3.
Pas de beeldinstellingen van het Ambu-weergaveapparaat zo nodig aan (zie de
gebruiksaanwijzing van het Ambu-weergaveapparaat).
4.
Als het object niet goed zichtbaar is, veegt u het distale uiteinde van de aScope 4 Cysto af
met een steriele doek.
Voorbereiding van de aScope 4 Cysto
1.
Beweeg de hendel voorzichtig vooruit en achteruit om het buigstuk zo ver mogelijk te laten
buigen. Schuif de hendel vervolgens langzaam terug naar de neutrale stand. Controleer of
het buigstuk soepel en correct werkt en terugkeert naar een neutrale stand 5a .
2.
Test de vloeistofinstillatie door een infuusset of spuit met steriel water of een
zoutoplossing met Luer-aansluiting rechtstreeks op de werkkanaalingang of via een
afsluitkraan aan te sluiten. Zorg dat er geen lekkage is en dat er water uit het distale
uiteinde komt 5b .
4.2. Bediening van de aScope 4 Cysto
Als er tijdens de cystoscopische ingreep een storing optreedt, moet u de ingreep onmiddellijk
staken, het distale uiteinde van de aScope 4 Cysto in de neutrale stand plaatsen (niet schuin)
en de cystoscoop langzaam terugtrekken.
De aScope 4 Cysto vasthouden en het distale uiteinde bewegen
Het handvat van de aScope 4 Cysto kan zowel links- als rechtshandig worden vastgehouden.
De hand waarmee u de cystoscoop niet vasthoudt, kan worden gebruikt om het inbrengsnoer
in de lage urineweg van de patiënt in te brengen.
Gebruik de duim om de buighendel te verplaatsen. De buighendel wordt gebruikt om het
distale uiteinde van de cystoscoop in het verticale vlak te buigen en uit te schuiven.
•
Afhankelijk van de buighendel wordt het model standaard (hendel omhoog = tip
omhoog) of omgekeerd (hendel omhoog = tip omlaag) genoemd.
Standaardbuiging
Hendel omhoog = Tip omhoog
Hendel omlaag = Tip omlaag
•
Het inbrengsnoer moet altijd zo recht mogelijk worden gehouden zodat de buighoek van
het distale uiteinde optimaal is.
Inbrengen van de aScope 4 Cysto 6
Smeer het inbrengsnoer in met een oplosbaar glijmiddel geschikt voor cystoscopie voordat de
aScope 4 Cysto bij de urinebuis wordt ingebracht. Als het camerabeeld van de aScope 4 Cysto
onduidelijk wordt, kan het distale uiteinde worden gereinigd door het distale uiteinde
voorzichtig tegen de slijmvlieswand te wrijven of door de cystoscoop terug te trekken en het
distale uiteinde te reinigen.
Afzuigen en instilleren van vloeistoffen 7
Het is mogelijk dat tijdens de procedure afzuiging nodig is. Bereid hiertoe een injectiespuit
voor. Bevestig wanneer dat nodig is de spuit op de aScope 4 Cysto en pas afzuigkracht toe in
overeenstemming met het gewenste effect. Bij een grotere hoeveelheid vloeistof ontkoppelt u
de injectiespuit van de cystoscoop, maakt u de spuit leeg en bevestigt u hem opnieuw om de
resterende vloeistoffen af te zuigen.
Omgekeerde buiging
Hendel omhoog = Tip omlaag
Hendel omlaag = Tip omhoog
139