Productfunctie; Hoofdfiltratie; Controlefilter - Nederman FlexFilter EX Manual De Instrucciones

op het serviceplatform kan worden verwijderd om een
ladder (zie Afbeelding 4/D) te bevestigen, of een brug
(zie Afbeelding 4/G) die verbonden is met een ander
serviceplatform.
Deflector
De FlexFilter EX met drukontlastingspaneel kan wor-
den uitgerust met een deflector (zie
E). De deflector verandert de risicogebied. Zie
stuk 9 Explosiebeveiliging
Bulk bags
De FlexFilter EX is uitgerust met geleidende bulk bags
(zie Afbeelding 4/F) voor het verzamelen van het ma-
teriaal (inbegrepen). Andere opvangmethodes kun-
nen worden gebruikt als vastgesteld is dat ze veilig
zijn in de risicoanalyse van het systeem.
Gebruik alleen geleidende vaten van Nederman
bij het verzamelen van brandbaar materiaal.
Schakelaar voor verandering van bulk bag
Deze accessoire werkt met het besturingssysteem om
de doeltreffendheid te verhogen bij het veranderen
van bulk bags. Het zorgt er ook voor dat er geen on-
nodige alarmen worden geactiveerd wanneer de zak
vervangingen wordt op hetzelfde ogenblik als het re-
gelsysteem probeert het TVFD te bedienen.
Filteralarm
Signalering van drukschakelaar als de druk over de
hoofdfilter een ingestelde waarde overschrijdt.
Brandalarm
Detecteert een brand in de filter en signaleert het re-
gelsysteem.
Reverse Flow (RF - tegenstroom)-kit
De Reverse Flow-kit heeft kleppen en gebruikt de ca-
paciteit van de vacuüm eenheid om een filtermodu-
le te reingigen, terwijl de andere normaal blijft wer-
ken. RF is geschikt voor "moeilijk te reinigen stof", of
als het vacuüm niveau onvoldoende is om een krachti-
ge luchtstroom te genereren tijdens het normale rei-
nigingsproces van de filter.

8 Productfunctie

8.1 Hoofdfiltratie

Het filtratieproces is beschreven in de volgende stap
1-5 (zie Afbeelding 6).
1 De inlaatmodule scheidt de grove deeltjes.
2 De grove deeltjes gaan door de kegel.
3 De grove deeltjes vallen naar beneden in het out-
putapparaat (TVFD).
4 Fijne stofdeeltjes volgende de opwaartse lucht-
stroom door de filtereenheid. De deeltjes worden
gescheiden op de buitenzijde van de filterzakken.
Een lange spiraalveer in elk filterzak verhindert af-
FlexFilter EX
Afbeelding 4/
Hoofd-
voor meer informatie.
vlakking aangezien er lucht van buiten naar bin-
nen door de zak gaat.
5 De gefilterde lucht verlaat de collector.
6 De gefilterde lucht gaat verder door de controlefil-
ter.
Het drukverlies neemt toe naarmate er meer fijn stof
neerslaat op de filterzakken. Tijdens het reinigen van
de filter wordt een deel van het stof losgemaakt en
valt het naar beneden in de opvangmodule. Het is niet
wenselijk om al het stof los te maken. Een bepaalde
hoeveelheid fijne deeltjes op de filterzakken verbe-
tert de scheiding van de deeltjes in vergelijking met
propere zakken.
Verschillende soorten stof hebben zeer verschillen-
de eigenschappen. Sommige soorten stof kunnen ge-
makkelijk gereinigd worden van de filterzakken, ter-
wijl andere een krachtigere reiniging vereisen.
FlexFilter EX met standaard filterreiniging maakt ge-
bruik van zijn eigen vacuüm om een korte luchtstroom
naar achteren te genereren door de filterzakken. Een
cilinder met perslucht in de bovenste module opent
een schijfklep zodat buitenlucht in de collector kan
gaan om het vacuüm dat opgeslagen is binnenin de
collector te neutraliseren. Hoe hoger het vacuüm en
hoe groter het aangesloten leidingsysteem, hoe meer
lucht naar achteren zal stromen door de filterzakken
en hoe doeltreffender de reiniging zal zijn.

8.2 Controlefilter

De FlexFilter EX is uitgerust met een controlefilter. De
controlefilter filtert de lucht na de hoofdfilter om er-
voor te zorgen dat er geen materiaal naar de afzuig-
bron blijft gaan in geval van een breuk in de hoofdfil-
ter. De controlefilter werkt als een veiligheidsvoorzie-
ning en verhoogt de doeltreffendheid van de filtratie
niet.
De drukval over de controlefilter wordt gecontroleerd,
en er wordt een signaal verstuurd naar de contro-
le-eenheid als de ingestelde waarde overschreden
wordt. Het drukverschil wordt vooraf ingesteld op 4
kPa / 40 mbar / 0,58 PSI. De drukschakelaar bevindt
zich in de schakelkast (zie
De verschillende onderdelen van de controlefilter (zie
Afbeelding 7) zijn:
1 Inlaat
2 Uitlaat
3 Behuizing
4 Vacuüm meetpunt (+)
5 Vacuüm meetpunt (-)
6 Aardingskabel
7 Dekselhouders (x4)
8 Framebeugel
9 Filterpatroon
Afbeelding 19/2).
215
NL