De stimulator programmeren
De klinische effecten van de stimulatie van de patiënt grafische weergeven
Afbeelding 10. Clinical Effects Map (Overzicht van klinische effecten)
Voor een bepaalde stimulatie-instelling kunt u een notitie maken van een score van 0 tot 4 voor elk therapeutisch voordeel en een score van 0 tot 4 voor elke
bijwerking door het selecteren van de knop gelabeld met het symptoom of bijwerking en vervolgens de juiste numerieke score te selecteren. Selecteer, als selectie
van een numerieke score niet gewenst is, ergens buiten het scorevak van het therapeutisch voordeel en/of van de bijwerking om te sluiten. Selecteer om de selectie
van uw therapeutisch voordeel en/of bijwerking te verwijderen, het therapeutische voordeel dat of de bijwerking die u wilt verwijderen en selecteer vervolgens het
therapeutische voordeel of de bijwerking in de pop-up om het gemarkeerde onderdeel te verwijderen. Elke knop die geselecteerd is, wordt vastgelegd als gegevens
die bij de stimulatie-instelling voor de betreffende patiënt horen.
U kunt ook de knop Notities selecteren om voor elke lead-poort maximaal 250 tekens in te vullen en op te slaan.
Wanneer in de Stuurmodus klinische effecten worden vastgelegd, wordt op de CEM op de axiale leadpositie en de amplitude een punt getekend. De CEM schakelt
naar een polair raster wanneer directioneel wordt geprogrammeerd. Voor programmeerinstellingen op verschillende niveaus (axiale posities langs de lead) wordt
een nieuwe CEM aangemaakt. De beoordelingsschaal van de therapeutische voordelen bepaalt de kleurverzadiging van het midden van de punt. Onder aan de
CEM verschijnt een sleutel die de kleurverzadiging voor een score aangeeft wanneer in ringmodus (100% spreiding) wordt geprogrammeerd. Als een bijwerking
geselecteerd is, wordt een oranje ring weergegeven. Door het selecteren van een punt verschijnt een pop-upvenster met de gegevens en het tijdstip waarop de punt
werd vastgelegd, samen met de stimulatie-instellingen en de details van de effecten (Afbeelding 10).
Al deze gegevens worden opgeslagen op de stimulator en zijn beschikbaar om te worden geëxporteerd in het tabblad Rapportage.
Opmerking: De gegevens van de klinische effecten worden vastgelegd en vermeld in rapporten, maar niet afgedrukt op de CEM voor configuraties die niet
mogelijk zijn in de Stuurmodus.
Opmerking: Het referentiehoofd in de CEM-weergave markeert de hemisfeer waarin u momenteel programmeert.
Opmerking: Een kaart met klinische effecten wordt alleen weergegeven bij 100% richtpunt of 100% spreiding (ringmodus).
Programmeerhandleiding voor de Vercise™ Neuronavigator 3
92348958-06 131 van 477