1. Draai de verticale verstelschroeven los met de bijgeleverde zeskantsleutel (3/32"). Lijn de naald uit op de roosterweergave op het echografiescherm
door de verticale regelknop te draaien tot de verticale naaldpositie correct is uitgelijnd met het scherm. Zet de schroeven voor verticale verstelling vast.
2. Draai de horizontale verstelschroeven los met de bijgeleverde zeskantsleutel (3/32"). Lijn de naald uit op de roosterweergave op het echografiescherm
door de horizontale regelknop te draaien tot de horizontale naaldpositie correct is uitgelijnd met het scherm. Zet de schroef voor horizontale
verstelling vast.
CONTROLE VAN HET INSTRUMENT
1. De stepper moet de transducer stevig ingeklemd houden en een vloeiende draaibeweging en precieze beweging langs de lengteas van de transducer
mogelijk maken.
WERKINGSCONTROLES VÓÓR GEBRUIK
WAARSCHUWING
Doorloop voor elk gebruik de onderstaande controles om ervoor te zorgen dat de stepper optimaal werkt.
n
1. Draai de sledeknop om er zeker van te zijn dat de slede zich vrij door het gehele bereik van lineaire beweging kan bewegen en de stapfunctie kan
uitvoeren.
2. Draai de houder om er zeker van te zijn dat verplaatsing door het gehele bereik van de draaibeweging mogelijk is.