Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Veiligheidsinstructies
Instructie voor het uitladen/uitpakken
GEVAAR
Gevaar voor letsel, gevaar voor beschadiging!
Het voertuig is niet voor het verladen met kraan toegestaan.
Gebruik geen vorkheftruck voor het afladen/beladen van het
voertuig.
Het verpakkingsmateriaal (plastiekzakjes, polystyrol, enz.) is een
potentiële bron van gevaar en mag niet in de handen van kinde-
ren terechtkomen.
Apparaat voorzichtig uitpakken en hiervoor geen gereedschap
gebruiken dat het apparaat kan beschadigen. Na het uitpakken
controleren of het apparaat volledig is en werkt. Indien dat niet
het geval is, de klantenservice contacteren.
Algemene veiligheidsinstructies
● Het voertuig met de werkvoorzieningen moet voor gebruik
worden gecontroleerd op reglementaire toestand en bedrijfs-
veiligheid. Als het voertuig zich niet in een perfecte toestand
bevindt, mag het niet worden gebruikt.
● Bij het gebruik van het voertuig in gevarenzones (bijv. tanksta-
tions) moeten de betreffende veiligheidsvoorschriften in acht
worden genomen. Het apparaat mag niet in explosieve berei-
ken worden gebruikt.
● Zet ter beveiliging tegen onbedoelde inbedrijfstelling de sleu-
telschakelaar op "0" en verwijder de sleutel.
● De sleutel van het voertuig mag alleen beschikbaar zijn voor
geïnstrueerd bedienings-, reinigings- of onderhoudsperso-
neel.
Werkkleding
● Draag bij het uitvoeren van werkzaamheden aan het voertuig
altijd geschikte handschoenen.
● Let op nauw aansluitende kledij van het bedieningspersoneel,
draag veiligheidsschoenen.
● Draag geschikte hoofdbedekking zodat staarten of lange ha-
ren niet kunnen worden gegrepen door draaiende onderdelen.
● Draag tijdens het werk geen juwelen, ringen e.d.
● Neem bij het werken met reinigingsmiddelen de instructies
van de fabrikant van het reinigingsmiddel op de verpakking en
het veiligheidsinformatieblad in acht en draag geschikte be-
schermende kleding.
Veiligheidsinstructies m.b.t. de bediening
● Beschermings- en veiligheidsvoorzieningen mogen niet wor-
den gewijzigd of buiten werking worden gesteld!
● De bediener moet het voertuig op reglementaire wijze gebrui-
ken. Hij moet daarbij rekening houden met de plaatselijke om-
standigheden en bij het uitvoeren van werkzaamheden met
het voertuig letten op andere personen, in het bijzonder kinde-
ren.
● Vóór de aanvang van de werkzaamheden moet de bediener
zich ervan vergewissen dat alle veiligheidsinrichtingen correct
zijn aangebracht en functioneren.
● De bediener van het voertuig is verantwoordelijk voor ongeval-
len met andere personen of hun eigendom.
● De bediener moet nauw aansluitende kleding dragen. Stevig
schoeisel dragen en losse kleding vermijden.
● Voor het starten de onmiddellijke omgeving controleren (bijv.
kinderen). Letten op voldoende zichtbaarheid!
● Laat het apparaat nooit zonder toezicht staan terwijl het inge-
schakeld is. De bediener mag het voertuig pas achterlaten als
de sleutel (Intelligent Key) verwijderd is en het voertuig tegen
onbedoelde bewegingen beveiligd is.
● De sleutel verwijderen om ongeoorloofd gebruik van het voer-
tuig te voorkomen.
● Het voertuig mag enkel worden gebruikt door personen die in
de hantering ervan zijn geïnstrueerd, hun capaciteiten voor
het bedienen hebben bewezen en uitdrukkelijk met het ge-
bruik zijn belast.
● Het voertuig mag niet worden gebruikt door personen (met in-
begrip van kinderen) met een lichamelijke, sensorische of ver-
standelijke beperking of een gebrek aan ervaring en/of kennis.
● Kinderen moeten onder toezicht staan om te garanderen dat
ze niet met het voertuig spelen.
Veiligheidsinstructie voor het rijden
GEVAAR
Kantelgevaar!
In de rijrichting alleen opgaande of neergaande hellingen tot 12%
nemen.
In bochten langzaam rijden.
Kantelgevaar bij onstabiele ondergrond.
Kantelgevaar bij steile zijwaartse hellingen.
Slipgevaar op natte bodems.
GEVAAR
Verwondingsgevaar voor personen die in de buurt staan!
Zorg er altijd voor dat het zwaailicht aan staat wanneer een zijbe-
zem of de zijdelingse schrobmodule ingeschakeld is.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Gebruik het voertuig niet zonder de beschermkap (FOPS) bij
werkzaamheden op plaatsen waar de kans bestaat dat de opera-
tor door een vallend voorwerp wordt geraakt.
Basisveiligheidsinstructies voor de rijaandrijving
● De voor motorrijtuigen geldende voorschriften, regels en ver-
ordeningen dienen in principe altijd te worden opgevolgd.
● Het voertuig mag niet worden gebruikt door kinderen of jonge-
ren.
● Voor elk gebruik moet de veiligheidscontrole in het hoofdstuk
"Inbedrijfstelling" worden uitgevoerd.
● Het voertuig mag enkel vanop de bestuurdersstoel in bewe-
ging worden gezet.
● Niet reinigen zonder geplaatste borstels, afdichtlippen of zuig-
lippen.
● Bij storingen in het remsysteem, het voertuig uitschakelen en
contact opnemen met de klantenservice.
Veiligheidsinstructies voor het transport van het
● Bij vervoer het gewicht van het voertuig in acht nemen.
● Voor vervoer van het voertuig de accu afkoppelen en het ap-
paraat stevig bevestigen
Zie hiervoor het hoofdstuk "Vervoer".
Veiligheidsinstructies m.b.t. het onderhoud
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Breng de veiligheidssteunen aan voordat u werkzaamheden uit-
voert op of rond het opgeheven vuilreservoir.
Koppel het voertuig volledig los van de batterij tijdens alle onder-
houds- en servicewerkzaamheden en bij het vervangen van on-
derdelen of het ombouwen naar een andere functie.
De veiligheidscontrole volgens de lokaal geldende voorschriften
voor mobiele, industrieel gebruikte voertuigen in acht nemen.
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door goedge-
keurde klantenservicewerkplaatsen of door vaklui op dit gebied
die met de betreffende veiligheidsvoorschriften vertrouwd zijn.
De reiniging van het apparaat mag niet met een waterslang of ho-
gedrukstraal gebeuren (gevaar van kortsluiting of andere scha-
de).
Nederlands
voertuig
97
Publicidad
