nl
13.3.4.1 Bewaking motorwikkeling
13.3.4.2 Bewaking afdichtingsruimte (ex-
terne elektrode)
13.3.4.3 Bedrijf met frequentie-omvormer ▪ Omvormertype: Pulsbreedtemodulatie
13.3.5
Inbedrijfname
274
Bijlage
GEVAAR
Explosiegevaar door oververhitting van de motor!
Als de temperatuurbegrenzing verkeerd wordt aangesloten, bestaat explosiegevaar
vanwege oververhitting van de motor! Sluit de temperatuurbegrenzer altijd met een
handmatige herinschakelingsblokkering aan. Dit betekent dat de 'ontgrendelings-
knop' met de hand moet worden ingedrukt!
Afhankelijk van de uitvoering van de thermische motorbewaking moet het bereiken van
de drempelwaarde tot de volgende activeringstoestand leiden:
▪ Temperatuurbegrenzing (1 temperatuurcircuit):
Bij het bereiken van de drempelwaarde moet een uitschakeling met herinschakelings-
blokkering plaatsvinden!
▪ Temperatuurregeling en -begrenzing (2 temperatuurcircuits):
Bij het bereiken van de drempelwaarde voor de lage temperatuur kan een uitschakeling
met automatische herinschakeling plaatsvinden. Bij het bereiken van de drempelwaarde
voor de hoge temperatuur moet een uitschakeling met herinschakelingsblokkering
plaatsvinden!
VOORZICHTIG! Motorschade door oververhitting! Bij een automatische herinschake-
ling moeten de instructies met betrekking tot de schakelfrequentie en de schakel-
pauzes worden opgevolgd!
Aansluiting van de thermische motorbewaking
▪ Sluit de bimetaalsensor aan via een relais. Hiervoor wordt het relais 'CM-MSS' aanbevo-
len. De drempelwaarde is reeds vooringesteld.
Aansluitwaarden: max. 250 V(AC), 2,5 A, cos φ = 1
▪ Sluit de PTC-sensor aan via een relais. Hiervoor wordt het relais 'CM-MSS' aanbevolen.
De drempelwaarde is reeds vooringesteld.
▪ Sluit de externe staafelektrode via een explosie-goedgekeurd relais aan! Hiervoor wordt
het relais "XR-4..." aanbevolen.
De drempelwaarde bedraagt 30 kOhm.
▪ De aansluiting moet via een zelfbeveiligde stroomkring plaatsvinden!
▪ Continu bedrijf: 30 Hz tot aan de nominale frequentie (50 Hz resp. 60 Hz).
▪ Min. schakelfrequentie: 4 kHz
▪ Max. overspanningen op het klembord: 1350 V
▪ Uitgangsstroom aan de frequentie-omvormer: max. 1,5-voudige nominale stroom
▪ Max. overbelastingstijd: 60 s
▪ Draaimomentoepassingen: kwadratische karakteristiek
De noodzakelijke toerental-/draaimomentkarakteristieken zijn op aanvraag te verkrij-
gen!
▪ Neem de aanvullende maatregelen met betrekking tot de elektromagnetische compati-
biliteit (keuze frequentie-omvormer, filters enz.) in acht.
▪ Overschrijd nooit de nominale stroom en het nominale toerental van de motor.
▪ Aansluiting van de temperatuurbewaking van de motor (bimetaal- of PTC-sensor) moet
mogelijk zijn.
▪ Als de temperatuurklasse met T4/T3 is gekenmerkt, geldt de temperatuurklasse T3.
GEVAAR
Explosiegevaar bij gebruik van roerwerken die niet goedgekeurd zijn!
Er bestaat levensgevaar door explosie! Binnen explosieve zones mogen alleen roer-
werken met het overeenkomstig explosiekenmerk op het typeplaatje worden ge-
bruikt.
▪ Het bepalen van wat een explosieve zone inhoudt is de verantwoordelijkheid van de
eindgebruiker.
▪ Binnen een explosieve zone mogen alleen roerwerken met een Ex-goedkeuring worden
gebruikt.
▪ Roerwerken met een Ex-goedkeuring moeten op het typeplaatje zijn gemarkeerd.
WILO SE 2019-01