1 Olieaftapplug
2 Motoroliefilter
Olieaftapschroef uitschroeven.
Olievuldeksel afschroeven.
Olie aftappen.
Oliefilter afschroeven.
Bevestigingspunt en afdichtvlakken rei-
nigen.
Afdichting van het nieuwe oliefilter voor
het inbouwen met olie insmeren.
Nieuw oliefilter inbouwen en handvast
aanhalen.
Olieaftapplug inclusief nieuwe afdich-
ting erinschroeven.
Aanhaalmoment: 25 Nm
Motorolie erin doen.
Oliesoort en vulhoeveelheid zie Techni-
sche gegevens.
Olievuldeksel afsluiten.
Motor ca. 10 seconden laten lopen.
Motoroliepeil controleren.
Oliepeil hydraulisch systeem
controleren en hydraulische olie
bijvullen
OPMERKING
Het veeggoedreservoir mag niet opgetild zijn.
Kap van het apparaat openen en met
de kapsteun vastzetten.
1 Oliepeilglas hydraulische olie
2 Tank van het hydraulische systeem
3 Afsluitdeksel, olievulopening
4 Kapsteun
Hydraulische-oliepeil in het kijkglas
controleren.
– Het oliepeil moet zich tussen de "MIN"-
en „MAX"-markering bevinden.
– Bevindt zich het oliepeil onder de
„MIN"-markering, hydraulische olie bij-
vullen.
Afsluitdeksel van de olievulopening los-
schroeven.
Vulgebied reinigen.
Hydraulische olie bijvullen.
Oliesoort zie het hoofdstuk Technische
gegevens.
Afsluitdeksel van de olievulopening er-
opschroeven.
78
Hydraulisch systeem controleren
OPMERKING
Onderhoud aan de hydraulische installatie
mag alleen door de ISAL-klantenservice
worden uitgevoerd.
Parkeerrem vastzetten.
Motor starten.
Alle slangen van het hydraulische sy-
steem en aansluitingen op lekkage con-
troleren.
Koelmiddelpeil controleren
1 Koelmiddel-compensatievat
Controleer het vulniveau bij een koude
motor.
Controleer het vulniveau in het koelmid-
del-compensatievat.
Het juiste koelmiddelpeil moet tussen
Min. en Max. liggen.
Water-/hydraulische-oliekoeler
controleren en reinigen
GEVAAR
Verbrandingsgevaar!
Laat de waterkoeler minstens 20 minu-
ten afkoelen.
Het koelwaterpeil van de waterkoeler
wordt gecontroleerd aan het koelmid-
delcompensatievat.
Zie hoofdstuk „Koelwaterpeil controle-
ren".
Koelerlamellen reinigen.
Verwijder verontreinigingen met een
zachte borstel, perslucht of geringe wa-
terdruk.
Koelslangen en aansluitingen op dicht-
heid controleren.
Ventilator reinigen.
Veegrol controleren
Motor starten.
Veeggoedreservoir tot de eindstand op-
tillen.
Motor uitzetten.
Parkeerrem vastzetten.
Veiligheidsstang gebruiken voor hoog-
leging.
Banden of snoeren van veegrol verwij-
deren.
Veiligheidsstang eruitnemen.
Motor starten.
Veeggoedreservoir tot de eindstand
neerlaten.
Motor uitzetten.
11
-
NL
Veegrol verwisselen
1 Sleutel
2 Zijbekleding
Breng het vuilreservoir omhoog en on-
dersteun het met de veiligheidsstang.
Zijmantel met sleutel openen.
1 Houdbeugel
2 Vleugelmoer
3 Zijdelingse afdichting
Vleugelmoeren losschroeven.
Neem de houdbeugel weg.
Zijdelingse afdichting naar buiten klap-
pen.
Bevestigingsschroef veegrolhouder er-
uit schroeven en opname naar buiten
zwenken.
Veegrol uitnemen.
Inbouwplaats van de veegrol in rijrichting
(bovenaanzicht)
Instructie: Bij de inbouw van de nieuwe
veegrol op de positie van de borstelset let-
ten.
Nieuwe veegrol monteren. De groeven
van de keerrol moeten op de nokken
van de tegenoverliggende vleugel ge-
stoken worden.
Instructie: Na het inbouwen van de nieu-
we veegrol moet de veegspiegel opnieuw
ingesteld worden.