Hella Gutmann
10.6.2.4. Parameterbeheer
OPMERKING
Parameterbeheer kan uitsluitend worden uitgevoerd wanneer Parameters manueel beheren op >Aan<
staat.
Met het Parameterbeheer kunnen opgeslagen parameterregistraties uit de Car History worden verwijderd. Dit is van
belang wanneer geheugenruimte moet worden vrijgemaakt voor nieuwe parameterregistraties.
Ga voor het verwijderen van parameterregistraties als volgt te werk:
1. Selecteer in het hoofdmenu Instellingen > Divers.
2. Selecteer het tabblad >Car History<.
3. Haal met
Parameterbeheer op.
ð Keuze- en informatievenster verschijnt.
ð Met
kunnen alle parameterregistraties worden gedeactiveerd.
ð Met
kunnen alle parameterregistraties worden geactiveerd.
4. Activeer/deactiveer de gewenste parameterregistraties.
5. Met
kunnen alle parameterregistraties worden geselecteerd.
ð Parameterregistraties worden gewist.
10.6.2.5. Foutprotocollen weergeven
Wanneer bij het zenden van de Car-History-gegevens een fout optreedt dan wordt er in het geheugen van de software me-
ga°macs°PC°SE een foutprotocol aangemaakt.
Ga als volgt te werk om foutprotocollen op te halen:
1. Selecteer in het hoofdmenu Instellingen > Divers.
2. Selecteer het tabblad >Car History<.
3. Haal Foutprotocollen op met
4. Selecteer het gewenste foutprotocol.
ð Foutprotocol wordt weergegeven.
ð Hier worden de fouten weergegeven die zijn opgetreden bij het zenden van de Car-History-gegevens.
10.6.3. Resolutie configureren
Hier kan de resolutie worden geconfigureerd waarmee de software mega°macs°PC°SE op de computer wordt weerge-
geven.
Ga als volgt te werk voor het configureren van de resolutie:
mega macs PC SE
.
mega°macs°PC°SE configureren | 10.
611