Grundfos Conex DIA-G Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento página 383

Aansluitvoorbeeld 2:
In dit voorbeeld, moeten de aansluitweer-
standen op beide sensorinterfaces op 1 =
Aan worden gezet.
N.B.
Klemmen 21 en 22 op de Conex
hebben twee kabels. Twin ferrules moeten
worden gebruikt voor aansluitingen op
deze klemmen.
Sensorinterface 1
CAN
S1 S2
1
1 2 3 4 5 6 0
9 1
8
7
0 6 5 4
H L H L
ADDR
12
11
5
ADDR = CAN-adres
Afb. 13 Aansluitvoorbeeld 2
Sluit de afscherming slechts aan één kant
Voorzichtig
aan op de afschermingsaarde!
Pos. Component
1 Bruin
2 Wit
5 Afscherming
11 Geel
12 Groen
De draadkleuren hebben betrekking op de Grundfos
kabel.
®
DIA-G
Conex
24 V DC
7 8 9 10
2
3
-
+
- -
+ +
2
1
®
DIA-G
S1
1 0
L H
Sensorinterface 2
S1
1
H
L 0
Sensorinterface 1:
Signaal en afscherming:
• H: Sluit de groene draad aan op klem 25.
• L: Sluit de gele draad op klem 23.
• Afscherming: Sluit de afscherming aan op
klem 27.
Voedingsspanning:
• Sluit de bruine draad (+) aan op klem 21.
• Sluit de witte draad (-) aan op klem 22.
Adressering:
• Het adres van de sensorinterface is gespecifi-
ceerd op de ronde keuzeschakelaar voor het
CAN adres (S2 ADDR) op de volgende wijze:
– Sensorinterface 1: adres 1
– Sensorinterface 2: adres 2
• Stel het adres in door de schakelaar te draaien
m.b.v. een kleine schroevendraaier
Afsluitweerstand:
• Afsluitweerstanden zorgen voor een foutvrije
meting voor de sensoren via de CAN-interface.
De afsluitweerstand (S1) is gemonteerd op de
laatste apparaten in de rij en ingesteld op 1 = On.
Een tweede sensorinterface kan worden
aangesloten op de Conex
N.B.
eerste sensorinterface. Zie de aansluit-
voorbeelden.
24 V DC
CAN S2
1 2 3 4 5 6 0 7 8
9 1
2
8
3
7
6 5 4
-
+
H L H L
ADDR
2
1
12
11
5
®
DIA-G of op de
9 10
-
+
383