Elektrische Aansluiting - Lowara e-LINE Serie Manual De Instalación, Uso Y Mantenimiento

punt van het systeem, om de accumulatie van
sedimenten te vermijden.
4. Installeer een automatisch overdrukventiel op het
hoogste punt van het systeem om luchtbellen te
elimineren.
5. Verwijder lasspatten, afzettingen en
onzuiverheden in de buizen die de elektrische
pomp zouden kunnen beschadigen. Installeer
een filter, indien nodig.
6. Ondersteun de buizen onafhankelijk om te vermijden
dat ze op de elektrische pomp gaan leunen.
7. In het geval van een installatie van een zuiglift
monteer de buizen onder een hoek naar boven
om luchtzakken te vermijden.
8. Installeer antivibratieverbindingsstukken op de
zuig- en drukzijde van de elektrische pomp, om
de transmissie van vibraties tussen de elektrische
pomp en het systeem te verminderen.
9. Om de stromingsweerstand te verkleinen, moet
de buis op de zuigzijde:
 Zo kort en recht mogelijk zijn zonder
knelpunten over een lengte die gelijk is aan
minstens zes keer de diameter van de flens.
 Breder zijn dan de zuigflens. Installeer, indien
nodig, een excentrisch verloopstuk dat
horizontaal is aan de bovenkant
 Met buigingen van een zo wijd mogelijke straal
 Zonder kleppen en 'zwanenhalzen'
 Met ventielen, wanneer van toepassing, met
een lage specifieke stromingsweerstand.
10. Als er een zuiglift geïnstalleerd is, controleer dat
er zich geen vortexen kunnen voordoen op het
einde van de zuigpijp op het punt van het
bodemcontroleklep.
11. Installeer een controleklep op de drukzijde om te
vermijden dat er vloeistof terugstroomt in de
elektrische pomp, wanneer ze niet draait.
12. Installeer een drukmeter (of een
vacuümdrukmeter als er een zuiglift geïnstalleerd
is) op de zuigzijde en een drukmeter op de
drukzijde om de werkelijke bedrijfsdruk van de
elektrische pomp te controleren.
13. Om de elektrische pomp van het systeem uit te
sluiten voor onderhoud, installeer:
 Een aan-/uitklep op de zuigzijde
 Een aan-/uitklep op de drukzijde, stroomafwaarts
van de controleklep en de drukmeter, wat ook
handig is om de stroom te regelen.
14. Installeer op de zuigzijde een apparaat om de
afwezigheid van vloeistof te vermijden of een
minimumdrukapparaat. Als de vloeistof uit een
tank of een bekken getrokken wordt, installeer
een vlotter of sondes.
4.2.2 Krachten en torsies voor flenzen
De maximum toegestane krachten en torsies die de
buizen op de flenzen van de elektrische pomp mogen
uitoefenen, worden weergegeven in:
 Tabel 9, rechtstreekse bevestiging op de buizen
 Tabel 10, bevestiging op de betonnen basis.
De gegevens zijn geldig voor:
 Elektrische pompen met enkelvoudige waaier en
dubbele spiraal
nl - Vertaling van de originele instructies
 Elektrische EN-GJL-250-pompen met een
gietijzeren lichaam
 Zuigzuide (DNS) en drukzijde (DND).
4.3

Elektrische aansluiting

GEVAAR: Elektrisch gevaar
 De aansluiting op elektrische stroom moet
uitgevoerd worden door een elektricien die
beschikt over de technische en
professionele vereisten die beschreven
staan in de huidige voorschriften
 Voordat u het werk start, controleer of de
stekker van het unit niet in een stopcontact
zit en of de elektrische pomp, het
bedieningspaneel en het
hulpbedieningscircuit niet opnieuw kunnen
starten, zelfs niet per ongeluk.
4.3.1 Aarding
GEVAAR: Elektrisch gevaar
 Sluit de externe beschermingsgeleider altijd aan
op de aardklem, voordat u andere elektrische
aansluitingen probeert uit te voeren
 Sluit alle elektrische accessoires van de
elektrische pomp aan en de motor op de grond
 Controleer of de beschermingsgeleider
(grond) langer is dan de fasegeleiders;
indien de stroomgeleider per ongeluk
losgekoppeld wordt, moet de
beschermingsgeleider (grond) de laatste
zijn die losgemaakt wordt van de klem.
 Installeer geschikte beschermingssystemen
tegen indirect contact, om dodelijke
elektrische schokken te vermijden.
4.3.2 Richtlijnen voor de elektrische
aansluiting
1. Controleer of de elektrische kabels beschermd
zijn tegen:
 Hoge temperatuur
 Vibraties
 Botsingen.
2. Controleer of de voedingskabel voorzien is van:
 Een kortsluitbeveiligingsapparaat van een
geschikte grootte
 Een netscheidingsschakelaar met een
contactopening van minstens 3 mm
4.3.3 Richtlijnen voor het
bedieningspaneel
OPMERKING:
Het bedieningspaneel moet overeenkomen
met de waarden van de elektrische pomp op
het gegevensplaatje. Verkeerde combinaties
kunnen de bescherming van de motor in het
gedrang brengen.
89