Handleiding voor gebruik en onderhoud
De pomp heeft een terugslagklep in de opvoeropening. Het is echter
raadzaam om, vooral bij toepassingen waarbij de machine rechtstreeks in een
distributienetwerk onder druk voedt, nog een terugslagklep op de persleiding te
installeren, niet meer dan 10 meter van het minimumniveau van de put (als u dit
niet weet, gebruik dan de leveringspoort als minimumniveau).
De aansluitleidingen moeten geschikt zijn voor de druk, de temperatuur en de
aard van de gepompte vloeistof. Tussen de verbindingen van de leidingen en de
pomp moeten geschikte afdichtingspakkingen aangebracht worden. De koppels
en de krachten die op de flensverbindingen uitgeoefend worden, mogen niet de
waarden overschrijden die aangeduid worden in afb. A9.
De verbindingsbuizen moeten ook zo gedimensioneerd zijn dat ze het gewicht
van de vloeistof in de buis kunnen dragen als deze helemaal vol is, samen met
het gewicht van de machine, inclusief de voedingskabels, die vrij aan het uiteinde
hangen.
6 MECHANISCHE INSTALLATIE
Haal de machine uit de verpakking en controleer de intacte staat ervan. Controleer
bovendien of de gegevens van het plaatje overeenkomen met de gewenste
gegevens. Neem voor iedere afwijking onmiddellijk contact op met de fabrikant
en meld hem de aard van de fouten.
Raadpleeg de technische catalogus voor de maximale diameter van de pomp en
de pomp met motor. Controleer of de put geen beperkingen of obstakels vertoont
om de elektropomp te laten dalen.
6.1 Verplaatsing van de machine
Gebruik voor het optillen van de machine alleen geschikte, in goede staat
verkerende werktuigen die voorzien zijn van de juiste markeringen. Overschrijd
niet het draagvermogen van het werktuig dat het minst bestand is van alle
gebruikte werktuigen (oogbout, veiligheidspal, haak, musketonhaak, ketting,
koord, takel of anders). Gebruik alleen haken met veiligheidspal. Gebruik in
richting instelbare oogbouten of controleer het maximum draagvermogen ervan
voor niet-axiale ladingen.
Controleer het gewicht van het hele systeem (pomp, motor, volledig
leidingwerk, enz.) voordat u begint met hijsen.
Tijdens het optillen zal de machine de neiging vertonen rondom zijn
hefpunt te draaien tot de positie van evenwicht gevonden wordt. Voer de
verplaatsing voorzichtig uit. Besteed aandacht aan de inertie van het
object (oscillaties in de bewegingsrichting, moeilijke snelheidsafname en
stilstand)
Besteed aandacht aan de hangende ladingen. Blijf er niet onder staan. Besteed
aandacht aan mensen, dieren en voorwerpen die in de werkzone aanwezig
zijn. Gebruik de geschikte instrumenten voor het signaleren en afbakenen van
de werkzone als dat nodig is. Voer geen manoeuvres of verplaatsingen boven
mensen uit.
Buig het apparaat niet als het niet meer verpakt is: hierdoor kan de pomp zelf uit
balans raken en beschadigd raken.
De niet-geplakte plaat die bij de machine wordt geleverd, moet in de buurt van
de elektrische regelapparatuur worden bevestigd. De machine mag niet worden
blootgesteld aan onnodige schokken en botsingen.
Til de pomp op en vervoer hem door hem vast te pakken zoals aangegeven in Fig.
7, met behulp van "choke" riemen.
In geen geval mag de machine worden verplaatst of opgetild aan de voedingskabel
van de motor. Zorg er tijdens alle fasen van het transport voor dat de kabels niet
beschadigd raken.
6.2 Installatie van de motor
Controleer of de koppelingsvlakken en de centrering van de motoras en de
pompkoppeling niet beschadigd zijn. Als er vuil aanwezig is, reinig dit dan
grondig en smeer indien nodig met vet.
Plaats de pomp op de motor zodat ze op dezelfde as staan en steek de motoras in
de koppeling van de pompas zonder de koppeling te forceren. Draai de schroeven
of moeren waarmee de flenzen van de pomp-motor vastzitten diagonaal aan met
een koppel zoals aangegeven in de onderstaande tabel.
De bouten moeten worden vastgezet zodat ze niet los kunnen raken.
Zorg er bij alle installatiestappen voor dat u de kabels niet beschadigt.
Controleer of de contactoppervlakken tussen de pomp en de motor goed op
elkaar zijn afgestemd.
Controleer de juiste koppeling tussen de motoras en de pompkoppeling en
controleer of de koppeling niet op de drukring rust, maar dat er een speling van
ongeveer 2,5 mm is.
Controleer of de as vrij en gelijkmatig draait.
Zodra de koppeling tussen pomp en motor is voltooid, plaatst u de
zuigfilters en kabelafdekkingen terug.
Het vermogen dat op het gegevensplaatje en in de tabellen staat heeft betrekking
op het gebruik met schoon water. Raadpleeg de fabrikant voor dikkere of meer
viskeuze vloeistoffen.
6.3 Kabels
Inspecteer de volledige lengte van de voedingskabels om er zeker van te zijn dat
ze op geen enkel punt beschadigd zijn en controleer de isolatiewaarde van de
wikkeling. Raadpleeg de handleiding van de motor voor meer informatie.
De uiteinden van de voedingskabels moeten worden beschermd tegen vuil en
vocht.
Om de kabel op de draagkabel of de persleiding vast te zetten, moeten
kabelbinders worden gebruikt en om de 3 meter worden aangebracht. Gebruik
plastic banden zoals getoond in Fig. 9. Zodra de kabel is vastgemaakt, knipt u het
uitstekende deel van de kabelbinder af.
Als de pijp van kunststof is, moeten de elektriciteitskabel en de draagkabel
ongespannen blijven om te voorkomen dat de uitrekking van de pijp door het
gewicht van het water de elektriciteitskabel doet scheuren.
Bij buizen met flenzen moeten de klemmen voor en na de flenzen worden
aangebracht.
6.4 Positionering
De machine is geschikt voor zowel verticale als horizontale installatie, nooit met
een neerwaartse kanteling (Fig. 10).
N.B.: De aanzuigsteun moet tijdens het gebruik altijd onder water staan.
Onder speciale omstandigheden kan het nodig zijn om de pomp dieper onder
te dompelen, afhankelijk van het werkpunt, de temperaturen en de NPSH van
de pomp.
Als de machine niet in verticale positie wordt gebruikt, moeten zowel het
pompgedeelte als de motor worden ondersteund. Merk op dat het zwaartepunt
varieert afhankelijk van het type auto.
De machine plaatsen
Het is aanbevolen om te controleren of de put niet verstopt is over zijn gehele
lengte. Laat de elektropomp dalen in de put en vermijd de elektriciteitskabel te
beschadigen.
N.B.: Gebruik de elektrische kabel niet om het apparaat te laten zakken.
Installatiediepte
Het dynamische niveau in de put moet de dekking van de aanzuigsteun van de
pomp garanderen, zoals geïllustreerd in paragraaf 3.3 en Fig. 5.
Lb: Statisch waterniveau
Lc: Dynamisch waterniveau
Ld: Verschil tussen statisch en dynamisch niveau
Lt: Installatiediepte
H min: Minimale hoogte
Zet de perspijp vast met speciale beugels bij de boorputkop. Maak het steuntouw
los en bevestig het aan de fundering.
7 INDIENSTSTELLING
Alleen getraind personeel dat bekend is met de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften en de inhoud van deze installatie-, bedienings-
en onderhoudshandleiding mag het systeem bedienen.
Er kunnen vloeistofspetters veroorzaakt worden die gevaarlijk zijn voor
mensen of voorwerpen.
Stel de pomp nooit in werking zonder de correct geïnstalleerde
afschermingen.
NEDERLANDS
41