In- / Uitbouw Van De Pijpleidingcomponenten - ABB Sensyflow FMT500-IG Instrucciónes De Puesta En Marcha

• De toegepaste materialen moeten door de gebruiker worden gecontroleerd op gepastheid
voor de betreffende toepassing.
• De op het typeplaatje, resp. in de gebruiksaanwijzing aangegeven maximale
omstandigheden voor toepassing voor druk en temperatuur mogen niet overschreden
worden.
• Bij de in- en uitbouwwerkzaamheden van buiscomponenten of meetwaardeopnemers moet u
zorgen voor een drukloze pijpleiding.
-
• Voor montagewerkzaamheden aan pijpleidingen met agressieve, giftige, irriterende of in een
ander opzicht voor de gezondheid schadelijke meetmedia, moeten deze voldoende worden
gespoeld en moeten de geldende ongevallenpreventievoorschriften worden opgevolgd.
• Beschadigde componenten mogen niet opnieuw gebruikt worden. Zij moeten aan het
verkeer onttrokken worden en ter reparatie aan de fabrikant worden opgestuurd.
• Als gedemonteerde componenten in aanraking geweest zijn met agressieve, giftige,
irriterende stoffen, of stoffen die op een andere wijze schadelijk voor de gezondheid zijn, dan
moeten zij voor verzending worden gereinigd, en op geschikte wijze worden verpakt en
gemarkeerd.
• Bij het optreden van lekken op de meetlocatie moet deze buiten bedrijf gezet worden.
• Defecte pakkingen of o-ringen mogen niet meer worden gebruikt en moeten beslist worden
vervangen.
• Het naderhand aanbrengen van mechanische merktekens of de bewerking van
pijpleidingcomponenten en meetwaardeopnemers kan tot beschadigingen aanleiding geven
en is verboden.
-
1.2.2

In- / uitbouw van de pijpleidingcomponenten

• Bij de montage moet worden vastgesteld dat de stroomrichting overeenstemt met de
aangebrachte markering.
• Bij het vastlassen van de lasadapter moeten de betreffende lasvoorschriften worden
aangehouden. Het toevoeren van hitte moet tot het absolute minimum beperkt worden om
vervorming van het passingsvlak van de montageflens te vermijden.
• Bij flansverbindingen moeten foutloze en tegen meetmedia resistente pakkingen gemonteerd
worden.
• Voor inbouw van pijpleidingcomponent of meetwaardeopnemer moeten alle componenten
en pakkingen op beschadigingen worden gecontroleerd.
• Pijpleidingcomponenten mogen niet onder spanning ingebouwd worden, zodat de pijpleiding
geen ontoelaatbare krachten op het apparaat kan uitoefenen.
• Bij het monteren van de flensverbindingen moeten bouten van de vereiste sterkte en
afmetingen worden toegepast.
• De bouten moeten gelijkmatig en met het vereiste koppel worden vastgedraaid.
• Na inbouw van de pijpleidingcomponenten moet de insteekbuis via een blindflens met
pakking of door het sluiten van een blokkeersysteem (indien aanwezig) worden afgesloten.
CI/FMT500-IG-X1
Uitzondering: Toepassing van een omwisselsysteem.
Uitzondering: het verlengen en aanlassen aan de pijpleiding bij lasadapters.
Sensyflow FMT500-IG
Veiligheid
NL - 5