3M™ Attest™ 1295 is een biologische indicator die
voor sterilisatorkwalificatietesten (operationele-
en prestatietests) of procesvalidatie buiten de
VS kan worden gebruikt, zoals deze worden
voorgeschreven door internationale normen
(bijvoorbeeld ISO 14937, Sterilisatie van producten
voor de gezondheidszorg – Algemene eisen voor
karakterisering van sterilisatiestoffen en ontwikkeling,
validatie en routinecontrole van een sterilisatieproces),
als de normen aanbevelen om kwalificatie- of
procesvalidatietests uit te voeren met BI's die voor
sterilisatieprocessen met verdampte waterstofperoxide
bestemd zijn.
Contra-indicaties
Geen
Waarschuwingen
In het plastic buisje van de biologische indicator (BI) zit
een glazen ampul. Om het risico op ernstig letsel door
peroxidebrandwonden te voorkomen:
• Draag een veiligheidsbril en handschoenen
wanneer u de BI 1295 uit de
sterilisator verwijdert.
• Draag een veiligheidsbril en handschoenen
wanneer u de BI 1295 activeert.
• Houd de BI 1295 tijdens het pletten of schudden
vast bij de dop.
Als de ampul met medium tijdens het sterilisatieproces
wordt beschadigd, kunnen er restanten
waterstofperoxide in de BI 1295 terechtkomen. Als na
verwerking een gebroken ampul wordt waargenomen,
vermijd dan direct contact met de BI 1295, aangezien
dit kan leiden tot brandwonden door waterstofperoxide.
Volg de verwijderingsinstructies aan het eind van
dit document.
Voorzorgsmaatregelen
1. Gebruik de BI 1295 niet voor controle van
sterilisatiecycli als deze niet is ontworpen voor
gebruik met:
a. stoomsterilisatiecycli;
b. depyrogenatie; of
c. sterilisatie met ethyleenoxide.
2. Ter beperking van het risico in verband met
onjuiste resultaten:
• Inspecteer vóór sterilisatie de BI 1295 om te
controleren of de mediumampul intact is en de
procesindicatorstrepen blauw zijn. Gebruik geen
BI 1295's met een gebroken mediumampul of
met procesindicatorstrepen die niet blauw zijn.
• Plaats voorafgaand aan sterilisatie of incubatie in
de auto-aflezer geen tape of labels op de BI 1295.
• Activeer en incubeer de BI 1295 binnen 1 uur na
afloop van de sterilisatiecyclus.
• Incubeer een BI 1295 niet als de mediumampul
na verwerking en voorafgaand aan activering
kapot is. Test de sterilisator opnieuw met een
nieuwe biologische indicator.
• Controleer na activering van de BI 1295 of het
medium naar de sporengroeikamer is gestroomd.
• Incubeer GEEN BI 1295's waarvan de resultaten
al door de Auto-aflezer zijn vastgesteld.
3. Om ervoor te zorgen dat het product gedurende de
aangegeven houdbaarheidsperiode naar behoren
blijft functioneren, moet u BI 1295's tot gebruik in de
hersluitbare foliezak bewaren.
4. Incubatie na de laatste fluorescentie-uitlezing is niet
nodig. Als er echter speciale onderzoeken gewenst
zijn, kunnen de BI 1295's verder worden geïncubeerd
voor een zichtbare pH-verkleuring. Om uitdroging
van het medium te voorkomen wordt aanbevolen
dat de BI 1295 wordt overgedragen naar een
incubator met bevochtiging op 60 °C nadat het
fluorescentieresultaat is vastgelegd.
Controlefrequentie
Volg het beleid en de procedures van uw instelling
omtrent de bewakingsfrequentie bij gebruik van een
biologische indicator. De frequentie moet aan de
aanbevelingen van professionele organisaties en/of
nationale richtlijnen en normen voldoen. Als best
practice en voor optimale patiëntveiligheid adviseert
3M elke sterilisatielading te controleren met een
biologische indicator.
54