Descargar Imprimir esta página

Kärcher B 260 RI Combo Manual Del Usuario página 73

Ocultar thumbs Ver también para B 260 RI Combo:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 49
GEVAAR
Geen remwerking tijdens bedrijf
Als het apparaat tijdens het gebruik geen remwerking
meer heeft, ga dan als volgt te werk:
Als het apparaat op een helling van meer dan 2% bij het
loslaten van het gaspedaal niet tot stilstand komt, mag
u om veiligheidsredenen de veiligheidsschakelaar al-
leen op "0" zetten als u de correcte mechanische wer-
king van de parkeerrem vóór de ingebruikneming van
het apparaat hebt gecontroleerd.
Stel het apparaat na het bereiken van de stilstand buiten
bedrijf en bel de klantenservice.
Neem de onderhoudsvoorschriften voor remmen in
acht.
GEVAAR
Onvoorzichtig rijden
Kantelgevaar
Rijd in de rijrichting alleen op hellingen tot maximaal
15% (variant RI) en 10% (variant RI Combo). Hellingen
dwars op de rijrichting tot maximaal 15 %.
Draai niet op hellingen.
Rijd langzaam door bochten en op natte ondergrond.
Rijd met het apparaat uitsluitend op verharde onder-
grond.
Uitzwenkende veeginstallatie voor Combo-variant
Verhoogd gevaar voor ongevallen
Wees zeer voorzichtig bij het achteruitrijden.
Houd bij het sturen rekening met het uitzwenken van de
veeginstallatie.
Instructie
De rijrichting kan tijdens het rijden worden gewijzigd. Zo
kunnen bijv. door het meermaals vooruit- en terugrijden
heel matte plaatsen worden gepolijst.
1. De zitpositie innemen.
2. De intelligente sleutel erin steken.
3. De programmaschakelaar op "Transportrit" zetten.
4. De rijrichting met de rijrichtingsschakelaar aan het
bedieningspaneel instellen.
5. De rijsnelheid door het indrukken van het gaspedaal
bepalen.
6. Het gaspedaal loslaten.
Het apparaat stopt.
Bij overbelasting wordt de rijmotor uitgeschakeld. Op
het display verschijnt een storingsmelding. Bij overver-
hitting van de besturing wordt het betreffende aggregaat
uitgeschakeld.
7. Het apparaat minstens 15 minuten laten afkoelen.
8. De programmaschakelaar op "0" zetten, kort wach-
ten en op het gewenste programma zetten.
Bestuurdersstoel instellen
Afbeelding J
3-traps gewichtsinstelling 60-120 kg
1
Hoekverstelling rugleuning 3° naar voren en 13°
2
naar achteren
Zitlengteverstelling
3
1. De hendel voor de stoelverstelling bedienen.
2. De stoel in de gewenste stand zetten.
3. De hendel voor de stoelverstelling loslaten.
Stuurwiel instellen
1. De vleugelmoeren voor het verstellen van het stuur-
wiel losdraaien.
2. Het stuurwiel positioneren.
3. De vleugelmoeren vastdraaien.
Pluizenzeef controleren
LET OP
Beschadiging van de zuigturbines!
Door te werken zonder pluizenzeef kan de zuigturbine
beschadigd raken.
Gebruik het apparaat niet zonder de pluizenzeef.
1. Voordat het apparaat in gebruik wordt genomen
moet de pluizenzeef op de volgende punten worden
gecontroleerd:
 Is het aanwezig?
 Is het in een bruikbare staat?
 Is het correct gemonteerd?
Afbeelding AL
Pluizenzeef
1
2. Een beschadigde pluizenzeef vervangen.
Apparaat duwen
1. De parkeerrem loszetten door de hendel weg te
trekken.
Instructie
Er moet voortdurend aan de hendel worden getrokken.
GEVAAR
Gevaar voor letsel door rollend apparaat!
De parkeerrem kan alleen in gebukte houding in de ge-
varenzone worden gelost.
Gebruik een voorwerp om de hendel permanent aange-
trokken te houden en ga onmiddellijk na het lossen van
de parkeerrem weg uit de gevarenzone.
Afbeelding AK
Hendel parkeerrem
1
2. Duw het apparaat.
3. De parkeerrem vastzetten door de hendel los te la-
ten.
Verswater bijvullen
Verswater bijvullen
1. Het deksel van het verswaterreservoir openen.
2. De verswaterslang bevestigen met de klem.
3. Het verswater (maximaal 60 °C) tot ca. 5 cm onder
de vultrechter vullen.
Instructie
Vóór de eerste ingebruikneming het verswaterreservoir
volledig vullen om het waterleidingsysteem te ontluch-
ten.
4. Het deksel van de verswatertank sluiten.
Verswater bijvullen met automatisch vulsysteem
schoonwaterreservoir (optie)
Instructie
Wij raden u aan een slang te gebruiken met een
Aquastop-koppeling aan de apparaatzijde. Dit minimali-
seert het uitspatten van water bij het loskoppelen na het
vullen.
1. De waterslang verbinden met het automatische vul-
systeem.
2. De watertoevoer (max. 60 °C, max. 10 bar) openen.
3. Het vullen bewaken, het automatische vulsysteem
onderbreekt de watertoevoer als het schoonwater-
reservoir vol is.
4. De watertoevoer sluiten.
5. De waterslang verwijderen.
Reinigingsmiddel vullen
Aanwijzingen over reinigingsmiddelen
WAARSCHUWING
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Gezondheidsgevaar, beschadiging van het apparaat
Gebruik alleen aanbevolen reinigingsmiddelen. Voor
andere reinigingsmiddelen is de exploitant het verhoog-
de risico met betrekking tot de bedrijfsveiligheid en het
gevaar voor ongevallen.
Gebruik alleen reinigingsmiddelen die vrij zijn van op-
losmiddelen, zout- en fluorwaterstofzuur.
Neem de veiligheidsaanwijzingen op de reinigingsmid-
delen in acht.
Instructie
Gebruik geen sterk schuimende reinigingsmiddelen.
Aanbevolen reinigingsmiddelen
Toepassing
Onderhoudsreiniging van alle water-
bestendige vloeren
Onderhoudsreiniging met verzor-
gingscomponenten
Onderhoudsreiniging en basisreini-
ging van industriële ondergronden
Onderhoudsreiniging van glanzende
ondergronden
Onderhoudsreiniging en basisreini-
ging van steengoed tegels
Onderhoudsreiniging en basisreini-
ging van zuurbestendige ondergron-
den
Reiniging en desinfectie
Basisreiniging van alle alkalibesten-
dige vloerbedekkingen
Basisreiniging en decoating van al-
kaligevoelige vloeren
Het schoonwaterreservoir vullen met
reinigingsmiddel
Instructie
Eerst water in het reinigingsmiddelenreservoir doen,
dan het reinigingsmiddel in de juiste dosering in het re-
servoir doen. Als het reinigingsmiddel als eerste wordt
ingegoten, kan dit tot sterke schuimvorming leiden.
Nederlands
LET OP
Gevaar voor verstopping
Bij het toevoegen van het reinigingsmiddel aan het
schoonwaterreservoir kan het reinigingsmiddel uitdro-
gen en de werking van de doseerinrichting verstoren.
Spoel na het toevoegen van het reinigingsmiddel in de
verswatertank het apparaat met helder water: Selecteer
een reinigingsprogramma met watertoepassing, stel de
hoeveelheid water in op de hoogste waarde, stel de rei-
nigingsmiddelendosering in op "0".
Reinigingsmiddel met doseerinrichting
Aan het vers water wordt op weg naar de reinigingskop
door een doseerinrichting reinigingsmiddel toegevoegd.
Instructie
Met de doseerinrichting kan maximaal 3 % reinigings-
middel worden gedoseerd. Als de dosering hoger is,
moet het reinigingsmiddel in het verswaterreservoir
worden gedaan.
LET OP
Gevaar voor verstopping
Bij het toevoegen van het reinigingsmiddel aan het
schoonwaterreservoir kan het reinigingsmiddel uitdro-
gen en de werking van de doseerinrichting verstoren.
Spoel na het toevoegen van het reinigingsmiddel in de
verswatertank het apparaat met helder water: Selecteer
een reinigingsprogramma met watertoepassing, stel de
hoeveelheid water in op de hoogste waarde, stel de rei-
nigingsmiddeldosering in op 0.
1. De jerrycan met het reinigingsmiddel in de bak reini-
gingsmiddel achter de stoel zetten.
2. Het deksel van de jerrycan eraf schroeven.
3. De zuiglans reinigingsmiddel van het doseersys-
teem in de jerrycan steken.
Instructie
● Het apparaat heeft een verswaterniveau-indicator
op het display. Bij een leeg verswaterreservoir wordt
de dosering van het reinigingsmiddel uitgeschakeld.
De reinigingskop blijft werken zonder toevoer van
vloeistof.
● Als het reinigingsmiddelvat leeg is, wordt de dose-
ring ook uitgeschakeld. Op het display verschijnt
een aanwijzingssymbool. Er wordt alleen nog
schoon water naar de reinigingskop gevoerd.
Parameters instellen (gele intelligente
In het apparaat zijn de parameters voor de verschillen-
de reinigingsprogramma's vooraf ingesteld.
Afhankelijk van de autorisatie van de gele intelligente
sleutel kunnen afzonderlijke parameters worden gewij-
zigd.
De wijziging van de parameters is slechts actief tot met
de programmaschakelaar een ander reinigingspro-
gramma wordt gekozen.
Als parameters permanent moeten worden gewijzigd,
dan moet voor de instelling een grijze intelligente sleutel
worden gebruikt. De instelling wordt beschreven in de
Reinigingsmid-
paragraaf "Grijze intelligente sleutel".
del
Instructie
Alleen voor R-reinigingskop: Vrijwel alle displayteksten
CA 50 C
over de parameterinstelling spreken normaal gespro-
RM 756
ken voor zich. Als u meer gedetailleerde informatie over
RM 746
de parameters nodig heeft, neem dan contact op met de
RM 780
klantenservice.
RM 69
● Fine Clean: Laag borsteltoerental voor het verwijde-
ren van grijze waas op keramische steen.
● Whisper Clean: Gemiddeld borsteltoerental voor de
RM 755
onderhoudsreiniging met verlaagd geluidsniveau.
● Power Clean: Hoog borsteltoerental voor het polijs-
RM 753
ten, kristalliseren en vegen.
1. De programmaschakelaar op het gewenste reini-
RM 751
gingsprogramma zetten.
2. Op de infoknop drukken.
3. Aan de infoknop draaien tot de gewenste parameter
wordt weergegeven.
RM 732
4. Op de infoknop drukken.
RM 752
De ingestelde waarde knippert.
5. De gewenste waarde instellen door aan de infoknop
te draaien.
RM 754
6. De gewijzigde instelling door het indrukken van de
infoknop bevestigen of wachten tot de ingestelde
waarde na 10 seconden automatisch wordt overge-
nomen.
De zuigbalk moet alleen in speciale gevallen worden bij-
gesteld. De instelling af fabriek is voor de meeste toe-
passingen geschikt.
(optie) vullen
sleutel)
Zuigbalk instellen
73

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

B 260 ri