Hoofdstuk
7
Bladzijde
30
7
Reiniging en onderhoud
7.1
Veiligheidsmaatregelen
WEES VOORZICHTIG
7.2
Hygiëne maatregelen
Het juiste gedrag van het bedienpersoneel is doorslaggevend voor een optimale hygiëne.
Alle personen moeten voldoende over de lokaal geldende hygiënevoorschriften geïnformeerd zijn en deze in
acht nemen en opvolgen.
Wonden aan handen en armen met waterdichte pleisters afdekken.
Nooit op schoon serviesgoed hoesten of niezen.
7.3
Reiniging en onderhoud
Het apparaat moet dagelijks droog gereinigd of met een "nevelvochtige" doek worden afgewreven. Na een
vochtige reiniging goed drogen, om schimmelvorming, ongecontroleerde vorming van bacteriën en daardoor
mogelijke besmetting van het serviesgoed te vermijden.
De bodemafloop onder de stapelschacht is bestemd voor het verwijderen van serviesbreuk of voor
voorwerpen die per ongeluk in het apparaat gevallen zijn.
7.4
Speciale verzorgingsaanwijzingen
De bestendigheid tegen corrosie van het niet roestende staal berust op een passievering (passieve laag),
die aan de oppervlakte bij toevoer van zuurstof gevormd wordt. De zuurstof in de lucht is al voldoende voor
deze beschermlaag (passievering) en zorgt ervoor dat deze ook automatisch wordt hersteld na eventuele
beschadigingen.
Ook het in aanraking komen van het roestvrij staal met zuurstofhoudend water zorgt voor een constante
vernieuwing van deze laag. De passieve laag kan chemisch beschadigd of verstoord worden door
(zuurstofverbruikende) middelen, die in geconcentreerde vorm of bij hoge temperaturen met het staal in
aanraking komen.
Zulke agressieve stoffen zijn bijv.:
zout- en zwavelhoudende stoffen
chloriden (zouten)
kruidenconcentraten (zoals mosterd, azijn, kruidenblokjes, keukenzout)
Verdere beschadigingen kunnen ontstaan door:
roestdeeltjes (bijv van andere apparaten, gereedschappen of vliegroest)
ijzer deeltjes (bijv. slijpstof)
contact met niet ijzerhoudende metalen (elementvorming)
gebrek aan zuurstof (bijv geen contact met de lucht, zuurstofarm water).
Dienbladenstapelaar
OTA/47–36 | OTA/53–37 | OTA/58-33 | OTA/53–37 S | OTA/U-BW | OTA-E/BA-4xGN | TAG-1/53-37 | TA-2/53-37 | EBS-T/53-37
Niet met stromend water reinigen
Het apparaat mag absoluut niet met stromend water, dampstraal- of
hogedrukreinigers worden schoon gemaakt. Als er in de omgeving
werkzaamheden met dampstraal- of hogedrukreinigers staan gepland, moet
het apparaat van tevoren buiten bedrijf worden gesteld en losgekoppeld van
het elektriciteitsnet
Reiniging en onderhoud
Veiligheidsmaatregelen
4330041_A0