Veegspiegel van de veegrol controleren
en instellen
Instructie: De keerspiegel is in de fabriek
ingesteld op 80 mm en kan bij slijtage van
de keerrol traploos bijgesteld worden.
Luchtdruk banden controleren.
Zuigturbine uitschakelen.
Veegmachine op een egale en gladde
bodem rijden die duidelijk met stof of
krijt bedekt is.
Bedieningshendel veegwals en zijbe-
zem (1) naar achteren: veegwals aan.
Bedieningshendel veegwals (3) naar
achteren: veegwals gaat omlaag.
Veegwals gedurende ca. 10 seconden
laten draaien.
Bedieningshendel veegwals en zijbe-
zem (1) in het midden.
Bedieningshendel veegwals (3) naar
voren: veegwals gaat omhoog.
Apparaat achterwaarts wegrijden.
Veegspiegel controleren.
De vorm van de veegspiegel moet een ge-
lijkmatige rechthoek van 80-85 mm breedte
vormen.
Aanslagbout van de slijtagebijstelling
(12) openen en instellen.
Aanslag naar boven: smallere veeg-
spiegel.
Aanslag naar onderen: bredere veeg-
spiegel.
Aanslagbout weer vastdraaien.
Veegspiegel van de veegwals opnieuw
zoals reeds beschreven controleren.
Veegspiegel van de zijbezem
controleren en instellen
Zijbezems opheffen.
Veegmachine op een egale en gladde
bodem rijden die duidelijk met stof of
krijt bedekt is.
Zijbezem met bedieningshendel neerla-
ten en ca. 10 seconden laten draaien.
Zijbezems opheffen.
Apparaat achterwaarts wegrijden.
Veegspiegel controleren.
De breedte van de veegspiegel moet tus-
sen 40-50 mm liggen.
Veegspiegel met de twee instelschroe-
ven corrigeren.
Veegspiegel controleren.
Zijdelingse afdichtstroken plaatsen
GEVAAR
Verwondingsgevaar!
Breng de veiligheidsstang bij een opge-
tild vuilreservoir altijd aan.
Voer de beveiliging enkel uit buiten de
gevarenzone.
Veeggoedreservoir naar boven bren-
gen en met veiligheidsstang zekeren.
Veiligheidsstang voor hoogleging naar
boven klappen en in de houder steken
(beveiligd).
1 Houder veiligheidsstang
2 Veiligheidsstang
Zijmantel openen zoals in Hoofdstuk
"Veegwals vervangen" beschreven
wordt.
6 Vleugelmoeren van de zijdelingse
fenderbevestiging losmaken.
3 Moeren (SW 13) van de voorste fen-
derbevestiging losmaken.
Zijdelingse afdichtstrook zover naar be-
neden drukken (slobgat) totdat deze op
een afstand van 1 - 3 mm van de bo-
dem is.
12
-
NL
Fenderbevestigingen vastschroeven.
Het proces op de andere kant van het
apparaat herhalen.
Stoffilter manueel reinigen
Handmatige filterreiniging inschakelen.
Stoffilter controleren / vervangen
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar!
Bij werkzaamheden aan de filterinstal-
latie stofmasker dragen. Veiligheids-
voorschriften over de omgang met fijne
stoffen in acht nemen.
Stoffilter met de toets Filterreiniging rei-
nigen.
Veeggoedcontainer legen.
1 Vergrendeling apparaatkap
2 Apparaatkap
3 Filterafdekking
Vergrendeling openen, daartoe ster-
greepschroef eruit draaien.
Apparaatkap naar voren klappen.
2
1
1 Sluiting, filterafdekking (2x)
2 Filterafdekking
Sluiting openen.
Filterafdekking openen.
79