Wilo Flumen OPTI-TR 20-1 Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento página 269

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 1092
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Flumen OPTI-TR 20-1, 28-1, 30-1, 40-1 Wilo-Flumen EXCEL-TRE 20, 30, 40
Storingen, oorzaken en oplossingen
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
Het niet juist handelen bij werkzaamheden aan elektrische installaties kan overlijden
door een elektrische schok tot gevolg hebben! Werkzaamheden aan elektrische in-
stallaties moeten conform lokale voorschriften en door een elektromonteur worden
uitgevoerd.
GEVAAR
Levensgevaar door het gevaarlijke alleen werken!
Werkzaamheden in putten en nauwe ruimten, en werkzaamheden waarbij valgevaar
bestaat, zijn gevaarlijke werkzaamheden. Deze werkzaamheden mogen niet alleen
worden uitgevoerd! Er moet voor de veiligheid een tweede persoon aanwezig zijn.
WAARSCHUWING
Er mogen zich geen personen in het werkgebied van het roerwerk bevin-
den!
Tijdens het bedrijf van het roerwerk kunnen personen (ernstig) letsel oplopen! Daar-
om mogen er geen personen in het werkgebied aanwezig zijn. Als iemand het werk-
gebied van het roerwerk betreedt, dan moet het roerwerk buiten bedrijf worden ge-
steld en worden beveiligd tegen onbevoegd opnieuw inschakelen!
WAARSCHUWING
De propellervleugels hebben scherpe kanten!
Op de propellervleugels kunnen scherpe kanten ontstaan. Er bestaat gevaar voor
amputatie van ledematen. Draag veiligheidshandschoenen om snijwonden te voor-
komen.
Storing: het roerwerk start niet
1. Onderbreking in de netaansluiting of kortsluiting/aardsluiting in de kabel of de mo-
torwikkeling.
⇒ Laat de aansluiting en de motor door een elektromonteur controleren, indien
van toepassing moeten de defecte onderdelen worden vervangen.
2. In werking treden van zekeringen, de motorbeveiligingsschakelaar of de bewa-
kingsinrichtingen.
⇒ Laat de aansluiting en de bewakingsinrichtingen door een elektromonteur
controleren, indien van toepassing moeten de defecte onderdelen worden ge-
wijzigd.
⇒ Laat de motorbeveiligingsschakelaar en de zekeringen door een elektromon-
teur volgens de technische instructies monteren en instellen. De bewakingsin-
richtingen moeten worden gereset.
⇒ Controleer of de propeller soepel draait, reinig indien nodig de propeller en de
mechanische afdichting.
3. De bewaking van de afdichtingsruimte (optioneel) heeft de stroomkring onderbro-
ken (afhankelijk van de aansluiting).
⇒ Zie "Storing: lekkage van de mechanische afdichting, bewaking van de voorka-
mer/afdichtingsruimte meldt een storing en schakelt het roerwerk uit"
Storing: Het roerwerk start, na korte tijd treedt de motorbeveiliging in werking
1. De motorbeveiligingsschakelaar is onjuist ingesteld.
⇒ Laat de instelling van de beveiliging door een elektromonteur controleren en
indien van toepassing corrigeren.
2. Verhoogde stroomopname door een hogere spanningsval.
⇒ Laat de spanningswaarden van de afzonderlijke fasen door een elektromon-
teur controleren. Overleg met de energieleverancier.
nl
269

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido