Grundfos Conex DIA-G Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento página 400

11.9.3 Instellen van de alarmvertraging
Main menu (Hoofdmenu) > Sensor 1 (Sensor 2)
Submenu 1
Alarm delay
(Alarmvertraging)
De menustructuren voor sensor 1 en sensor 2 zijn
gelijk.
De alarmen voor grenswaarde 1, grenswaarde 2
en/of de sensortest die is toegekend in het "Setup"
(Basisinstelling) submenu (zie
instellen van het alarmrelay
den uitgestuurd met een vertraging. Het alarmrelais
wordt dan geschakeld met de ingestelde vertraging,
onafhankelijk van het relevante grenswaarderelais.
Er kan voor het alarm een vertraging van 0 tot
180 seconden worden ingesteld.
• Alarm S1/S2
– xxx sec delay (xxx s vertraging).
De alarmen moeten worden toegekend
N.B.
aan de relevante grenswaarden of sensor-
tests in het "Setup" (Basisinstelling) menu!
400
Submenu 2
xxx sec delay
(xxx s vertraging)
11.8.5 Toekennen en
op pagina 394) kan wor-
11.9.4 Vervangen/wisselen van een sensor
Melding: Change sensor (vervang sensor)
Defecte sensoren moeten worden vervan-
gen!
De potentiostatische sensor of de sensor-
schijf van de amperometrische sensor
moet worden vervangen in de volgende
gevallen:
– Na de verwachte levensduur van het
Voorzichtig
sensorelement
– Nadat de sensor is blootgesteld aan
een gasconcentratie die hoger is dan
het meetbereik
– In geval van beschadiging.
Raadpleeg de handleiding van de gassen-
soren.
Amperometrische sensoren: De verwachte
levensduur van de sensor wordt bepaald wanneer
een sensor wordt geïnstalleerd, na bevestigin in het
"New sensor' (Nieuwe sensor) menu.
Wanneer de vervanging van een ampero-
metrische sensor niet wordt bevestigd in
het "New Sensor" (Nieuwe sensor) menu,
dan kan de "Change sensor" (Sensor ver-
vangen) melding niet op het juiste moment
Voorzichtig
worden weergegeven. Er is een risico aan-
wezig op onjuiste werking als gevolg van
sensoren waarvan de vervaldatum is ver-
streken!
Potentiostatische sensoren: De gekalibreerde datum
in de sensorchip (fabrikagedatum) wordt gebruikt
voor het bewaken van de verwachte levensduur van
het sensorelement.
Wanneer de verwachte levensduur wordt overschre-
den, dan verschijnt de volgende melding:
Sensor 1
Warning
(Waarschuwing)
Change sensor
(vervang sensor)
• Deze melding moet worden bevestigd met [OK].
Amperometrische sensoren
De "Change sensor" (vervang sensor) melding wordt
weergegeven voor ampometrische sensoren als
eenmaal de verwachte levensduur is verstreken,
mits de installatiedatum van de sensor werd beves-
tigd in het "New sensor" (Nieuwe sensor) menu.
De sensor mag niet worden geïnstalleerd
N.B.
na de maximale opslagtijd.