13.3.6
Onderhoud
13.3.6.1 Verbeteren van de coating van de
behuizing
13.3.6.2 Vervanging aansluitkabel
13.3.6.3 Vervangen van de mechanische
afdichting
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Flumen OPTI-TR 20-1, 28-1, 30-1, 40-1 Wilo-Flumen EXCEL-TRE 20, 30, 40
Bijlage
▪ Overschrijd de max. mediumtemperatuur niet!
▪ Zorg conform DIN EN 50495 voor categorie 2 voor een veiligheidsvoorziening met een
SIL-niveau van 1 en een hardwarefoutentolerantie van 0.
▪ Voer onderhoudswerk uit volgens de voorschriften.
▪ Er mogen uitsluitend onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd die in deze in-
bouw- en bedieningsvoorschriften zijn beschreven.
▪ Een reparatie aan de vonkoverslagbestendige spleten mag alleen volgens de construc-
tieve opgaven van de fabrikant plaatsvinden. Een reparatie volgens de waarden in de
tabellen 1 en 2 van DIN EN 60079-1 is niet toegestaan.
▪ Er mogen alleen de door de fabrikant vastgelegde sluitpluggen worden gebruikt die
minstens een sterkteklasse van 600 N/mm² (38,85 long tons-force/inch²) hebben.
Dikkere laklagen zijn onderhevig aan elektrostatische oplading.GEVAAR! Explosiege-
vaar! In een explosieve atmosfeer kan een ontlading een ontploffing veroorzaken!
Als de coating van de behuizing wordt bijgewerkt, bedraagt de maximale laagdikte
2 mm (0,08 in)!
Het is streng verboden om de aansluitkabel te vervangen!
Het vervangen van de afdichting aan de motorzijde is streng verboden!
nl
275