NEDERLANDS
Deel 2: elektrische gegevens voor het gebruik van de vibrator in de
temp.klasse T3
EX II 2GD - Groep en categorie van afkomst volgens de Richtlijn 94/9/CE;
Exe IIC ... Gb, Ex tb IIIC T...°C: Beschermingswijze en temperatuurklassen
voor omgevingen met mogelijk explosieve gassen (G) en brandbare stoffen
(D) (Temperatuurklasse T3);
Amp. - Nominale stroom (maximum) in ampère (Temperatuurklasse T3);
COS φ - nominale vermogensfactor (Temperatuurklasse T3);
IA/IN - Verhouding tussen de initiële aanloopstroom IA en de nominale
stroom IN (Temp.klasse T3);
kWin. - Opgenomen vermogen in kWatt (Temperatuurklasse T3);
tE: Tijd tE zoals gedefinieerd door de standaard EN/IEC 60079-7 (Temp.
klasse T3);
Deel 3: elektrische gegevens voor het gebruik van de vibrator in de
temp.klasse T4
EX II 2GD - Groep en categorie van afkomst volgens de Richtlijn 94/9/CE;
Exe IIC ... Gb, Ex tb IIIC T...°C: Beschermingswijze en temperatuurklassen
voor omgevingen met mogelijk explosieve gassen (G) en brandbare stoffen
(D) (Temperatuurklasse T4);
Amp. - Nominale stroom (maximum) in ampère (Temperatuurklasse T4);
COS φ - nominale vermogensfactor (Temperatuurklasse T4);
IA/IN - Verhouding tussen de initiële aanloopstroom IA en de nominale
stroom IN (Temp.klasse T4);
kWin. - Opgenomen vermogen in kWatt (Temperatuurklasse T4);
tE: Tijd tE zoals gedefinieerd door de standaard EN/IEC 60079-7 (Temp.
klasse T4);
Deel 4: Certificeringen.
0722 - Identificatienummer van het CESI als genotificeerd orgaan veran-
twoordelijk voor de notificatie volgens de Richtlijn 94/9/EG;
LCIE 06 ATEX 6092X:
IEC Ex LCI 10.0003X: IECEx certificeringnummer;
GOST Certificaat.
Op het deksel van het klemmenbord bevindt zich een stickers met de vol-
gende aanwijzing:
LET OP - NIET OPENEN MET VIBRATOR ONDER STROOM. LET OP:
Temperatuur van de kabel (bij de kabelklem): T4: 105°C, T3: 180°C
3.1 INSTALLATIE
3.1.1 Installatiezones
De elektrische vibrators van de Serie E kunnen ALLEEN geïnstalleerd
worden in potentieel explosieve omgevingen, naargelang de catego-
rie.
Om zeker te zijn van het correcte gebruik van de Serie E elektrische
trilmotoren in de juiste zone, dient de gebruiker kennis te hebben van
de details in de volgende normen en wetten:
Europese Unie
- EUROPEAN COMMUNITY DIRECTIVE 94/9/EG
- CENELEC EN 60079-14, 60079-10.
Internationaal
- IEC 60079-14, IEC 60079-10.
Rusland
- GOST R 51330.9-99, GOST R IEC 61241-1-3-99.
anders dan alle normen en wetgeving voor mogelijk explosieve omge-
vingen van het land waar de trilmotor wordt gebruikt.
3.1.2 Installatie op trilmachine
De trilmachines ITALVIBRAS kunnen in om het even welke positie geïn-
stalleerd worden.
MVSI-E, IM-E, VM-E, VMS-E: alvorens met de montage te beginnen moet
u er zich van verzekeren dat het oppervlak en de motorvibrator schoon zijn.
Het montage-oppervlak moet stevig en vlak zijn (minder dan /00 inches
(0,25 mm) dwars onder de steunen van de motorvibrator), ter voorkoming
van interne spanningen in de motorvibrator wanneer de bouten aangedraaid
worden (Fig. 2A, pag.3).
MVB-E, MVB-E-FLC, VB-E, MTF-E: de motorvibrator moet echter bevestigd
worden aan een perfect vlak of conisch bewerkte flens. (Fig. 2B-2C, pag.3).
De bevestigingsbouten met bijbehorende moeren moeten van gelijkwaardige
of hogere kwaliteit zijn dan 8.8 (DIN 93-933-934), in staat grote aanhaalmo-
menten te verdragen. Gebruik een dynamometrische sleutel (Fig.3, pag.4)
zoals aangegeven in de tabellen.
De diameter van de bout moet, in functie van het type van trilmachine, ove-
reenkomen met de aanduidingen in de tabel op pag. 97.
Er moet overigens gecontroleerd worden of de bouten stevig aangezet zijn.
Deze controle is vooral noodzakelijk in de beginperiode van de werking van
de machine.
NEDERLANDS
Vergeet niet dat het merendeel van de pannes en defecten te wijten
is aan onregelmatig of niet goed aangezette bouten en moeren.
Controleer het aandraaimoment opnieuw na een korte werkingspe-
riode.
Het is raadzaam de geïnstalleerde trilmachine te bevestigen aan een sta-
len veiligheidskabel met een gepaste diameter en lengte, om de trilmachi-
ne ingeval van een accidenteel loskomen op te vangen met een maximale
valafstand van 5 cm (6") (Afb. 7, pag.4).
Opgelet: Voer geen solderingen uit aan de structuur wanneer de
trilmachine gemonteerd en aangesloten is. De soldering kan scha-
de toebrengen aan de wikkelingen en lagers.
Opgelet: Als de installatie in een gesloten ruimte uitgevoerd wordt,
moet u, voor met het lassen te beginnen, het gasniveau en de hoe-
veelheid stof controleren. Het lassen in een zone met gas of stof kan
een explosie veroorzaken.
Opgelet: Gebruik, bij het installeren van de motorvibrator, nieuwe
bouten, bevestigingsmoeren en borgringetjes. Gebruik geen ge-
bruikte bevestigingselementen. Dit levert gevaar op voor de motor-
vibrator of de structuur.
3.2 ELEKTRISCHE AANSLUITING
Alle bedradingen moeten volgens de Nationale Voorschriften en vol-
gens de wetgeving in het land van gebruik worden uitgevoerd, met bij-
zondere verwijzing naar de normen en wetgevingen die voor mogelijk
explosieve omgevingen van kracht zijn (beschermingswijze "e").
De aansluitingen moeten door gespecialiseerde elektriciens uitge-
voerd worden.
De geleiders van de voedingskabel voor de aansluiting van de trilmachi-
ne op het elektriciteitsnet moeten een gepaste diameter hebben, zodat de
stroomdichtheid in elke geleider niet meer bedraagt dan 4 A/mm2. Een van
deze geleiders dient uitsluitend voor de aardaansluiting van de trilmachine.
De doorsnede van de geleiders moet ook aangepast zijn in functie van de
lengte van de gebruikte kabel, om langsheen de kabel geen spanningsver-
lies te veroorzaken die groter is dan de waarden voorgeschreven door de
wetgeving terzake.
Alle trilmachines vanaf gr.70, deze laatste inbegrepen, zijn uitge-
rust met een thermistor van het type PTC 130°C (DIN 44081-44082).
Deze thermistor bevindt zich in het vak van de klemmenstrook en
kan aangesloten worden op een gepaste controle-apparatuur voor
de bescherming van de trilmachine (pag.116).
IN DE ZONES 21 EN 22 (OMGEVINGEN MET EXPLOSIEVE STOFFEN)
IS DE AANSLUITING VAN DE THERMISTOR OP EEN GESCHIKT
CONTROLE-APPARAAT VERPLICHT.
3.3 AANSLUITSCHEMA'S KLEMMENSTROOK
LET OP: een tropen geïsoleerde schroef - aangeduid met het aarde
symbool - is geplaatst in de klemmenkast en aan de buitenkant. Met
deze schroef, die dient als connector voor de aarding van de motor-
vibrator, moet de geel-groene geleider verbonden worden (alleen
groen in USA) van de stroomtoevoerkabel.
In de klemmenkast zit het verbindingsschema. Het te gebruiken schema
is het schema met de referentie die overeenkomt met de referentie op het
typeplaatje (Fig. 8, pag.4).
SCHEMA 2A (Afb.9, pag.4)
A) Laagste spanning
B) Hoogste spanning
C) Voedingsnet
SCHEMA 2C (Afb.0, pag.4)
A) Laagste spanning
46
∆ driehoek
Y ster
YY dubbele ster