volgende om de DB2201-Standard-lead en de DB2202-Directionele lead in de Aangepaste modus te programmeren:
1. Selecteer Aangepaste modus.
2. Selecteer de stimulatorhoes die of het contact dat u wilt aanpassen. Als het geselecteerd was, zorgt één tik dat het wordt toegewezen als een anode (+). Nog
een keer tikken wijst het toe als een kathode (-). Nog een keer tikken wijst het toe als OFF (leeg). Door op een contact te tikken, wordt het eerst geselecteerd
zonder de polariteit te wijzigen.
Opmerking: Door de polariteiten van de contacten te wijzigen, wordt de amplitude op nul gezet.
Programmeerhandleiding voor de Vercise™ Neuronavigator 3
92348958-06 128 van 477
om de stimulatiefocus in stapjes langs de lengte van de lead te sturen. De hoeveelheid kathodische stroom wijzigt in
Afbeelding 8. Selector directioneel contact
om de stimulatiefocus in stapjes langs de lengte van de lead te sturen.
om het stimulatierichtpunt cirkelvorming rondom de lead te draaien en sturen.
om het richtpunt van het stimulatieveld radiaal te spreiden of te verkleinen.
voor het stimulatieveld. De directionele voorinstellingen sturen het volledig

Publicidad

loading