11.2.7 Veiligheidstechnische gegevens van de in- en uitgangen
Analoog / HART-communicatie
Uitgangsstroomkring
ATEX en GOST uitvoering: intrinsiek veilige EEx ib IIC / IIB
FM / CSA-uitvoering:
IS volgens de Control Drawings
V14224-6 ... 1212 ... IS, V14224-6 ... 2212 ... IS,
V14224-7 ... 1112 ... IS, V14224-7 ... 2112 ... IS
Stroomuitgang
U
actief
I
o
Klem 31 + 32
[mA]
78,3
Karakteristiek: lineair
C
Alleen voor het aansluiten van passieve intrinsiek veilige
stroomkringen.
Klem 32 is met de aardleiding (PA) verbonden.
Alleen toegelaten scheiders / barrières gebruiken.
Digitale uitgang
U
passief
I
i
D
1: Klem 33 + 34
P
out
D
: Klem 35 + 36
out2
Digitale ingang
U
passief
I
i
D
1: Klem 37 + 38
P
in
D
2: Klem 39 + 40
in
Wechsel ein-auf zweispaltig
Bijzondere voorwaarden:
De uitgangsstroomkringen zijn zo uitgevoerd, dat zij zowel op
intrinsiek veilige, als op niet-intrinsiek veilige stroomkringen kunnen
worden aangesloten. Een combinatie van intrinsiek veilige en niet-
intrinsiek veilige stroomkringen is niet toegestaan.
De meetspanning van de niet-intrinsiek veilige stroomkringen is:
-
bij ATEX en GOST versies U m = 60 V
-
bij FM en CSA versies U m = 90 V (XP, NI, DIP).
•
Er moet op gelet worden dat het klemmendeksel over de
voedingsaansluiting volgens de voorschriften gesloten is. Bij
intrinsiek veilige uitgangsstroomkringen kan het
aansluitcompartiment geopend worden.
•
Bij ATEX en GOST Rusland uitvoeringen wordt aanbevolen de
bijgeleverde kabelwartels voor de uitgangsstroomkringen te
gebruiken die aan de beschermingsgraad voldoen: intrinsiek
veilig = blauw; niet-intrinsiek veilig = zwart.
Wechsel ein-auf zweispaltig
PROFIBUS DPV1-communicatie
Uitgangsstroomkring
PROFIBUS DP
RS 485_IS-Interface
Aansluitklemmen X2, X3
Klemmen A/B
CI/FMT500-IG-X1
= 17,2 V
U
= 30 V
o
i
P
o
[mW]
337
= 353 nF, L
= 4 mH
o
o
= 15 V
i
= 30 mA
= 115 mW
i
= 30 V
i
= 250 mA
= 1,1 W
i
ATEX en GOST uitvoering: intrinsiek veilige EEx ib IIC / IIB
FM/CSA-uitvoering:
IS volgens de Control Drawings
V14224-6 ... 1222 ..., V14224-6 ... 2222 ...,
V14224-7 ... 1122 ..., V14224-7 ... 2122 ...
U
= ± 3,72 V
o
I
o
[mA]
± 155
Min. kabeldiameter
Max. ingangsspanning U
Max. ingangsstroom I
Galvanische scheiding van de RS 485_IS PROFIBUS Fieldbus signalen A en B
Kabelafscherming is met de aardleiding verbonden
Scheiding van de intrinsiek veilige en de niet-intrinsiek veilige PROFIBUS verbinding alleen met
toegelaten RS 485_IS interface / barrière
Sensyflow FMT500-IG
I
= 100 mA
i
EEx ib IIC
C
[nF]
L
[mH]
i
i
2,0
0,25
C
= 2,0 nF
i
L
= 0,250 mH
i
C
= 2,0 nF
i
L
= 0,250 mH
i
•
De meetopnemer en de behuizing van de meetomvormer moeten
op de potentiaalcompensatie worden aangesloten. Bij intrinsiek
veilige stroomuitgangen moet de potentiaalcompensatie langs de
stroomkringen worden aangebracht.
•
De corrosiebestendigheid van de meetbuismaterialen t.o.v. het
meetmedium moet in acht worden genomen. Dit valt algemeen
onder de verantwoordelijkheid van de exploitant.
Opmerking:
De hier aangegeven waarden zijn afgeleid uit de certificaten.
Doorslaggevend zijn de technische gegevens en aanvullingen van de
betreffende actuele goedkeuring (ATEX, FM, CSA, GOST Rusland).
P
o
[mW]
± 144,2
0,2 mm
± 4,20 V
:
i
± 2,66 A
:
i
Ex-relevante technische gegevens
ATEX en GOST uitvoering: niet-intrinsiek veilig
U
= 60 V
max.
FM / CSA-uitvoering:
XP, NI, DIP volgens de Control Drawings
V14224-6 ... 1212 ..., V14224-6 ... 2212 ...,
V14224-7 ... 1112 ..., V14224-7 ... 2112 ...
U
= 90 V
max.
U
= 30 V
B
I
= 30 mA
B
U
= 30 V
B
I
= 100 mA
B
U
= 30 V
B
I
= 100 mA
B
EEx ib IIC/IIB
C'[nF/km]
≤ 250
C
: 0 nF
i
L
: 0 mH
i
L'/R'[mH/Ω]
≤ 28,5
NL - 51