nl - Vertaling van de originele instructies
waarden van de minimumstroomsnelheid.
1.
Controleer of alle stappen in de secties 'Vullen -
aanzuigen' en 'De rotatierichting controleren' naar
behoren zijn uitgevoerd.
2.
Sluit de aan-/uitklep op de drukzijde bijna
helemaal, zie afb. 17 of 18.
3.
Open de aan-uitklep op de zuigzijde volledig.
4.
Start de elektrische pomp
5.
Open de aan-/uitklep op de drukzijde van de
pomp geleidelijk totdat ze halfopen is.
6.
Draai het overdrukventiel H op de drukzijde open
en houd het open, totdat de vloeistof er goed
uitstroomt, zie afb. 11.
7.
Sluit het ventiel H.
8.
Open de aan-/uitklep op de drukzijde geleidelijk,
totdat ze volledig open is.
Opmerking voor LNTE- en LNTS-modellen: herhaal
deze procedure voor beide elektrische pompen.
Controleer na de opstartprocedure of:
Er geen vloeistof lekt uit de elektrische pomp of buizen
De maximumdruk die de elektrische pomp levert en
bepaald wordt door de beschikbare zuigdruk de
nominale druk niet overschrijdt.
De geabsorbeerde stroom binnen de nominale limieten
(en daardoor de thermale overbelastingsbescherming
van de motor kalibreert) ligt
Er geen ongewenst lawaai of vibraties zijn
De scharnierklep naar behoren werkt (LNTE- en
LNTS-modellen)
De toevoerdruk komt bij een stroomsnelheid van nul
overeenkomt met de nominale druk
WAARSCHUWING:
Als de elektrische pomp gebruikt wordt om
water te pompen voor menselijk en/of dierlijk
verbruik, laat ze gedurende een paar minuten
draaien met enkele gebruikers open om de
binnenkant van het systeem te wassen.
De mechanische afdichting doen settelen
De gepompte vloeistof smeert de contactoppervlakken
van de mechanische afdichting. Bij normale
omstandigheden kan het zijn dat er een kleine
hoeveelheid vloeistof uitlekt.
Wanneer de elektrische pomp voor de eerste keer draait
of onmiddellijk na de vervanging van de afdichting, kan
het zijn dat er meer vloeistof tijdelijk uitlekt.
Om de afdichting te helpen settelen en het lekken te
verminderen, sluit en open de aan-/uitklep op de
persleiding twee of drie keer terwijl de elektrische
pomp aan het draaien is.
5.4
Stoppen
1.
Sluit de aan-/uitklep op de persleiding.
2.
Stop de elektrische pomp en controleer of de
motor geleidelijk vertraagt.
5.4.1
Frequentie van het opstarten en
stoppen
Zie het hoofdstuk 'Technische gegevens' voor het
maximumaantal opstarten per uur.
92
Opmerkingen voor de LNTE- en LNTS-modellen:
De elektrische pomp die in gebruik is en de pomp
die in stand-by staat, moeten elkaar regelmatig
afwisselen om een gelijke verdeling van de
bedrijfsuren te verzekeren. Voer de wijziging
manueel uit of installeer een automatische regelaar
Wanneer u heet water voor huizen pompt, moeten
de elektrische pompen ten minste een keer per dag
afgewisseld worden om te vermijden dat afzettingen
de elektrische pomp die in stand-by staat,
blokkeren.
6
Onderhoud
Voorzorgsmaatregelen
Zorg ervoor dat u de veiligheidsinstructies in het
hoofdstuk 'Inleiding en veiligheid' gelezen en
begrepen hebt, voordat u begint te werken.
WAARSCHUWING:
Het onderhoud moet worden uitgevoerd
door een technicus die beschikt over de
technische en professionele vereisten die
beschreven staan in de huidige regels
Draag altijd persoonlijke
beschermingsuitrusting
Gebruik altijd de geschikte werktuigen
Zorg ervoor dat de afgevoerde vloeistof
geen schade of letsels kan veroorzaken.
GEVAAR: Elektrisch gevaar
Voordat u het werk start, controleer of de
stekker van het unit niet in een stopcontact
zit en of de elektrische pomp, het
bedieningspaneel en het
hulpbedieningscircuit niet opnieuw kunnen
starten, zelfs niet per ongeluk.
Als de elektrische pomp aangesloten is op
de frequentieomvormer (optioneel), wacht
ten minste 10 minuten nadat u de stekker
van het unit uit het stopcontact gehaald
hebt, om de reststroom te laten verdwijnen.
6.1
Onderhoud om de 4000 bedrijfsuren
of om het jaar
1.
Meet de druk wanneer de stroomsnelheid nul is en
vergelijk hem met de druk die gemeten is tijdens
het initiële opstarten. Als de druk met meer dan
15% is toegenomen, controleer de staat van de
waaier, het pomplichaam en de slijtringen.
2.
Controleer de elektrische pomp op ongewenst
lawaai en vibraties.
3.
Gebruik het overdrukventiel V om luchtbellen te
verwijderen uit de elektrische pomp.
4.
Controleer of er geen vloeistof lekt uit de
elektrische pomp of de buizen.
5.
Controleer of alle schroeven en bouten van de
elektrische pomp en buizen naar behoren
vastgemaakt zijn.
54
Wanneer de eerste van de twee limieten bereikt is
54