Handleiding voor gebruik en onderhoud
PROBLEEMOPLOSSEN
A) CAPACITEIT NIETS
B) ONVOLDOENDE STROOM
C) ONVOLDOENDE DRUK
D) VAAKKE STARTS EN STOPS
E) OVERMATIGE STROOM DIE WORDT GEABSORBEERD DOOR DE MOTOR EN/OF DE MOTORVEILIGHEIDSREIS
FOUTEN
A, E
Motor gestopt en/of geblokkeerd
A
Verbindingsverbinding beschadigd
A, B
Afvoerklep gesloten of niet correct geopend
A, B, E
Pomp geblokkeerd door verstopping of zand
A, B
Onvoldoende inbouwdiepte, pomp niet ondergedompeld in de vloeistof
A, B, D
Overmatige verlaging van het niveau in de put
A, B
A, B
B, C, E
B, C
B, C
Versleten en/of beschadigde pomponderdelen
B, D
Extra grote machine voor de put
E
MOGELIJKE OORZAKEN
Verstopt zuigfilter van de pomp
Verstopte afvoerleiding
Verkeerde draairichting
Lekkage van de leveringsleiding
Mechanische wrijving
MOGELIJKE OPLOSSINGEN
Controleer aansluitingen en vermogensparameters
Kalibratie- en motorbeveiligingsparameters controleren (indien nodig
vervangen)
Controleer op schade aan kabels
Demonteer en revisie de pomp
Open het of vervang het als het defect is
Demonteer en reinig de pomp
Controleer het niveau in de put en laat de machine zakken
Wacht tot het niveau is hersteld en/of laat de machine zakken
Demonteer en reinig de pomp
Leidingen controleren en reinigen
Twee voedingsfasen omkeren (paragraaf 7.2)
Controleer en repareer de leidingen
Demonteer en revisie de pomp
Vervang de machine door een geschikter exemplaar
Demonteer en revisie de pomp
NEDERLANDS
43