Bediening
Instelling van de open dienbladenstapelaar
Afbeelding 10
Instellen van de dienbladgeleidingen aan de zijkant
De houders van de beide dienbladgeleidingen zijn elk rechts en links met twee dopmoeren aan de veerkast
bevestigd. De dienbladgeleidingen aan de zijkant zijn goed ingesteld, wanneer de dienbladen na het
instellen midden op het stapelplatform liggen en aan elke zijkant een afstand van 5 mm tot aan de
dienbladgeleidingen hebben.
Voor het instellen van de dienbladgeleidingen aan de zijkant als volgt te werk gaan:
Alle vier dopmoeren losdraaien, maar niet helemaal eruit draaien.
De beide dienbladgeleidingen gelijkmatig in de juiste positie brengen en loodrecht uitlijnen.
De vier dopmoeren van de dienbladgeleidingen weer vastschroeven.
5.2.2
Instellingen OTA/U-BW
INFO
Instellen van de aanslagranden
Afbeelding 11
De aanslagranden zijn goed ingesteld, wanneer de dienbladen na het instellen midden op het stapelplatform
liggen en aan elke zijkant een afstand van 5 mm tot aan de aanslagranden hebben. Naar achteren liggen de
dienbladen direct tegen de loodrechte kunststof aanslaglijst aan en voor liggen ze gelijk met de voorkant van
het platform.
Het verstelmechanisme voor de aanslagranden bevindt zich onder het stapelplatform.
4330041_A0
OTA/47–36 | OTA/53–37 | OTA/58-33 | OTA/53–37 S | OTA/U-BW | OTA-E/BA-4xGN | TAG-1/53-37 | TA-2/53-37 | EBS-T/53-37
Dienbladgeleidingen instellen
Benodigd gereedschap
Voor het veranderen van de aanslagranden van de veerkastafdekking heeft u
het volgende gereedschap nodig:
Moersleutel SW 17,
Kruisschroevendraaier mt.1,
Schroevendraaier (beitelbreedte 6-7 mm en dikte 0,8–1,0 mm)
Inbussleutel SW 5 en 8 mm,
Mes
Aanslagranden instellen
Hoofdstuk
5
Bladzijde 23
Dienbladenstapelaar