NEDERLANDS
de gevaarlijke handelingen.
De Fabrikant wijst elke aansprakelijkheid af ingeval van het niet na-
leven van de onderstaande veiligheidsvoorschriften en –maatrege-
len, en voor schade veroorzaakt door een oneigenlijk gebruik van
de trilmachine of voortvloeiend uit wijzigingen aangebracht zonder
de toelating van de Fabrikant.
Let op het gevaarsymbool aanwezig in deze handleiding; dit symbool dui-
dt op een potentieel gevaar.
2.1 ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Bij het gebruik van elektrische uitrustingen, dienen de nodige veili-
gheidsmaatregelen genomen te worden om het gevaar voor brand,
elektrische schokken en letsels te voorkomen. Vooraleer de trilma-
chine in gebruik te nemen, is het bijgevolg raadzaam de volgende vei-
ligheidsvoorschriften aandachtig te lezen en te onthouden. Bewaar
deze handleiding zorgvuldig.
- Bij gebruik van deze elektrische trilmotor dienen alle hieronder gedefi-
nieerde veiligheidsregels strikt te worden opgevolgd:
Europese Unie
- EUROPEAN COMMUNITY DIRECTIVE 94/9/EG
- CENELEC EN 60079-17, 60079-19.
Internationaal
- IEC 60079-14, IEC 60079-17.
Rusland
- GOST R 51330.13-99,GOST R 51330.16-99,GOST R 51330.18-99.
en alle normen en veiligheidswetgeving van het land waar de trilmo-
tor wordt gebruikt.
- De werkzone moet net en ordelijk gehouden worden. Onordelijke ruimten
bevorderen het voorkomen van ongevallen.
- Vooraleer het werk aan te vatten, controleer of de trilmachine en de ma-
chine waarop hij aangebracht werd niet beschadigd zijn. Controleer de
correcte werking en of de geen beschadigde of gebroken elementen zijn.
Eventuele beschadigde of gebroken elementen worden gerepareerd of
vervangen door vakbekwaam en geautoriseerd personeel.
- Reparaties die zelf uitgevoerd werden of uitgevoerd werden door perso-
neel dat niet geautoriseerd is door de Fabrikant, geven aanleiding tot het
vervallen van de garantie en houdt in dat gewerkt wordt met onveilige en
potentieel gevaarlijke instrumenten.
- De trilmachine wordt niet aangeraakt tijdens de werking.
- Elke controle, reiniging, onderhoudsbeurt en vervanging van onderdelen
wordt uitgevoerd met uitgeschakelde machine en zonder dat de stekker in
het stopcontact zit.
- Het is strikt verboden de trilmachine te laten aanraken of gebruiken door
kinderen, niet bevoegde, onervaren personen of personen die niet in op-
timale gezondheid verkeren.
- Controleer of de voedingsinstallatie conform de norm is.
- Zorg er bij de installatie voor dat de voedingskabel heel soepel is en dat
de aardleiding aangesloten is .
- Controleer of de contactdoos geschikt en conform de norm is, voorzien
van een ingebouwde automatiche veiligheidsschakelaar.
- Een eventuele verlengkabel moet beschikken over stekkers/contactdo-
zen en kabel met aardleiding zoals voorzien door de norm.
- De trilmachine wordt nooit uitgeschakeld door de stekker uit het stopcon-
tact te trekken, noch wordt aan de voedingskabel getrokken om de stekker
uit het stopcontact te halen.
- Controleer regelmatig of de kabel niet beschadigd is. Vervang hem zo
nodig. Deze handeling wordt uitsluitend uitgevoerd door vakbekwaam en
geautoriseerd personeel.
- Gebruik alleen geschikte verlengkabels die voorzien zijn van de nodige
markeringen.
- Stel de voedingskabel niet bloot aan hoge temperaturen, smeermiddelen
en scherme hoeken. Zorg ervoor dat de kabel niet gedraaid raakt of dat er
geen knopen in komen.
- Breng de voedingskabel niet in contact met kinderen en onbeoegde per-
sonen wanneer de stekker in het stopcontact zit.
- Indien de inschakeling van een trilmachine op een machine aanleiding
geeft tot het overschrijden van het geluidsniveau bepaald door de nor-
men van kracht in het Land waarin de machine gebruikt wordt, is het
noodzakelijk gepaste beschermingen te dragen, zoals oordoppen om het
gehoor te beschermen.
- Zelfs indien de trilmachines ontworpen zijn om te werken bij een lage
bedrijfstemperatuur, kunnen zij in bijzonder warme omgevingen hoge
temperaturen halen. Wacht bijgevolg tot de trilmachine afgekoeld is
alvorens eraan te werken.
- Gebruik alleen de instrumenten geautoriseerd door de Fabrikant en be-
schreven in de handleidingen of de catalogi van de Fabrikant. Indien deze
richtlijnen niet nageleefd worden, betekent dit dat gewerkt wordt met on-
veilige en potentieel gevaarlijke instrumenten.
NEDERLANDS
- De reparaties dienen uitgevoerd te worden door personeel geau-
toriseerd door de Fabrikant. De Fabrikant stelt zich in ieder geval
volledig ter beschikking voor een ogenblikkelijke en zorgvuldige
technische bijstand en al wat kan bijdragen tot een betere werking
en een optimaal rendement van de trilmachine.
2.2 SPECIALE VOORWAARDEN VOOR EEN VEILIG GEBRUIK
Gebruik kabelindruk ATEX gecertificeerd in overeenstemming met
de juiste serveertemperatuur en met een minimale bescherming-
sgraad IP66.
De bepaling van de maximum temperatuur is gebaseerd op de func-
tie "Zone A" (IEC 60034-1), typisch ±5% van de nominale spanning.
De thermische beveiliging (thermistor PTC of thermisch) wordt
geïnstalleerd vanaf de gr. AF70-70 en hoger. De aansluiting van
deze bescherming is verplicht op plaatsen waar ontploffingsgevaar
kan heersen stof (zones 21-22).
DEEL 3 – Hantering en installatie
De trilmachine kan geleverd worden zonder verpakking of op een pallet ge-
plaatst worden, al naargelang het type en de afmetingen.
Om de groep te hanteren ingeval die op een pallet geplaatst is, wordt ge-
bruik gemaakt van een hefwagen of vorkheftruck. Bij afwezigheid van de
verpakking, wordt uitsluitend gebruik gemaakt van de beugels of hefogen
(Afb. , pag.3).
Indien de trilmachine voor een langere periode opgeslagen wordt (tot maxi-
mum twee jaar), mag de omgevingstemperatuur niet minder bedragen dan
+5°C met een relatieve vochtigheidsgraad van maximum 60%.
Na twee jaar opslag, moeten de trilmachines met rollagers gesmeerd wor-
den volgens de hersmeerhoeveelheden aangegeven in de tabel op pag.97.
Na drie jaar opslag, moeten de trilmachines met kogellagers onderworpen
worden aan een volledige vervanging van de lagers; voor de trilmachines
met rollagers moet het oud vet verwijderd worden en volledig vervangen
worden door nieuw vet.
Tijdens de hantering van de groep moet voorzichtig te werk gegaan
worden om de machine te beschermen tegen stoten of trillingen en
zo de draaiende lagers niet te beschadigen.
3.0 VÓÓR DE INSTALLATIE
Vóór de installatie en indien de trilmachine gedurende een lange periode op-
geslagen is geweest (langer dan twee jaar), wordt een van de zijdeksels ter
bescherming van de massa's weggenomen (Afb.4, pag.4) en gecontroleerd
of de as vrij draait (Afb.5A-5B, pag.4).
De elektrische isolatie van elke fase naar de massa toe en tussen elke
fase onderling is noodzakelijk.
Om een controle te verrichten van de elektrische isolatie, wordt een instru-
ment Doorslagsterkteproef met een proefspanning van 2,2 Kv wisselstroom
gebruikt gedurende een periode van maximaal 5 seconden tussen de fasen
onderling en 0 seconden tussen de fase en de massa (Afb.6, pag.4).
Indien de controle duidt op problemen, moet de trilmachine naar een Servi-
cecentrum van ITALVIBRAS of naar ITALVIBRAS zelf gestuurd worden, om
de doelmatigheid van de machine te herstellen.
3.0.1 Markering
Let goed op alle plaatjes die op de motorvibrator zijn aangebracht.
Het identificatieplaatje is aangebracht op de motorvibrator en levert de vol-
gende informatie (Afb. 0-, pag. 3):
Deel 1
Type - Type motorvibrator;
Serie - Serie trilmachine;
Cent.Force kN - Centrifugaalkracht in kN;
Volt - Voedingsspanning in Volts;
Hz - Voedingsfrequentie in Hertz;
Phase - aantal fases (3);
RPM - Synchronisatiesnelheid in omwentelingen per minuut;
Prot. - Mechanische beveiliging (IP 66);
Duty - Type bedrijf (continu S);
Ins.Cl. - Isolatieklasse (F);
Max.Temp. - Maximaal toegstane omgevingstemperatuur in °C;
Conn. - Bedradingsschema;
Serial n° – Serienummer;
45
FS - Grootte van de motorvibrator;