14. Plaats de IPG in de subcutane holte met de geëtste markering "Deze zijde naar boven" naar
boven gericht en parallel aan het oppervlak van de huid.
Opmerking: Maak de holte niet dieper dan 2 cm voor oplaadbare IPG's en niet dieper dan
2,5 cm voor Vercise Genus niet-oplaadbare IPG's. De communicatie, inclusief het
programmeren van het apparaat, kan inefficiënt worden bij grotere dieptes dan
2,5 cm. Voor oplaadbare IPG's kan het opladen inefficiënt worden bij dieptes van
minder dan 0,5 cm of meer dan 2 cm.
Waarschuwing: Onjuiste plaatsing van de IPG in de holte kan een nieuwe operatie
a. Wikkel de overtollige lengte van de leadverlengkabel onder of rondom de IPG.
Waarschuwing: Voorkom dat de overtollige lengte van de leadverlengkabel op het
b. Optioneel: Zet de IPG vast aan de fascie door deze vast te hechten via de openingen in
de IPG-kop.
15. Sluit de incisies.
Let op: Pas op dat u de DBS-lead, IPG of andere geïmplanteerde onderdelen niet
beschadigt bij het sluiten van de incisies.
Opmerking: Wanneer u de incisie boven de connector van de leadverlengkabel sluit, richt dan
de connector van de leadverlengkabel zo dat deze zo min mogelijk zichtbaar is
onder de huid.
vereisen.
gedeelte van de IPG aan de oppervlakte geplaatst wordt, aangezien
dit kan leiden tot weefselerosie, inefficiënte communicatie of
moeilijkheden bij het opladen.
Het DBS-systeem implanteren
Handleiding chirurgisch implantaat
92495783-02
Pagina 219 van 1157