Aanwijzingen voor een bestaande onvolledige afsluiting van de cuff (ballon) zijn onder
andere de volgende:
- Aan de buitenkant herkenbare beschadigingen van de ballon (gaten, scheuren e.d.)
- Hoorbaar sisgeluid door het ontsnappen van lucht uit de ballon
- Water in de toevoerslangen naar de canule (na reiniging!)
- Water in de manchet (na reiniging!)
- Water in de controleballon (na reiniging!)
- Geen hoestprikkel als er druk uitgeoefend wordt op de controleballon
LET OP!
Bij het controleren van de ballon mogen bij het inbrengen, verwijderen of reinigen
van de canule in geen geval scherpe of spitse voorwerpen bijv. pincetten of klemmen
worden gebruikt omdat deze de ballon (onherstelbaar) kunnen beschadigen. Als u
een van de bovenstaande aanwijzigingen voor een onvolledige afdichting vaststelt,
mag de canule in geen geval meer gebruikt worden omdat de goede werking dan niet
NL
meer gegarandeerd is!
3.2 Obturator
Controleer voordat u de tracheacanule gebruikt of de obturator gemakkelijk uit de canule
kan worden verwijderd!
Als u gecontroleerd hebt dat de obturator zich eenvoudig laat verwijderen, schuift u voordat
u de tracheacanule gaat inbrengen, de obturator weer terug in de canule.
3.3 Afzuigopening (alleen bij tracheacanulevarianten Suction)
Via
de
afzuigopening
in
de
buitenslang
van
de
Suction-tracheacanules
kan
secreet verwijderd worden dat zich boven de opgepompte cuff verzameld heeft.
De naar buiten leidende afzuigslang kan aan een injectiespuit of een afzuigapparaat gekoppeld
worden. Het besluit welke van deze afzuigmogelijkheden gekozen wordt, moet na inschatting
van het risico door de gebruiker in overleg met de behandelend arts genomen worden.
Hierbij moet rekening gehouden worden met het individuele ziektebeeld van de patiënt.
In elk geval mag een afzuiging door middel van een afzuigapparaat alleen plaatsvinden
als dit apparaat uitgerust is met een vacuümregelaar. De afzuigdruk mag maximaal –0,2
bar zijn.
Om het aspireren van secreet te voorkomen kan bij de Suction-versie van de tracheacanules
het direct boven de cuff verzamelde secreet via de aan de canule bevestigde afzuigopening
afgezogen worden. Daardoor hoeft er niet meer gelijktijdig met het deblokkeren van de
canule aanvullend afgezogen te worden met behulp van een afzuigkatheter, wat het gebruik
bijzonder vereenvoudigt.
LET OP!
Bij alle tracheacanulevarianten met een afzuiginrichting ("SUCTION") moet er
tijdens het afzuigen goed op worden gelet dat er zo kort mogelijk onderdruk wordt
gecreëerd; uitdroging van de subglottische ruimte, die daarvan het gevolg is, moet
vermeden worden.
LET OP!
Contra-indicatie
bij
patiënten
met
verhoogde
bloedingsneiging
(bv.
bij
anticoagulatietherapie). Bij deze patiënten mogen de Suction-tracheacanules met
afzuigopening niet gebruikt worden, omdat er een verhoogd risico bij het afzuigen
aanwezig is.
Tracheacanules als spreekcanule (LINGO-PHON) met spreekventiel worden na
tracheotomiën met volledig of gedeeltelijk behouden gebleven strottenhoofd gebruikt,
waardoor de gebruiker kan spreken.
LET OP!
Houd u daarom aan de speciale productinstructies, indicaties en contra-indicaties in
de gebruiksaanwijzing, en bespreek de toepasbaarheid van producten tevoren met
uw behandelend arts.
VIII. HANDLEIDING VOOR HET INBRENGEN EN VERWIJDEREN VAN EEN
CANULE
Voor de arts
De passende canule moet door de arts of opgeleid deskundig personeel worden gekozen.
69